ECLI:NL:RBMNE:2025:1873

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
11623442 \ MV EXPL 25-56
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om onderzoek en reparatie in huurwoning wegens stankoverlast

In deze zaak heeft de stichting De Alliantie, gevestigd te Hilversum, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die huurt van De Alliantie. De gedaagde is niet verschenen. De Alliantie vordert een machtiging om in de woning van de gedaagde onderzoek te doen naar de Warmte-Terugwin installatie en om eventuele noodzakelijke reparatiewerkzaamheden uit te voeren. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van klachten van andere huurders over stankoverlast in het complex waar de gedaagde woont. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat alle andere bewoners hebben meegewerkt aan het onderzoek, behalve de gedaagde, die meerdere verzoeken om medewerking heeft genegeerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van De Alliantie niet ongegrond of onrechtmatig zijn en heeft de vorderingen toegewezen. De gedaagde is veroordeeld om de werkzaamheden toe te laten en de woning tijdelijk te ontruimen. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 958,40, met wettelijke rente over deze kosten. Het vonnis is uitgesproken op 23 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
Zaaknummer: 11623442 \ MV EXPL 25-56
Vonnis in kort geding van 23 april 2025
in de zaak van
de stichting
STICHTING DE ALLIANTIE,
gevestigd te Hilversum,
eisende partij, hierna te noemen: De Alliantie,
gemachtigde: mr. D.L. van Praag,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 maart 2025 met 9 producties;
- de mondelinge behandeling van 9 april 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de e-mail van De Alliantie van 16 april 2025.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 april 2025 was namens De Alliantie de heer [A] , gebiedsmanager, aanwezig. Hij werd bijgestaan door mr. Van Praag. [gedaagde] was niet aanwezig. Na de mondelinge behandeling heeft De Alliantie nog geprobeerd om een minnelijke regeling met [gedaagde] te treffen. Uit de e-mail van De Alliantie van 16 april 2025 blijkt dat een minnelijke regeling niet is gelukt en dat De Alliantie vonnis wenst.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat hij schriftelijk uitspraak zal doen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van De Alliantie de woning aan de [adres] in [woonplaats] (hierna: de woning). De woning maakt onderdeel uit van een complex van 82 woningen en is opgeleverd in 2022.
2.2.
De Alliantie heeft van andere huurders in het complex klachten over stank ontvangen. Eén van de huurders van De Alliantie is vanwege de stankoverlast een zaak bij de Huurcommissie gestart. De Huurcommissie heeft de huurprijs voor die huurder tijdelijk met 60% verlaagd.
2.3.
Na onderzoek in de huurwoningen van De Alliantie is gebleken dat de stankoverlast vermoedelijk wordt veroorzaakt door fouten die zijn gemaakt bij de aansluitingen van de Warmte-Terugwin en doordat sommige huurders een gemotoriseerde afzuigkap in de keuken op de ventilatie-installatie hadden aangesloten.
2.4.
Inmiddels hebben alle bewoners van het complex, behoudens [gedaagde] , hun medewerking verleend aan de inspectie en zijn de aansluitingen gecontroleerd en waar nodig aangepast.
2.5.
[gedaagde] is meerdere keren (schriftelijk, telefonisch en via Whatsapp) verzocht om een eventueel in de woning aangebrachte gemotoriseerde afzuigkap te demonteren en om een afspraak te maken voor een inspectie van de in de woning aanwezige installatie. [gedaagde] heeft geen afspraak gemaakt.

3.Het geschil

3.1.
De Alliantie vordert – samengevat – een machtiging om in de woning onderzoek naar de Warmte-Terugwin uit te (laten) voeren, indien nodig hieraan alle reparatiewerkzaamheden uit te (laten) voeren en een eventueel in de woning aangebrachte gemotoriseerde afzuigkap te demonteren. De Alliantie vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de werkzaamheden toe te laten en daaraan haar onvoorwaardelijke en volledige medewerking te verlenen, waaronder het verschaffen van toegang tot de woning en het ter beschikking stellen van de woning op zodanige wijze dat de werkzaamheden onbelemmerd kunnen worden uitgevoerd. Verder vordert De Alliantie dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning voor de duur van de werkzaamheden te ontruimen, onder afgifte van de sleutels en zo nodig met behulp van de sterke arm. Tot slot vordert De Alliantie veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten met daarover de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] is niet verschenen en heeft dus geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

Verstek tegen [gedaagde]
4.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat tegen [gedaagde] verstek zal worden verleend.
Spoedeisend belang
4.2. 4.3.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of De Alliantie ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Het spoedeisend karakter volgt uit de aard van de vordering.
De vorderingen worden toegewezen
4.4.
De vorderingen van De Alliantie komen de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en worden daarom toegewezen.
Proceskosten
4.5.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van De Alliantie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,40
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
543,00
(tarief KG verstek)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
958,40
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
machtigt De Alliantie om in de woning aan de [adres] in [woonplaats] onderzoek naar de Warmte-Terugwin (WTW) uit te (laten) voeren, waar dat nodig is hieraan alle reparatiewerkzaamheden die zij noodzakelijk acht uit te (laten) voeren en een eventueel in de woning aangebrachte gemotoriseerde afzuigkap te demonteren;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om het uitvoeren van de onder 5.1. genoemde werkzaamheden toe te laten en daaraan haar onvoorwaardelijke en volledige medewerking te verlenen, waaronder het onbelemmerd verschaffen van toegang tot de woning aan medewerkers van De Alliantie en haar aannemer en installateur(s), alsmede de woning op een zodanige wijze ter beschikking te stellen dat de werkzaamheden onbelemmerd kunnen worden uitgevoerd, dit ter uitsluitende beoordeling van de Alliantie, haar aannemer en haar installateur(s);
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om de woning tijdelijk, voor de duur van de onder 5.1. genoemde werkzaamheden, te ontruimen en de woning onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van De Alliantie te stellen zodat de werkzaamheden onbelemmerd kunnen worden uitgevoerd, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform het beginsel in artikel 555 tot en met 558 in samenhang met artikel 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 958,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet op tijd aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025.