ECLI:NL:RBMNE:2025:1011

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
UTR 24/6409
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang

Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had op 11 oktober 2024 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder. Verweerder heeft op 31 oktober 2024 aan eiser medegedeeld dat hij de naheffingsaanslag niet langer zal handhaven en deze uit coulance zal vernietigen. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is.

De rechtbank overweegt dat verweerder volledig aan de bezwaargronden van eiser tegemoet is gekomen, waardoor het geschil tussen eiser en verweerder niet meer bestaat. Aangezien er geen procesbelang meer is, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft verzocht om vergoeding van de tijd die hij aan de procedure heeft besteed, maar de rechtbank oordeelt dat deze kosten niet onder de vergoedingen vallen die zijn opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Desondanks heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- aan hem moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6409

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 februari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 11 oktober 2024 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder.
Verweerder heeft op 31 oktober 2024 aan eiser medegedeeld dat hij de naheffingsaanslag waartegen beroep was ingesteld niet langer zal handhaven en uit coulance zal vernietigen.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Bij brief van 31 oktober 2024 heeft verweerder aan eiser medegedeeld dat hij tegemoetkomt aan de bezwaargronden van eiser en de naheffingsaanslag niet meer zal handhaven en zal vernietigen.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder volledig aan eiser zijn bezwaar tegemoet is gekomen. Het geschil tussen eiser en verweerder houdt daardoor op te bestaan. Aangezien niet is gebleken van enig belang bij vernietiging van het bestreden besluit, moet het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Eiser heeft verzocht om vergoeding van de tijd die hij aan deze procedure heeft besteed. Deze kosten vallen echter niet onder de vergoedingen die zijn opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Van een vergoeding is dus geen sprake.
5. Omdat verweerder aan het beroep is tegemoetgekomen, ziet de rechtbank wel aanleiding te bepalen dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- aan hem vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiser heeft betaald moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.