ECLI:NL:RBMNE:2025:1774

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
11626721
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot huurwoning voor dringende renovatiewerkzaamheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, op 17 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting GoedeStede en een gedaagde partij die niet is verschenen. GoedeStede vordert toegang tot de woning van de gedaagde voor het uitvoeren van dringende renovatiewerkzaamheden. De gedaagde is opgeroepen voor de zitting van 16 april 2025, maar is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisvermeerdering van GoedeStede te laat is betekend en daarom buiten beschouwing wordt gelaten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor GoedeStede, aangezien de renovatiewerkzaamheden noodzakelijk zijn en al zijn ingepland. De vordering van GoedeStede om de gedaagde te veroordelen tot medewerking aan de werkzaamheden is toegewezen. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 957,47, inclusief wettelijke rente indien deze niet tijdig wordt betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11626721 \ MV EXPL 25-57
Vonnis van 17 april 2025
in de zaak van
WONINGSTICHTING GOEDESTEDE,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: GoedeStede,
gemachtigde: mr. T. Mulder,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 april 2025 met producties 1-26;
- de akte van GoedeStede met productie 27;
- de akte vermeerdering van eis van GoedeStede;
- het exploot van betekening van de akte vermeerdering van eis;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
GoedeStede verhuurt een woning aan [gedaagde] . In die woning moeten dringende en renovatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. GoedeStede wil daarom toegang tot de woning. [gedaagde] heeft daar niet aan meegewerkt. In deze procedure vordert GoedeStede dat [gedaagde] wordt veroordeeld om medewerking te verlenen. [gedaagde] is niet verschenen op de zitting van 16 april 2025. Tegen hem is daarom verstek verleend. Dat betekent dat de vorderingen worden toegewezen, tenzij de kantonrechter vindt dat deze onrechtmatig of ongegrond zijn.

3.De beoordeling

Tegen [gedaagde] wordt verstek verleend
3.1.
[gedaagde] is op 16 april 2025 niet op de mondelinge behandeling verschenen. Uit de dagvaarding is gebleken dat hij correct voor de zitting is opgeroepen. Tegen hem is daarom verstek verleend.
De vermeerdering van eis wordt buiten beschouwing gelaten
3.2.
Voorafgaand aan de zitting van 16 april 2025 heeft GoedeStede een akte houdende eisvermeerdering ingediend, die bij exploot van 15 april 2025 aan [gedaagde] is betekend. [gedaagde] is niet verschenen. Op grond van artikel 130 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is een eisvermeerdering uitgesloten als gedaagde niet in het geding is verschenen, tenzij deze tijdig bij exploot conform artikel 120 lid 3 Rv aan gedaagde kenbaar is gemaakt. In artikel 120 lid 3 Rv staat dat voor het uitbrengen van de voor de dagvaarding voorgeschreven termijn in acht moet worden genomen. In deze zaak geldt de normale dagvaardingstermijn van een week (artikel 114 Rv). Omdat de akte eisvermeerdering één dag voor de zitting is betekend, is dit te laat. De eisvermeerdering zal daarom in dit kort geding buiten beschouwing worden gelaten.
GoedeStede heeft een spoedeisend belang
3.3.
Van een spoedeisend belang van GoedeStede bij haar vorderingen is voldoende gebleken, nu onweersproken vaststaat dat zij dringende en renovatiewerkzaamheden aan de aan [gedaagde] verhuurde woning moet uitvoeren, welke werkzaamheden ook al zijn ingepland.
[gedaagde] moet medewerking verlenen aan de werkzaamheden in de woning
3.4.
De vordering van GoedeStede om [gedaagde] te veroordelen om – kort gezegd – medewerking te verlenen aan de werkzaamheden in de woning komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van GoedeStede worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
144,47
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
957,47
3.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis toegang tot zijn woning aan de [adres] te [plaats] te verschaffen aan medewerkers van GoedeStede dan wel door GoedeStede ingeschakelde derden voor de uitvoering van de volgende dringende werkzaamheden:
  • het keuren en herstellen van alle installaties (verwarming, elektra, water);
  • het vervangen van de badkamerdeur;
  • het vervangen van de kozijnen aan de voor- en achterzijde van de woning;
  • het vervangen van de dakramen;
  • het aanpassen van de voordeur;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis toegang tot zijn woning aan de [adres] te [plaats] te verschaffen aan medewerkers van GoedeStede dan wel door GoedeStede ingeschakelde derden voor de uitvoering van de volgende renovatiewerkzaamheden in en aan de woning:
  • het vernieuwen van de mechanische ventilatie;
  • het vervangen/uitbreiden van de meterkast in verband met zonnepanelen;
  • het plaatsen van zonnepanelen of het dak;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 957,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op
17 april 2025.
45353