ECLI:NL:RBMNE:2025:1867
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag herbeoordeling kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 10 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 24 juni 2024 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen. Op 3 september 2024 heeft de rechtbank vernomen dat de herbeoordeling inmiddels heeft plaatsgevonden en dat de beschikking is gedateerd op 30 augustus 2024. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank heeft eiseres niet gereageerd op de vraag of zij haar beroep wenst in te trekken. Evenmin hebben partijen aangegeven gehoord te willen worden op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep oorspronkelijk was ingediend bij de rechtbank Amsterdam, maar dat deze zaak is doorgestuurd naar de rechtbank Midden-Nederland, die bevoegd is om te oordelen. Aangezien de Dienst Toeslagen inmiddels op de aanvraag van eiseres heeft beslist, is het geschil over het niet tijdig beslissen niet meer aan de orde. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren verzocht om haar standpunt te verduidelijken, maar zonder reactie. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van procesbelang. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen, maar de rechtbank heeft wel bepaald dat het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 25 februari 2025. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.