Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2024 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 29 november 2024, wordt het beroep van eiser behandeld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. Eiser had een verzoek ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo), maar verweerder had niet tijdig beslist. Eiser stelde verweerder in gebreke op 1 oktober 2024, waarna hij op 18 oktober 2024 beroep instelde. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 4 januari 2024. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed moeten worden, maar verweerder moet het griffierecht van € 187,- aan eiser betalen. De rechtbank benadrukt dat de overschrijding van de beslistermijn door verweerder te maken heeft met onderbezetting en de omvang van het verzoek, maar dat dit niet leidt tot een kortere termijn voor het nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om te ondertekenen.