In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 november 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen Stichting GO! en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, Stichting GO!, had op 24 maart 2022 een verzoek om herbeoordeling ingediend voor haar (ex-)werknemer. Omdat het Uwv niet tijdig op dit verzoek had beslist, heeft eiseres het Uwv op 16 september 2022 in gebreke gesteld. Vervolgens heeft eiseres op 3 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Uwv.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die stellen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had het beroep te laat ingediend, namelijk één jaar en elf maanden na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelde dat de stelling van eiseres dat zij meerdere keren telefonisch contact heeft gehad met het Uwv niet voldoende was om de te late indiening te rechtvaardigen. Ook de capaciteitsproblemen bij het Uwv en de overbelasting van de rechtspraak werden niet als goede redenen gezien voor de vertraging.
De rechtbank heeft besloten dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden en heeft het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing.