ECLI:NL:RBMNE:2024:7571
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op grond van de Participatiewet na schending van de inlichtingenplicht door eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser ontving sinds 11 januari 2018 bijstand op grond van de Participatiewet (Pw). Echter, op 21 september 2022 heeft verweerder het recht op bijstand per 26 juli 2022 ingetrokken en de teveel ontvangen bijstand over de periode van 1 april 2020 tot en met 25 juli 2022 teruggevorderd, in totaal € 42.707,84. Na bezwaar is dit bedrag verlaagd naar € 35.818,26. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat hij de inlichtingenplicht niet heeft geschonden en dat hij met instemming van verweerder zijn onderneming is gestart.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn onderneming per 20 mei 2020 heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar dit niet heeft gemeld aan verweerder. De rechtbank oordeelt dat eiser zijn inlichtingenplicht heeft geschonden, omdat hij geen melding heeft gemaakt van zijn inkomsten uit de onderneming. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht de bijstand heeft herzien en de terugvordering heeft ingesteld. Eiser heeft geen dringende redenen aangevoerd om van terugvordering af te zien. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van verweerder.