Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 april 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en twee gedaagden, die de ouders zijn van een minderjarige. De eiser, een eigenaar van oldtimers, heeft de ouders aansprakelijk gesteld voor de schade die hun zoon heeft veroorzaakt door inbraak en vernieling van zijn voertuigen. De feiten van de zaak zijn als volgt: tussen 15 en 20 juli 2023 heeft een groep kinderen ingebroken in een opslagruimte van de eiser, waarbij twee oldtimers, een Peugeot 205 en een Austin 3000, zijn vernield. De schade aan de voertuigen bedraagt in totaal € 15.324,29. De ouders hebben in hun conclusie van antwoord aangegeven bereid te zijn de hoofdsom te betalen, maar zijn het niet eens met de bijkomende kosten, omdat zij nooit eerder brieven van de eiser hebben ontvangen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ouders als wettelijk vertegenwoordigers aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door hun zoon. De eiser heeft recht op de hoofdsom van € 2.182,65, de buitengerechtelijke incassokosten van € 327,40 en de proceskosten. De kantonrechter heeft de ouders hoofdelijk veroordeeld tot betaling van deze bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de mogelijkheid voor de ouders om een betalingsregeling te treffen besproken, maar dit kan alleen in overleg met de eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.