Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de vader en zijn advocaat;
- de moeder en haar advocaat;
- [A] en [B] , vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2024 in de gemeente [gemeente] .
- de moeder voorlopig te verbieden, totdat in de bodemprocedure is beslist, met [minderjarige] te verhuizen buiten [plaats 1] , althans naar een plek verder dan een straal van 15 kilometer rond [plaats 1] ;
- te bepalen dat [minderjarige] aan de vader wordt toevertrouwd en dat er tussen de moeder en [minderjarige] een zorgregeling zal gelden, waarbij [minderjarige] :
- de moeder te bevelen om binnen drie maanden na afgifte van de door de rechtbank te wijzen beschikking terug te verhuizen naar [plaats 1] , althans een plek in een straal van maximaal 15 kilometer rond [plaats 1] , gemeente [gemeente] en daarbij te bepalen dat in deze periode van drie maanden [minderjarige] aan de vader zal worden toevertrouwd en dat er tussen de moeder en [minderjarige] een zorgregeling zal gelden van zondag 17.00 uur tot dinsdag 17.00 uur welke regeling wordt uitgevoerd in de woning van de man;
- te bepalen dat indien de moeder niet binnen drie maanden terugverhuist naar [plaats 1] , althans naar een plek in een straal van maximaal 15 kilometer rond [plaats 1] , [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats bij de vader zal hebben en dat er dan een zorgregeling met de moeder zal gelden welke concreet inhoudt dat [minderjarige] wekelijks op zondag van
- de moeder te verbieden met [minderjarige] te verhuizen buiten [plaats 1] , althans naar een plek verder dan een straal van 15 kilometer rond [plaats 1] ;
- te bepalen dat [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats bij de vader heeft en dat tussen de moeder en [minderjarige] een zorgregeling wordt vastgesteld, waarbij [minderjarige] :
- aan haar vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige] naar [plaats 2] te verhuizen;
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de moeder te bepalen;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] wekelijks bij de vader verblijft van vrijdag 16.00 uur tot zondag 16.00 uur, alsook gedurende de helft van de vakantie- feestdagen, dit laatste in onderling overleg nader te bepalen.