ECLI:NL:RBMNE:2024:7643

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
16/117617-20 (vordering omzetting tbs voorwaarden)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verpleging van overheidswege in het kader van tbs-omzetting

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2024 uitspraak gedaan over de vordering tot verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde persoon, hierna aangeduid als betrokkene. De officier van justitie had verzocht om de vordering af te wijzen, omdat de reclassering in een recent advies had aangegeven dat er nog mogelijkheden zijn om in het huidige kader door te gaan, mits er eerst een klinische opname plaatsvindt gericht op de verslavingsproblematiek van betrokkene. De reclassering had aanvankelijk geadviseerd tot omzetting naar dwangverpleging, maar in het definitieve advies werd dit niet meer geadviseerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege afgewezen, mede gezien de toezegging van de officier dat er een plek in een forensische verslavingskliniek is gevonden voor betrokkene, waar hij tussen 31 december 2024 en 12 januari 2025 kan worden opgenomen. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de standpunten van de reclassering en de officier van justitie, en heeft geoordeeld dat de afwijzing van de vordering gerechtvaardigd is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats: Utrecht
parketnummer: 16/117617-20 (vordering omzetting tbs voorwaarden)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 lid 1 onder e van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 23 december 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [plaats] ,
nu gedetineerd in P.I. [verblijfplaats] ;
(hierna: betrokkene).

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2022, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met brandstichting door een molotovcocktail naar de woning van het slachtoffer te gooien en omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belaging;
  • het uittreksel Justitiële Documentatie van 30 oktober 2024 betreffende betrokkene, waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 10 maart 2022;
  • de beslissing van deze rechtbank van 5 maart 2024, waarbij de termijn van de tbs is verlengd met twee jaar;
  • het proces-verbaal van bevindingen met registratienummer PLO900-2024337162-7, opgemaakt en afgesloten op 23 oktober 2024;
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte van 23 oktober 2024, met registratienummer PL0900-2024337162-5, opgemaakt en afgesloten op 23 oktober 2024;
  • het voorlopig advies omzetting dwang tbs van Reclassering Nederland van 24 oktober 2024, opgemaakt door mw. T. Reijntjens, reclasseringswerker en mw. S. Noordeloos, unitmanager;
  • de vordering van de officier van justitie van 24 oktober 2024 tot voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene;
  • de vordering van de officier van justitie van 24 oktober 2024 tot verpleging van overheidswege van betrokkene;
  • het consult strafrechtspleging van het NIFP van 25 oktober 2024, opgemaakt door dhr. A. van Dijk, psychiater;
  • het proces-verbaal van verhoor ter beschikking gestelde vordering tot voorlopige verpleging van 25 oktober 2024;
  • het bevel tot voorlopige verpleging van 25 oktober 2024 van de rechter-commissaris, waarbij de vordering van de officier van justitie is toegewezen en de voorlopige verpleging van betrokkene is bevolen;
  • het advies omzetting dwang tbs van Reclassering Nederland van 13 november 2024, opgemaakt door mw. T. Reijntjens, reclasseringswerker en mw. S. Noordeloos, unitmanager;
  • het rapport Drugs in het verkeer van Eurofins, opgemaakt door Dr. Apr. Lisa Delahaye, toxicoloog, van 21 november 2024.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 18 november 2024 en 16 december 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
  • de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.C.A. Stallen, advocaat te Eindhoven;
  • mevrouw B. Versteeg en mevrouw T. Reijntjens, reclasseringswerkers.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit de onder 1 genoemde rapporten. Mevrouw B. Versteeg, reclasseringswerker, heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Aanvankelijk adviseerde de reclassering in het voorlopige advies van 24 oktober 2024 tot omzetting naar dwangverpleging, omdat betrokkene meerdere bijzondere voorwaarden had overtreden. In het definitieve advies van 13 november 2024 heeft de reclassering echter vooralsnog geen omzetting tot dwangverpleging geadviseerd. De reden hiervoor is dat de reclassering toch nog een mogelijkheid ziet om in het huidige kader door te gaan, op voorwaarde dat er eerst een klinische opname volgt gericht op de verslavingsproblematiek van betrokkene.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting toegezegd dat er een plek in een forensische verslavingskliniek ( [naam kliniek] ) is gevonden voor betrokkene en dat hij hier tussen 31 december 2024 en 12 januari 2025 kan worden opgenomen. Gelet op het standpunt van de reclassering (zoals opgenomen in het adviesrapport van 13 november 2024 en mondeling toegelicht op de terechtzitting van 18 november 2024) en het feit dat betrokkene op korte termijn in een forensische verslavingskliniek kan worden opgenomen, heeft de officier van justitie ter zitting verzocht om de vordering tot verpleging van overheidswege van betrokkene van 24 oktober 2024 af te wijzen.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.

6.Het oordeel van de rechtbank

Gelet op de standpunten van partijen en de aanstaande plek voor betrokkene in een forensische verslavingskliniek, zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege van betrokkene afwijzen.

7.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege van betrokkene.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.K. van Riemsdijk, voorzitter, mr. A.M.M. Lemmen en mr. J.B. Duinkerken in tegenwoordigheid van mr. S. Bazaz, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2024.
Mr. Van Riemsdijk en mr. Lemmen zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.