Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats] , vastgesteld. De beslissing over de definitieve zorgregeling heeft de rechtbank aangehouden in afwachting van een raadsonderzoek. De rechtbank heeft daarnaast beslist dat de vader een bedrag van € 190,00 per maand aan kinderalimentatie aan de moeder moet betalen. In de provisionele voorziening met zaaknummer C/16/568044 / FL RK 23-1235 heeft de rechtbank het verzoek van de vader afgewezen.
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad, van 28 maart 2024;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken met bijlagen van de vader, binnengekomen op 14 januari 2025;
- het rapport van de Raad van 14 januari 2025.
- het verzoek met bijlagen van de GI, binnengekomen op 23 oktober 2024
- het verweerschrift van 13 januari 2025 van de moeder
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van 14 januari 2025 van de vader.
- het verzoek tot bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing met bijlagen van de GI, binnengekomen op 6 december 2024;
- het verweerschrift van 13 januari 2025 van de moeder;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van 14 januari 2025 van de vader.
- de vader, bijgestaan door mr. Dijkstra;
- de moeder, bijgestaan door mr. Ton;
- [A.] namens de Raad;
- [B.] namens de GI.
2.Waar de procedure over gaat
3.De beoordeling
4.De beslissing
drie maanden, in afwachting van het verloop van de ondertoezichtstelling en de resultaten van de hulpverlening, met het verzoek aan de advocaten om tijdig voor die datum te laten weten:
- of meer uitstel nodig is en zo ja, voor hoe lang;
- of een nieuwe zitting nodig is;
- of de rechtbank een beslissing kan nemen zonder nieuwe zitting;