ECLI:NL:RBMNE:2025:1867

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
24/4095
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag herbeoordeling kinderopvangtoeslag

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 10 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 24 juni 2024 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen. Op 3 september 2024 heeft de rechtbank vernomen dat de herbeoordeling inmiddels heeft plaatsgevonden en dat de beschikking is gedateerd op 30 augustus 2024. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank heeft eiseres niet gereageerd op de vraag of zij haar beroep wenst in te trekken. Evenmin hebben partijen aangegeven gehoord te willen worden op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep oorspronkelijk was ingediend bij de rechtbank Amsterdam, maar dat deze zaak is doorgestuurd naar de rechtbank Midden-Nederland, die bevoegd is om te oordelen. Aangezien de Dienst Toeslagen inmiddels op de aanvraag van eiseres heeft beslist, is het geschil over het niet tijdig beslissen niet meer aan de orde. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren verzocht om haar standpunt te verduidelijken, maar zonder reactie. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van procesbelang. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen, maar de rechtbank heeft wel bepaald dat het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet worden vergoed.

De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 25 februari 2025. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4095

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2025 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres,

en

Dienst Toeslagen, verweerder,

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag van 10 mei 2021 om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag.
Op 24 juni 2024 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft op 3 september 2024 per e-mail van verweerder vernomen dat de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag inmiddels heeft plaatsgevonden. De hieruit voortvloeiende beschikking is gedateerd op 30 augustus 2024.
De rechtbank heeft meermaals aan eiseres gevraagd of zij het beroep wenst in te trekken. Hierop heeft de rechtbank geen reactie ontvangen.
Partijen zijn gevraagd of zij gehoord willen worden op een zitting. Geen van partijen heeft verklaard gebruik te willen maken van dit recht. [1] Daarop heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Het beroep is ingediend bij de rechtbank Amsterdam, die het vervolgens heeft doorgestuurd naar de rechtbank Midden-Nederland. Deze laatste rechtbank is namelijk de bevoegde rechtbank om op het beroep van eiseres te beslissen. [2]
2. Bij beschikking van 30 augustus 2024 heeft verweerder beslist op de aanvraag van eiseres om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank stelt vast dat het geschil tussen eiseres en verweerder over het niet tijdig beslissen niet meer bestaat, aangezien verweerder inmiddels heeft beslist op de aanvraag van eiseres om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Daarmee is het belang van eiseres bij haar beroep niet tijdig beslissen komen te vervallen. De rechtbank heeft eiseres op 25 november 2024 en op 20 januari 2025 een brief gestuurd met het verzoek om te laten weten of zij het eens is met het genomen besluit. Eiseres heeft hierop niet gereageerd.
3. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.
4. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
5. De rechtbank ziet aanleiding te bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- aan haar moet vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep, gericht tegen het niet tijdig reageren op de aanvraag om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- aan haar moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van
A.C. van de Biesebos, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2025.
de griffier is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Artikel 8:57, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:7, tweede lid, van de Awb