Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, de SVB
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
20 december 2021 niet meer thuis. SVB heeft hierop een onderzoek ingesteld, omdat voor een kind dat niet meer thuis woont alleen recht op kinderbijslag kan bestaan als de verzekerde voldoende bijdraagt in de onderhoudskosten van het kind. Het bedrag dat eiseres per kinderbijslagkwartaal moest bijdragen in het onderhoud van [zoon] om voor kinderbijslag in aanmerking te komen was vanaf 1 januari 2022 minimaal € 440,- per kwartaal en vanaf
1 januari 2023 minimaal € 488,- per kwartaal. [5] Op 21 september 2022 heeft de SVB bij eiseres aanvullende informatie opgevraagd om te kunnen bepalen of zij nog steeds aan de voorwaarden voor het ontvangen van kinderbijslag voldeed. Eiseres heeft op
28 augustus 2023 de aanvullende informatie aan de SVB verstrekt. De SVB heeft vastgesteld dat eiseres onvoldoende bijdroeg in de onderhoudskosten van [zoon] . Hierna heeft de SVB het recht op kinderbijslag over het eerste kwartaal van 2022 tot en met het derde kwartaal van 2023 herzien en teruggevorderd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.T. Rommes, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 22 april 2025.