Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2025 in de zaak tussen
[eiseres] en [eiser], uit [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
beschikken over een parkeervoorziening op eigen terrein voor meerdere voertuigen. Volgens eisers klopt dit niet, omdat zij slechts beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein voor één auto.
Nadere regel uitgifte parkeervergunningen en garageplaatsen gemeente Utrecht(de beleidsregel). Daarin staat dat het college adressen kan aanwijzen waar bewoners niet in aanmerking komen voor een eerste of volgende parkeervergunning. Het college plaatst die adressen op de zogeheten
Adressenlijst. Dat mag het college alleen in bepaalde gevallen, zoals in het geval dat er een gezamenlijke parkeervoorziening op eigen terrein is waar voldoende ruimte is voor het parkeren van eerste en/of volgende auto’s. [2] Het college heeft de [straat] waar eisers wonen aangewezen en opgenomen op de
Adressenlijst, waardoor voor dat adres geen parkeervergunning kan worden verleend.
eerste en/of volgende auto’s. Daar is in het geval van eisers aan voldaan, want zij kunnen hun eerste auto op de gezamenlijke parkeerplaats kwijt. De conclusie is daarom dat het college op basis van haar beleid het adres van eisers mag uitsluiten van een parkeervergunning. De beroepsgrond slaagt dus niet.