In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure over de aansprakelijkheid van de Provincie Flevoland en de Staat der Nederlanden. De eiser, een professioneel wielrenner, is op 16 juni 2020 ten val gekomen op breukstenen naast een fietspad op de Houtribdijk. Hij stelt de Provincie en de Staat aansprakelijk, omdat hij meent dat de inrichting van het fietspad en de berm niet voldeed aan de geldende normen. De rechtbank heeft de vordering van de eiser afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat het fietspad of de berm gebrekkig was. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de CROW-richtlijnen en de omstandigheden van het ongeval. De rechtbank concludeert dat de kans op een ongeval klein is en dat de inrichting van het fietspad niet in strijd is met de CROW-richtlijnen. De eiser heeft bovendien verkeersregels overtreden, wat bijdraagt aan de conclusie dat de wegbeheerder niet aansprakelijk is. De eiser is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.