Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Eiser had beroep aangetekend tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 194,- niet had betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. De rechtbank heeft eiser op 5 februari 2025 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. De brief is op 7 februari 2025 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.