ECLI:NL:RBMNE:2025:1368
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging in verband met wilsbekwaam verzet
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot zorgmachtiging. De rechtbank had eerder, op 14 februari 2025, de behandeling van het verzoek aangehouden in afwachting van een aanvullende medische verklaring over de wilsbekwaamheid van de betrokkene, geboren in 1951 en verblijvend bij GGZ Centraal. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2025 zijn de betrokkene, haar zus, haar echtgenoot en een psychiater gehoord. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek, omdat de betrokkene wilsbekwaam is ten aanzien van medicatie en bereid is om vrijwillig mee te werken aan ambulante zorg. De psychiater was het daarentegen niet mee eens en pleitte voor toewijzing van de zorgmachtiging, omdat hij een psychotisch beeld bij de betrokkene constateerde en vreesde voor ontregeling zonder medicatie. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene wilsbekwaam is voor medicatie, maar dat er geen acuut levensgevaar of ernstig risico voor anderen is. Daarom werd het verzet van de betrokkene gehonoreerd en het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en op schrift gesteld op dezelfde dag.