Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde de eiseres, een vennootschap onder firma die ethisch geproduceerde kinderkleding verkoopt, schadevergoeding van de gedaagde, een commanditaire vennootschap, naar aanleiding van een inbraak in de gehuurde bedrijfsruimte. De inbraak vond plaats in de nacht van 23 op 24 februari 2024, waarbij inbrekers goederen ter waarde van € 68.682,10 hebben gestolen. Eiseres stelde dat gedaagde aansprakelijk was voor de schade omdat er geen slagboom aanwezig was op het terrein en de beveiligingscamera's van onvoldoende kwaliteit waren. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen, omdat er geen causaal verband kon worden aangetoond tussen de afwezigheid van de slagboom en de schade. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de slagboom mogelijk een afschrikwekkende werking zou hebben gehad, dit niet voldoende was om te concluderen dat de inbraak had kunnen worden voorkomen. Daarnaast werd gesteld dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor de kwaliteit van de beveiligingscamera's. De rechter concludeerde dat het causaal verband tussen de gestelde tekortkoming en de schade ontbrak, waardoor de vordering werd afgewezen. Eiseres werd ook veroordeeld in de proceskosten van € 1.765,00.