Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- 22 november 2023: de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- 8 februari 2024: de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5,
- 25 maart 2025: de mondelinge behandeling, gehouden in aanwezigheid van partijen en
2.De feiten
- aan de vrouw worden toegedeeld de voormalige echtelijke woning aan de [adres] te [plaats 2] , met de daaraan gekoppelde hypotheek en het saldo op een bankrekening;
- aan de man worden toegedeeld een stuk grond in de stad [plaats 1] , Turkije, een vijftal grafrechten en het saldo op een andere bankrekening.
- de man is ter zake van de auto met € 5.000,- gecompenseerd;
- de man is uit hoofde van de verdeling wegens overbedeling € 280,- aan de vrouw verschuldigd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
met een vrijwillig en gezamenlijk besluit van de partijen’.Dit convenant is, zoals de vrouw onbetwist heeft gesteld, door de Turkse advocaat van de man opgesteld. De man wist dus van de overdracht, ook al op 28 oktober 2022. Dat de man het Turkse convenant zoals hij stelt in vertrouwen heeft getekend, zonder het te lezen, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Overigens betekent dat nog niet dat de man niet bekend was met de inhoud. Zijn eigen advocaat heeft het convenant opgesteld. Naar aangenomen mag worden heeft die advocaat dat heeft gedaan in overleg met en op aanwijzen van de man.