Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de GI,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
De ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 30 maart 2025.
3.Het verzoek
Ook verzoekt de GI de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De standpunten
Het andersluidend advies van de Raad heeft echter tot een nieuw verzoek tot verlenging van beide maatregelen geleid.
Tijdens de toetsing van de Raad kwam er een aantal zorgen naar voren die maakten dat de ondertoezichtstelling nog niet beëindigd kan worden.
Vanuit de GI zijn er verder zorgen of er voldoende structuur en duidelijkheid is voor [minderjarige (voornaam)] wanneer hij bij de ouders thuis is. Het is belangrijk dat hier zicht op komt.
In dat kader gaat de GI bij [organisatie 1] informeren of zij naast hun doordeweekse bezoek-momenten aan de ouders ook in het weekend langs kunnen komen, omdat [minderjarige (voornaam)] dan bij de ouders is. Als dat mogelijk is, zal de GI de ouders daarvoor aanmelden en vanuit daar nieuwe doelen opstellen.
5.De beoordeling
Tijdens deze toetstafel zijn er zorgen vanuit het gezinshuis naar voren gekomen die nog niet eerder bij de ouders bekend waren. De gezinshuisouders hebben deze zorgen in december 2024 al kenbaar gemaakt bij de GI, maar hier is vervolgens niets mee gedaan.
De Raad heeft op 26 februari 2025 aan de hand van een aantal argumenten geconcludeerd dat de Raad
nietinstemt met het voorgenomen besluit om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te beëindigen.
Om duidelijkheid te krijgen of er kan worden afgeschaald naar het vrijwillig kader of dat er een gezagsbeëindigende maatregel nodig is, moet er volgens de Raad zicht komen op wat de ouders kunnen betekenen voor [minderjarige (voornaam)] en hoe er het beste vormgegeven kan worden aan de afstemming en de besluitvorming, nu het perspectief van [minderjarige (voornaam)] niet thuis ligt.
Daarom is geadviseerd om eerst de dieper liggende thema’s aan te pakken vóór aan prikkelverwerking kan worden gewerkt. Dit moet de GI nog oppakken.
[minderjarige (voornaam)] heeft een contactregeling met zijn ouders van één weekend per twee weken, op studiedagen en in de vakanties. Daar is geen begeleiding bij, behoudens een enkel moment tijdens een doordeweekse studiedag. Dan is [organisatie 1] een deel van de tijd aanwezig vanwege de begeleiding van de ouders.
De gezinshuisouders hebben bij de GI gemeld dat het de ouders naar hun idee onvoldoende lukt om aan te sluiten bij de behoefte van [minderjarige (voornaam)] , samenspel met [minderjarige (voornaam)] wordt naar verwachting ook niet passend opgepakt en daarnaast bestaat de vraag in hoeverre er oprechte interactie is tussen ouders en [minderjarige (voornaam)] . [minderjarige (voornaam)] zelf geeft na een omgang met zijn ouders ook aan zich niet veilig te voelen en/of zich niet gehoord en gezien te voelen door zijn ouders. De ouders ervaren dat niet zo.
Het is van belang dat de GI een gesprek heeft met [minderjarige (voornaam)] om zicht te krijgen op zijn gevoelens van onveiligheid en de oorzaak ervan. Mogelijk kan [organisatie 2] begeleiding in het weekend bieden.
In die beschikking is daarover het volgende overwogen:
‘
De afgelopen periode heeft nog onvoldoende de focus gelegen op hoe er door de ouders invulling kan worden gegeven aan hun rol als ouders op afstand. Bij de ouders moet er acceptatie komen dat [minderjarige (voornaam)] zal opgroeien in het gezinshuis. Duidelijk moet nu worden of er kan worden afgeschaald naar het vrijwillig kader of dat er een gezagsbeëindigende maatregel nodig is. De ouders moeten hierin begeleid worden.´.
Er is nog steeds geen vaste jeugdbeschermer betrokken. Vragen over [minderjarige (voornaam)] konden niet goed beantwoord worden.
De kinderrechter zal voor de hierna vermelde zitting ook de Raad uitnodigen. Mochten de ouders intussen aanleiding zien om vervanging van de GI te verzoeken, dan zal dat verzoek gelijktijdig met het onderhavige verzoek behandeld worden.
- er moet een vaste jeugdbeschermer komen;
- er moet zicht komen op de omgangsregeling tussen [minderjarige (voornaam)] en de ouders;
- er moet gekeken worden of er diagnostiek passend is voor [minderjarige (voornaam)] ;
- er moet inzichtelijk gemaakt worden hoe de ouders hun ouderrol vervullen en hoe besluitvorming in het belang van [minderjarige (voornaam)] vormgegeven wordt, nu het perspectief van [minderjarige (voornaam)] in het gezinshuis ligt.
6.De beslissing
directeuren de dan betrokken gezinsvoogd van de GI, de vader, de moeder en hun advocaat, en de gezinshuisouders op te verschijnen tijdens de zitting van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, in het gerechtsgebouw aan
Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht, op
13 juni 2025 te 09:45 uur, teneinde nader op het verzoek te worden gehoord.
23 april 2024.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.