4.3Het oordeel van de rechtbank
feit 1 en 7 primair –Grooming [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
Uit het dossier en het verhandelde ter zitting volgt dat verdachte [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] wilde ontmoeten voor het plegen van seksuele handelingen en werd door hem gezinspeeld op een daadwerkelijke ontmoeting. Uiteindelijk is het in beide gevallen niet tot een ontmoeting gekomen. [slachtoffer 3] wilde dat niet en heeft dat ook gezegd. Door het ingrijpen van de moeder van [slachtoffer 2] zijn de chatgesprekken met [slachtoffer 2] gestopt. De rechtbank kan ook niet vaststellen dat verdachte concrete uitvoeringshandelingen heeft verricht, gericht op een ontmoeting met [slachtoffer 2] of [slachtoffer 3] . De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 en 7 primair ten laste gelegde. De gedragingen van verdachte leveren wel een poging tot grooming op en dat is evengoed strafbaar. De bewijsmiddelen waaruit dit volgt worden hierna besproken.
Wettig en overtuigend te bewijzen
feit 1, subsidiair –Poging grooming [slachtoffer 2]
Het feit is door verdachte begaan. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 maart 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2024, genummerd PL1100-2024140666-7, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland, houdende contact met de moeder van [slachtoffer 2] en een bijlage met screenshots van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 301 042 e.v.
feit 2 –Seksueel corrumperen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2 tenlastegelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 maart 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2024, genummerd PL1100-2024140666-11, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland, houdende onderzoek aan de inbeslaggenomen telefoon van [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 301 079 e.v.;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2024, genummerd 19741942, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland, houdende het studioverhoor van [slachtoffer 2] waarin zij aangeeft dat zij tegen verdachte heeft gezegd dat zij 10 jaar oud was, doorgenummerde pagina 301 018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 7 augustus 2024, genummerd MDRBC24082-99, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende onderzoek aan de inbeslaggenomen telefoon van verdachte ten aanzien van chatcontact met [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 315 001 e.v.;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2024, genummerd PL0900-2024311069, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 3] waarin zij aangeeft dat zij tegen verdachte heeft gezegd dat zij 14 jaar oud was, doorgenummerde pagina 315 020.
feiten 3, 4 en 8– Vervaardigen, verwerven en bezit kinderporno en bezit dierenporno
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 3, 4 en 8 tenlastegelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 maart 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 30 juli 2024, genummerd MDRBC24082-63, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een beschrijving van foto’s en video’s waarop kinder- en dierenporno te zien is, doorgenummerde pagina 1 1079 e.v.;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2025, genummerd JM291, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aanvulling op het beschrijvingspv MDRBC24082-63, doorgenummerde pagina 1 1118 e.v.
Tenlastegelegde periode feit 4
Voor wat betreft de tenlastegelegde periode volgt uit het proces-verbaal ‘Beschrijving kinderpornografisch materiaal’ (doorgenummerde pagina 1 1081 en1082) dat het uitkijksysteem voor de kinderpornografie geen aanmaakdata toonde, maar wel een datum dat het bestand voor het laatst is weggeschreven in de map, de zogenaamde Last Write Time. Deze periode betreft 25 maart 2022 tot en met 28 juni 2024. Het gaat hierbij om kinderpornografische foto’s en video’s van de geïdentificeerde meisjes en meisjes waarvan de identiteit op dat moment nog niet was achterhaald.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande de tenlastegelegde periode wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Gewoonte feiten 3 en 4
Verdachte heeft gedurende een langere periode een aantal afbeeldingen en filmpjes met kinderpornografisch materiaal vervaardigd en verworven. Alhoewel het totaal aan afbeeldingen en filmpjes een relatief laag aantal betreft, ziet de rechtbank in het handelen van verdachte wel de tenlastegelegde ‘maken van een gewoonte’. Verdachte vroeg in aangetroffen chats al snel om beeldmateriaal (filmpjes en foto’s), had tegelijkertijd seksueel contact met meerdere meisjes en heeft ter zitting verklaard dat hij van alles op zijn telefoon schermafbeeldingen- en opnames maakte. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande de tenlastegelegde gewoonte wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Handelingen en vindplaatsen feit 3
De rechtbank heeft geconstateerd dat onder feit 3 de handelingen niet altijd corresponderen met de daaronder aangegeven vindplaatsen in het dossier. De rechtbank zal deze kennelijke misslag verbeterd lezen door eerst uit te gaan van alle beschreven feitelijke handelingen en daarna van alle opgesomde vindplaatsen.
feit 5 -Seksueel binnendringen [slachtoffer 2]
1. Uit een
proces-verbaal van bevindingen‘Beschrijving kinderpornografisch materiaal’ volgt onder meer het volgende, zakelijk weer:
Hierop zijn de blote borsten van [slachtoffer 2] (met soms ook haar gezicht in beeld) in beeld gebracht die zij ook betast en tevens is een blote vagina zichtbaar, waarbij de vagina ook betast en gepenetreerd wordt door (vermoedelijk) haar vingers.
2. Uit de
bijlagemet screenshots van Snapchatgesprekken van een proces-verbaal van bevindingen volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Wil je tietjes wel zien knapperd.
Laat ze allebei eens zien, doe je shirtje eens uit.
En hoe ziet je kutje eruit knapperd.
Durf je ook met je benen wijd zodat ik goed je kutje in kan kijken.
Wil je wel zien met 1 of 2 vingers in je kutje lieverd.
Oeff, kun je er nog 1 malen...dat was geil zeg Kun je niet snel je broekje uitdoen en een filmpje maken terwijl je met je benen wijd ligt.
Mag ik dan nog wel een filmpje van je blote tietjes en dat je aan je tepeltjes voelt
3. De
verklaring van verdachteter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op verzoek van mij heeft [slachtoffer 2] haar vagina met haar vingers gepenetreerd en aan haar tepels gezeten, dit gefilmd en op verzoek van mij naar mij opgestuurd.
Bewijsoverweging
Van het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht kan ook sprake zijn als geen lichamelijke aanraking tussen verdachte en het slachtoffer heeft plaatsgevonden.Of in een dergelijk geval de gedragingen van verdachte het dwingen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij is relevant in hoeverre tussen verdachte en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden.
De rechtbank is van oordeel dat uit de Snapchatgesprekken volgt dat er relevante interactie is geweest tussen verdachte en [slachtoffer 2] . Verdachte geeft duidelijke instructies aan [slachtoffer 2] over welke seksuele handelingen zij bij zichzelf moet verrichten, waaronder ook het penetreren van de vagina met haar vingers. In reactie op de expliciete seksuele verzoeken stuurt [slachtoffer 2] verdachte foto’s en video’s, terwijl zij de verzochte handelingen bij zichzelf verricht. Daarbij moedigt verdachte [slachtoffer 2] aan en geeft hij haar complimenten. De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 5 tenlastegelegde misbruik van [slachtoffer 2] , inclusief het seksueel binnendringen.
feit 6 –Seksueel binnendringen [slachtoffer 3]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 6 tenlastegelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 maart 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2025, genummerd JM291, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aanvulling op het beschrijvingspv MDRBC24082-63 met een beschrijving van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen van ‘ [Snapchat naam slachtoffer 3] ’, doorgenummerde pagina 1 1118 e.v.een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2024, genummerd MDRBC24082-228, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een getuige verklaring van [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 315 025.
feit 7, subsidiair –Poging grooming [slachtoffer 3]
4. In een proces-verbaal van bevindingen heeft verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij de eenheid Midden-Nederland het volgende op ambtseed gerelateerd (pagina 315001 e.v.)
Op woensdag 7 augustus 2024 heb ik onderzoek verricht naar de in beslag genomen telefoon, Galaxy S24 Ultra van de verdachte [verdachte] . In de telefoon zat een simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] . In de telefoon is de applicatie van Snapchat opgeslagen. De eigenaar van de telefoon is
eigenaar van het Snapchataccount [Snapchataccount verdachte]
[hierna: [Snapchataccount verdachte] ]. Bij het Snapchataccount van [Snapchataccount verdachte] staat het telefoonnummer [telefoonnummer] vermeld. Middels een aanvraag 126na CIOT blijkt dat het telefoonnummer op naam staat van [verdachte] .
In de telefoon staat een Snapchat-gesprek opgeslagen met [Snapchat naam slachtoffer 3] die als gebruikersnaam [Snapchat gebruikersnaam slachtoffer 3] heeft.
Het Snapchat-gesprek tussen [Snapchat naam slachtoffer 3] en [verdachte] begint op 14 juli 2023
en eindigt op 4 juni 2024.
Verder komt uit onderzoek naar voren dat er 8 (acht) video’s van chatgesprekken tussen [verdachte] en [Snapchat naam slachtoffer 3] zijn aangetroffen. De schermopnames zijn op verschillende tijdstippen opgenomen.
Het navolgende is op de video’s te zien:
Opgenomen op 08-05-2024 Filmpje van grijze badkamertegels en een paar blote voeten. In het scherm is te zien dat verdachte [verdachte] [Snapchat naam slachtoffer 3] belt. [Snapchat naam slachtoffer 3]
neemt op en er volgt een videogesprek. In het kleine scherm is een stijf geslachtsdeel van een man te zien met een hand die dit aftrekt. Op het grote scherm is eerst een bed te zien met een roze knuffeltje erop en daarna het naakte onderlijf van een meisje. Ook de vagina van het meisje is te zien. De hand van het meisje houdt een haarborstel vast, waarmee zij haar vagina penetreert. Hierbij beweegt zij het handvat van de haarborstel in en uit haar vagina.
Opgenomen op 01-08-2023.Filmpje dat begint met het scherm met de gebruikersgegevens van [Snapchat naam slachtoffer 3] . Onder het onderwerp ‘opgeslagen in chat’ zijn
vier animatieplaatjes te zien van twee mensen die seks hebben in verschillende posities. Daarna is de galerij van het gesprek met [Snapchat naam slachtoffer 3] weer te zien. Er wordt een foto geopend van een meisje dat onder een deken ligt en haar topje en de deken onder haar borsten heeft, waardoor haar ontblote borsten te zien zijn. Daarna een foto van een meisje dat onder een deken ligt en de deken onder haar borsten heeft en haar topje boven haar borsten, waardoor haar ontblote borsten te zien zijn.
5. In een proces-verbaal van bevindingen van 10 september 2024 heeft verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de eenheid Midden-Nederland Middels, het volgende op ambtseed gerelateerd (pagina 315009 en 315010).
Middels een vordering verstrekking gebruiker gegevens ex art 126na Wetboek
van Strafvordering, zijn de achterliggende identificerende gegevens van [Snapchat gebruikersnaam slachtoffer 3] opgevraagd.
Uit de ontvangen gegevens kwam naar voren dat aan het Snapchat-account, met de
gebruikersnaam “ [Snapchat gebruikersnaam slachtoffer 3] “. Een IP-adres was gelinkt. Op basis van dit lp -adres is middels een vordering verstrekking gebruiker gegevens ex art 126na lid 1 Wetboek van Strafvordering de naam , adres woongegevens verkregen.
Op basis van dit telefoonnummer alsmede onderzoek in de Basis de Basis Registratie Personen en de politiesystemen, is voorts slachtoffer [slachtoffer 3] [2009] geïdentificeerd.
6. [slachtoffer 3] heeft volgens een
proces-verbaal van bevindingenonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
We hadden het snapchat account “ [Snapchat gebruikersnaam slachtoffer 3] ”aangetroffen.
V: Wat kan je daarover vertellen.?
A: Die had ik aangemaakt omdat ik dacht dat het misschien handiger was dan mijn echte naam.
Hij begon wel toen hij mij toevoegde alsof hij mij al een paar jaar kende. Hij stelde vragen. Hij vroeg ook om foto’s. Van mijn geslachtsdelen. En toen had ik het een keer gestuurd. Van de bovenkant van mijn lichaam. Zonder kleren.
V: Heeft hij ook wel eens wat naar jou gestuurd van zichzelf?
A: Maar 1 keer volgens mij. Ook van zijn geslachtsdelen. Het was volgens mij in een badkamer.
V: En hoe oud heb jij gezegd dat je was ?
A: Gewoon mijn leeftijd, veertien.
V: Is er ooit weleens sprake geweest over met elkaar afspreken?
A: Hij heeft wel een paar keer gevraagd dat hij naar mij wou, dat hij naar mij zou komen. Maar ik heb elke keer gezegd dat ik niet wou en dit soort afspreken al te ver ging.
V: Wist hij waar je woonde ?
A: Nee. Hij vroeg wel een paar keer waar ik woonde. Ik zei gewoon dat maakte niet uit en zo en toen heb ik ook gewoon gezegd dat ik ergens anders woon en niet gewoon in (woonplaats X) woon.
V: Zijn er andere dingen die hij van je wilde?
A: Dat hij graag langs wou komen.
V: En wat zei hij daarover dan?. Waar wilde hij dan langskomen ?
A: Hier.
O: Hier thuis.
A: Hij zou een koffertje meenemen, maar ik weet niet wat.
V: Wat zei hij daarover?
A: Ik neem wel iets mee en het is een koffertje. En dan mag ik niet weten wat er in zit.
Zou die bij zijn bed hebben staan.
O: Hij wilde hier langskomen.
V: En waarvoor wilde hij dan langskomen?
O: Hij wilde niet vertellen wat hij met dat koffertje zou gaan doen.
Maar waarvoor wilde hij bij jou langskomen
A: Dat is wat hier staat.
O; [slachtoffer 3] wijst nu op bladzijde 03 van het proces-verbaal van bevindingen, voorzien van de
documentcode MDRBC24082-99, het woord “neuken" aan , welke staat omschreven in de alinea onder punt 1.
O: Wat hij hier verteld. Hij schrijft: “
Oefff heerlijk kutje. Die wil ik wel neuken.”
O: Dus dat bedoel je eigenlijk.
A: Ja. Daarvoor wou die eigenlijk langskomen.
O: Hij had dus aan jou gevraagd, of hij langs mocht komen.
V: Weet je nog hoe vaak hij dat heeft gevraagd?
A: Twee (2) keer.
V: Wilde hij alleen hier langskomen of wilde hij ook nog ergens anders afspreken?
A: Of ik mocht naar hem, of het zou hier zijn.
V: En had hij ook gezegd als hij hier naartoe zou gaan, hoe hij dan zou komen ?
A: Volgens mij met zijn auto.
V: En weetje ook wat voor een auto?
A: Nee. Volgens mij was het wel een blauwe.
V: Waarom denk je dat het een blauw was?
A: Omdat hij een keer een foto van zijn huis had gestuurd. Waar huis woonde . En dat er een blauw auto op de inrit stond.
7. De
verklaring van verdachteter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij hoe ik op snapchat accounts van jonge meisjes terecht kom. Op Snapchat zijn mapjes en ik heb gewoon meisjes toegevoegd.
U houdt mij de volgende tekst uit het verhoor van [slachtoffer 3] voor (pagina 315 026):
Oefff heerlijk kutje heb je. Die wil ik wel neuken.
Ik heb dat inderdaad tegen haar gezegd en gezegd dat ik met haar wilde afspreken. Ik wist dat zij minderjarig was.
feit 9 –Versturen van pornografische afbeeldingen naar minderjarigen
Verdachte heeft bekend dat hij kinderpornografische afbeeldingen naar meerdere minderjarige meisjes heeft gestuurd De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit, maar wel aangevoerd dat dit feit ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] niet kan worden bewezen. Omdat ten aanzien van de overige meisjes geen verweer is gevoerd, volstaat de rechtbank met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen en overwegingen:
- de bekennende
verklaring van verdachteter terechtzitting van 21 maart 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
Partiële vrijspraak ten aanzien van [slachtoffer 4]
Uit het chatgesprek tussen verdachte en [slachtoffer 4] volgt dat er afbeeldingen door verdachte naar [slachtoffer 4] zijn gestuurd en het gesprek seksueel getint was. De teksten en gebruikte emoticons doen weliswaar vermoeden dat verdachte een pornografische afbeelding naar [slachtoffer 4] heeft verstuurd, maar de rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van het sturen van dergelijke afbeeldingen naar [slachtoffer 4] vrijspreken.
Bewijsoverweging ten aanzien van [slachtoffer 1]
Ten aanzien van [slachtoffer 1] heeft verdachte ontkend dat hij wist dat zij onder de 16 jaar was. [slachtoffer 1] heeft aan verdachte chatberichten gestuurd over baantjes (vakkenvullen en oppassen). Het is algemeen bekend dat voornamelijk jonge meisjes dit soort werk doen. Bovendien stuurde verdachte aan [slachtoffer 1] dat hij zin had om haar een hoop te leren (op seksueel gebied, blijkt uit de context) en dat hij het snapt dat dit een beetje spannend is voor haar. Hieruit volgt dat verdachte zich bewust is van een leeftijdsverschil tussen hem en [slachtoffer 1] . Het had op de weg gelegen van verdachte om de leeftijd van [slachtoffer 1] te checken, maar hij heeft dit niet gedaan. Om deze redenen had verdachte naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst redelijkerwijs kunnen vermoeden dat [slachtoffer 1] jonger dan 16 jaar was.