Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.Procesverloop
- het vonnis van deze rechtbank van 21 november 2024 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden;
- de vordering van de officier van justitie van 6 februari 2025, die strekt tot voorlopige verpleging van betrokkene;
- de vordering van de officier van justitie van 6 februari 2025, die strekt tot het alsnog verplegen van overheidswege van betrokkene;
- het bevel van de rechter-commissaris tot de voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene van 7 februari 2025, met het bijbehorende proces-verbaal;
- het Pro Justitia-rapport van 8 augustus 2024, opgemaakt door psycholoog [A] ;
- het Pro Justitia-rapport van 26 augustus 2024, opgemaakt door psychiater [B] ;
- de voortijdige negatieve beëindiging toezicht van 27 januari 2025 van het [organisatie 2] , opgemaakt door [C] , reclasseringswerker;
- het voorlopig advies tot omzetting van 5 februari 2025 van het [organisatie 2] , opgemaakt door [C] , reclasseringswerker, inhoudende het advies om de tbs met voorwaarden om te zetten naar tbs met verpleging van overheidswege;
- het aanvullend advies van 19 februari 2025 van het [organisatie 2] , opgemaakt door [C] , reclasseringswerker, inhoudende een toelichting op de laatste stand van zaken ontvangen vanuit Divisie Individuele Zaken (DIZ), afdeling klinische plaatsingen.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- mr. A. Lohuis, officier van justitie;
- betrokkene;
- mr. F.S. Baardman, raadsvrouw;
- [C] , deskundige.
3.Het standpunt van de reclassering
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
- wijst toe de vordering tot omzetting van de tbs met voorwaarden in tbs met verpleging van overheidswege;
- beveelt dat [betrokkene] van overheidswege zal worden verpleegd.