Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[verweerster] ,
ONDERLINGE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ SOM U.A.,
1.De procedure
- het verzoekschrift van 10 januari 2025, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- aanvullende productie 6 en 7 van [verzoekster] ;
- aanvullende productie 8 van [verzoekster] ;
- de mondelinge behandeling van 11 maart 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De kern van de zaak
4.De beoordeling
‘we hebben het samen veroorzaakt’, en bij de vraag wie naar haar mening schuldig is en waarom
‘onduidelijk, beide verantwoordelijk denken we’. Dat [verzoekster] en [verweerster] het ongeluk samen zouden hebben veroorzaakt is in het normale spraakgebruik geen rare gedachte: als [verweerster] daar niet had gefietst, was [verzoekster] niet gevallen. Dat betekent echter niet dat [verweerster] ook aansprakelijk is. Dat blijkt ook wel uit het tweede antwoord: het is voor [verweerster] nog onduidelijk wie schuldig is, en zij noteert daarbij niet meer dan een gedachte over hoe het zit. Van een erkenning van aansprakelijkheid is dus geen sprake.