ECLI:NL:RBMNE:2025:1874
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van gefactureerde bouwstempels en voorwaardelijke tegenvordering tot schadevergoeding
In deze zaak heeft eiser sloopwerkzaamheden aan de woning van gedaagde verricht en twee bouwstempels achtergelaten. Eiser stelt dat gedaagde deze bouwstempels na één jaar zou teruggeven, maar omdat dit niet is gebeurd, heeft eiser de bouwstempels aan gedaagde gefactureerd. Eiser vordert betaling van de factuur, inclusief rente en kosten. Gedaagde betwist de vordering en heeft een voorwaardelijke tegenvordering ingediend voor schadevergoeding. De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen, omdat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat eiser niet aan zijn stelplicht heeft voldaan en dat de door hem gestelde afspraken niet zijn komen vast te staan. Hierdoor komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling van de voorwaardelijke tegenvordering van gedaagde. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op nihil worden begroot, aangezien gedaagde zich niet door een gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.