ECLI:NL:RBMNE:2025:1212
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eerstejaars Ziektewetbeoordeling en de rol van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiser, werkzaam als customer care medewerker, zich op 19 september 2022 ziekgemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 12 maart 2024 besloten dat eiser per 13 april 2024 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer kan verdienen dan 65% van zijn eerdere loon. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit in de beslissing op bezwaar van 22 juli 2024 gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 4 februari 2025 door de rechtbank is behandeld. De rechtbank heeft besloten dat het Uwv terecht heeft gehandeld en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De rechtbank benadrukt dat de rapporten van de verzekeringsarts aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen en dat eiser niet voldoende medische onderbouwing heeft geleverd om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de arbeidsdeskundige niet zelf de medische beoordeling kan aanvullen en dat de geselecteerde functies niet onzorgvuldig zijn gekozen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van het Uwv in stand blijft en eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of proceskosten.