Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.De feiten
4.2 The Parties shall not make or publish any disparaging remarks, opinions or views
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2025 een beschikking gegeven in een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor. De verzoeker, een voormalig consultant en statutair bestuurder van een Poolse organisatie, heeft verzocht om getuigen te horen over uitlatingen die door de verweerder, een bestuurder van een andere organisatie, zouden zijn gedaan tijdens een referentiecheck voor een CFO-functie. De verzoeker stelt dat deze uitlatingen in strijd zijn met een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst (VSO) en dat hij hierdoor schade heeft geleden. De verweerder heeft zich verzet tegen het verzoek en betoogd dat het verzoek een 'fishing expedition' is, waarbij te veel getuigen worden opgeroepen zonder dat duidelijk is wat zij kunnen bijdragen aan de zaak. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor gedeeltelijk toewijsbaar is, maar heeft het aantal getuigen beperkt tot vier: de verzoeker zelf, de verweerder, en twee medewerkers van de organisatie van de verzoeker. De rechtbank heeft de overige verzoeken tot het horen van getuigen afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren en als misbruik van bevoegdheid werden gekwalificeerd. De rechtbank heeft tevens een rechter-commissaris benoemd en de procedure voor het getuigenverhoor verder geregeld.