ECLI:NL:RBMNE:2025:202
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht in zorgtoeslagzaak
Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, woonachtig in Spanje, en de Dienst Toeslagen, die als verweerder optreedt. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen een besluit van verweerder van 23 april 2019 met betrekking tot de zorgtoeslag van 2016. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De griffier had eiser een termijn gesteld om het griffierecht te betalen, maar dit bedrag is niet ontvangen.
De rechtbank heeft eiser op 6 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien deze brief niet meer traceerbaar was, heeft de rechtbank eiser op 12 september 2024 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen. Echter, ook na deze tweede gelegenheid heeft de rechtbank geen betaling ontvangen en heeft eiser geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet op tijd is betaald, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen en heeft de uitspraak openbaar gedaan. De beslissing is ondertekend door mr. I. Helmich, rechter, en griffier E.J.H.C. Hui, en is op dezelfde dag aan partijen verzonden.