Op 1 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De kinderrechter heeft eerder op 8 oktober 2024 de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 10 oktober 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 10 april 2025. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar, omdat de thuissituatie van de moeder onveilig is en zij niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar een eventuele thuisplaatsing. Tijdens de zitting op 1 april 2025 was de moeder niet aanwezig, terwijl zij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel in een begeleid wonen plek verblijft waar zij het naar haar zin heeft en dat het in haar belang is om daar te blijven wonen. De kinderrechter heeft daarom de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 10 oktober 2025 en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.