ECLI:NL:RBMNE:2025:1794

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
11416774
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto aan een consument door een autohandelaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument en een autohandelaar over de koop van een tweedehands auto, een Range Rover. De eiser, een consument, had de auto in december 2023 gekocht en ondervond al snel na de aankoop verschillende gebreken. Ondanks herhaalde reparaties door de gedaagde, de autohandelaar, bleven de problemen aan de auto bestaan, wat leidde tot de eis van de consument om de koopovereenkomst te ontbinden en terugbetaling van de koopprijs. De kantonrechter oordeelde dat de eiser als consument moet worden aangemerkt, ondanks dat hij ook als autohandelaar opereert. De rechter stelde vast dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die de consument mocht hebben, gezien de gebreken die zich kort na de aankoop openbaarden. De kantonrechter ontbond de overeenkomst en veroordeelde de gedaagde tot terugbetaling van € 25.000,00 aan de eiser, evenals de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de bescherming die consumenten genieten bij de aankoop van goederen, zelfs wanneer zij ook als professionele kopers optreden.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11416774 \ AC EXPL 24-2882
Vonnis van 23 april 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: CW en Partners B.V.,
tegen
de besloten vennootschap
[gedaagde] BV,mede handelend onder de naam
[handelsnaam] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. Witvoet.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met zeven producties
- de conclusie van antwoord met vijf producties
- ( akte op conclusie van antwoord met productie A tot en met E)
- brief van 18 maart 2025 van mr. Witvoet met producties 6 tot en met 9
1.2.
Hoewel [gedaagde] zich in haar conclusie van antwoord op het standpunt heeft gesteld dat de dagvaarding nietig is zijn beide partijen verschenen en heeft mr. Witvoet aangegeven dat verweer niet langer te voeren. De kantonrechter kan de zaak daarom gewoon in behandeling nemen.
1.3.
De door [eiser] naar de kantonrechter gestuurde akte op conclusie van antwoord zal niet worden toegelaten. Die akte komt namelijk neer op een verkapte conclusie van repliek die niet is toegestaan en daarom buiten beschouwing zal blijven. De eiswijziging en de overgelegde producties zijn wel toelaatbaar.
1.4.
Op 25 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij is [eiser] verschenen met zijn gemachtigde de heer [A] . Namens [gedaagde] zijn verschenen de heren [B] en [C] (gezamenlijk bevoegd) samen met hun advocaat, mr. J. Witvoet. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] zijn eis gewijzigd zodat nu primair de ontbinding van de overeenkomst wordt gevraagd en subsidiair herstel van de auto. De griffier heeft aantekeningen van de mondelinge behandeling gemaakt.
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van de zaak

De kern van de zaak is de vraag of de Range Rover die [eiser] heeft gekocht voldeed aan de overeenkomst die hij met [gedaagde] had gesloten. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] daarbij als consument heeft gehandeld. Omdat de auto kort na de koop gebreken vertoonde die [gedaagde] niet heeft kunnen herstellen, wordt de koop ontbonden en moet [gedaagde] de koopprijs terugbetalen.

3.Het geschil

3.1.
Deze zaak gaat over een in december 2023 door [eiser] bij [gedaagde] gekochte Range Rover. Het betreft een auto van het bouwjaar 2010 met een kilometerstand van 158.544.
3.2.
[eiser] heeft de Range Rover eind 2023 bij [gedaagde] gezien toen hij daar was in het kader van werkzaamheden voor zijn eenmanszaak [onderneming] . [onderneming] handelt, net als [gedaagde] , in tweedehands auto’s. [eiser] heeft toen gezegd dat hij geïnteresseerd was in de Range Rover om er zelf in te gaan rijden. [eiser] heeft vragen gesteld over het olieverbruik van de auto, het onderhoud van de auto en de aanwezigheid van onderhoudsboekjes. [eiser] heeft ook een proefrit gemaakt. Tijdens de proefrit had [eiser] een aantal klachten. De auto bonkte bij het sturen en het handremlampje brandde. [gedaagde] heeft toegezegd dit voor de levering te verhelpen. [gedaagde] heeft de auto op 30 december 2023 geleverd, zonder onderhoudsboekje. [eiser] heeft € 28.000,00 euro voor de auto betaald, in drie termijnen. Partijen hebben niet nadrukkelijk gesproken over de tenaamstelling van de factuur. De factuur is door [gedaagde] op naam van [onderneming] gesteld en op de factuur staat vermeld dat het om een ‘b2b’ transactie ging. De auto is bij de RDW op naam gesteld van [eiser] .
3.3.
Binnen een paar dagen had [eiser] klachten over de auto. De auto rookte, de vering bonkte en de handremlampjes brandden ook weer. [gedaagde] zegde toe deze klachten te zullen verhelpen. Dit is in maart 2024 gebeurd. Op dat moment bleek de auto ook olie te lekken en is hij ‘geflusht’. In april 2024 deden zich opnieuw problemen voor met de auto. [gedaagde] heeft de auto opnieuw nagekeken en werkzaamheden verricht. Op 18 mei 2024 heeft [eiser] de auto weer opgehaald. Op 30 mei 2024 brandden de lampjes weer en rookte de auto. Eind augustus heeft [gedaagde] de injectoren vervangen, maar 31 augustus brandden de lampjes opnieuw. [gedaagde] heeft aangegeven geen werkzaamheden meer kosteloos te zullen verrichten aan de auto. Niet lang daarna is de auto volledig stilgevallen. De gemachtigde van [eiser] heeft dat bij [gedaagde] gemeld en heeft [gedaagde] gesommeerd om binnen drie werkdagen aan te geven hoe en wanneer zij ervoor zou zorgen dat de auto wel aan de overeenkomst zou voldoen. [gedaagde] heeft hierop laten weten dat er geen garantie op de auto zit.
3.4.
[eiser] vordert in deze procedure primair dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt tot terugbetaling van € 25.000,00 (de aankoopprijs min de afschrijving), subsidiair dat de kantonrechter [gedaagde] beveelt de gebreken te herstellen en meer subsidiair dat [eiser] op kosten van [gedaagde] de auto door een derde mag laten repareren.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] hem een non-conforme auto heeft geleverd, dat wil zeggen een auto die niet voldoet aan wat [eiser] daarvan mocht verwachten. De auto vertoonde kort na aankoop al mankementen. Een deel daarvan was tijdens de proefrit al aanwezig en een deel daarvan was nieuw. De auto is weliswaar gerepareerd, maar de mankementen waren niet verholpen. In het eerste half jaar heeft de auto daardoor maanden bij de garage gestaan en kon [eiser] er maar zeer beperkt in rijden. Rond september 2024 is de auto helemaal stil komen te staan. De auto voldoet daarom niet aan hetgeen [eiser] daarvan als consument mocht verwachten.
3.5.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat de door [eiser] gestelde gebreken, aanwezig of niet, niet kunnen leiden tot de conclusie dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst. Het is een oude, gebruikte auto, met een behoorlijke kilometerstand. Daaraan mag je niet te hoge eisen stellen. [eiser] heeft een proefrit gemaakt en toen ook ervaren dat de auto niet soepel liep. Daarbij stelt [gedaagde] dat [eiser] de auto heeft gekocht als autohandelaar en niet als consument. Hij moet daarom geacht worden een inschatting te kunnen maken van de staat van de auto en de risico’s op mankementen. Ook wanneer [eiser] de auto voor zichzelf zou hebben gekocht, vindt [gedaagde] dat die kennis hem moet worden aangerekend. Consumentenrecht beschermt de onwetende consument, maar [eiser] is niet onwetend, en zou dus ook die bescherming niet moeten krijgen.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of de Range Rover al dan niet aan de tussen partijen gesloten overeenkomst voldoet.
4.2.
De wet biedt aan consumenten een verdergaande bescherming dan wanneer sprake is van een overeenkomst tussen twee professionele partijen. Wanneer een auto wordt gekocht door een consument bepaalt de wet dat wanneer zich binnen een jaar na levering gebreken voordoen, die vermoed worden aanwezig te zijn geweest bij aankoop [1] . Het is dan aan de verkoper om aan te tonen dat dat niet zo is. Dat rechtsvermoeden geldt niet bij een professionele koper. Daarom is eerst de vraag van belang of [eiser] moet worden aangemerkt als consument.
4.3.
Volgens de kantonrechter moet [eiser] in dit geval inderdaad worden aangemerkt als consument. De kantonrechter weegt daarbij mee dat [eiser] nadrukkelijk heeft aangegeven dat hij privé in de auto zou gaan rijden en dat hij er niet mee zou gaan handelen. Dat wordt ook niet betwist door [gedaagde] , zij was daarvan op de hoogte. De auto is op naam van [eiser] gesteld en niet van bedrijfsvoorraad naar bedrijfsvoorraad overgeschreven, hetgeen gebruikelijk is in de autohandel wanneer sprake is van een b2b transactie. Twee van de drie deelbetalingen zijn direct van de privérekening van [eiser] betaald.
4.4.
Dat de factuur op naam van [onderneming] stond met de aanduiding dat het om een b2b transactie ging, weegt de kantonrechter minder zwaar mee. Die factuur is immers eenzijdig opgesteld en niet in overleg met [eiser] . [gedaagde] mocht er niet zomaar van uitgaan dat [eiser] een auto waarin hij privé zou gaan rijden op naam van zijn bedrijf zou zetten. Het argument van [gedaagde] dat [eiser] geen recht zou hebben op consumentenbescherming omdat hij een professionele autohandelaar is gaat volgens de kantonrechter ook niet op. Het begrip ‘consument’ in de zin van de wet is een objectief begrip dat losstaat van de concrete kennis waarover de betrokkene kan beschikken of van de informatie waarover die persoon werkelijk beschikt [2] .
4.5.
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van een jaar na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Dat betekent dat als een gebrek zich voordoet binnen een jaar er in beginsel van uitgegaan wordt dat de auto niet beantwoord aan de overeenkomst, tenzij de verkoper kan aantonen dat daarvan geen sprake was. [gedaagde] stelt dat er geen sprake was van gebreken. Hij erkent dat er ‘mankementen’ waren, maar die kunnen volgens [gedaagde] niet meteen worden aangemerkt als ‘gebreken’.
4.6.
In dit geval hebben zich vrijwel direct na levering problemen voorgedaan, waarna de auto (langdurig) bij de garage heeft gestaan. [gedaagde] heeft meerdere reparaties aan de auto uitgevoerd, maar kort na die reparaties gingen de lampjes weer branden en moest de auto weer terug naar de garage. Daar heeft hij weer enige tijd gestaan voor nog meer reparaties en een paar dagen later ging het lampje ‘luchtvering defect’ weer branden. Volgens [eiser] is de auto daarna stilgevallen en is waarschijnlijk de distributieketting eraf gelopen. Toen [eiser] dat meldde, heeft [gedaagde] laten weten dat er geen garantie op de auto zat en dat zij de auto niet zou herstellen. Natuurlijk kunnen aan een gebruikte auto met een aanzienlijke kilometerstand niet dezelfde eisen worden gesteld als een nieuwe auto, maar in dit geval waren de mankementen wel zodanig dat niet, of niet behoorlijk, met de auto kon worden gereden. Immers, wanneer lampjes gaan branden, is het per definitie niet de bedoeling om zonder enige actie met de auto door te rijden. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de auto niet voldoet aan datgene wat [eiser] daarvan mocht verwachten en zal daarom de overeenkomst tussen partijen ontbinden zoals gevorderd.
4.7.
Ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat er over een weer ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan. Dat wil zeggen dat [gedaagde] de koopprijs (zoals gevorderd minus de afschrijvingskosten) van € 25.000,00 moet terugbetalen aan [eiser] . De kantonrechter zal daarom ook die vordering toewijzen. [eiser] zal op verzoek van [gedaagde] de auto moeten terug leveren, maar omdat daartoe geen vordering is ingesteld zal de kantonrechter daarover in dit vonnis niets bepalen.
4.8.
Nu de primaire vordering wordt toegewezen hoeven de subsidiaire vorderingen niet verder te worden besproken.
4.9.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,61
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.421,61
4.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.11.
Het vonnis zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Dat betekent dat [gedaagde] direct aan het vonnis zal moeten voldoen, ook wanneer er hoger beroep wordt ingesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de in december 2023 tussen partijen gesloten overeenkomst met betrekking tot de Range Rover met kenteken [kenteken] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling (tegen behoorlijk bewijs van kwijting) aan [eiser] van een bedrag van € 25.000,00;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.421,61, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Rijnbout en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025.
184

Voetnoten

1.Artikel 7:18a, tweede lid BW
2.Zie bijvoorbeeld Hof Arnhem-Leeuwarden 4 juli 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5622