Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2025 in de zaak tussen
[eiser ] en [eiseres] , uit [plaats 1] , eisers,
Procesverloop
Overwegingen
- [adres 3] in [plaats 2] , verkocht op 1 mei 2021 voor € 2.000.000,-;
- [adres 4] in [plaats 2] , verkocht op 31 mei 2021 voor € 1.445.000,-;
- [adres 5] in [plaats 2] , verkocht op 19 april 2021 voor € 2.050.000,-;
- [adres 6] in [plaats 2] , verkocht op 22 april 2021 voor € 1.850.000,-;
- [adres 7] in [plaats 1] , verkocht op 9 december 2021 voor € 1.826.000,-.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- stelt de waarde van de woning voor het belastingjaar 2023 vast op € 2.644.000,- en bepaalt dat de heffingsambtenaar de aanslag onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing dienovereenkomstig vermindert;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eisers te vergoeden.
mr. M.A. Barmentlo, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 april 2025.