Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee buren over de erfgrens en de aanwezigheid van schuttingen, palen en muurtjes. De eisende partijen, [eisers], zijn sinds 1992 eigenaar van een woning en hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, [gedaagde], die sinds 2022 eigenaar is van een aangrenzende woning. De partijen hebben een grensreconstructie laten uitvoeren, waaruit bleek dat bepaalde constructies zich deels op het erf van [eisers] bevinden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] onrechtmatig handelt door deze constructies te handhaven en heeft [gedaagde] veroordeeld tot verwijdering van de palen en het muurtje, met een dwangsom als sanctie. In reconventie heeft [gedaagde] ook vorderingen ingesteld tegen [eisers] met betrekking tot de verwijdering van hedera/klimop en schuttingen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eisers] de hedera moet verwijderen, omdat deze zich binnen de verboden zone van de erfgrens bevindt. De vorderingen van beide partijen zijn deels toegewezen en deels afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.