Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de pleitnota van Rabobank.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
€ 178,00(plus eventueel de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft [eiseres] in 2017 een hypothecaire lening afgesloten bij de COÖPERATIEVE RABOBANK U.A. Op 27 februari 2024 heeft Rabobank de bankrelatie met [eiseres] beëindigd en de hypothecaire lening opgezegd, omdat [eiseres] onvoldoende informatie heeft verstrekt over bepaalde transacties. [Eiseres] betwist de rechtmatigheid van deze opzegging. De voorzieningenrechter heeft op 13 februari 2025 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen hun pleitnota's hebben voorgedragen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Rabobank, gezien de omstandigheden, gerechtigd was om de bankrelatie te beëindigen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Rabobank herhaaldelijk om verduidelijking heeft gevraagd, maar dat [eiseres] niet in staat was om de benodigde informatie te verstrekken. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de opzegging niet onaanvaardbaar was en heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen. Tevens is [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Rabobank, die zijn begroot op € 1.899,-.