ECLI:NL:RBMNE:2025:2021
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar en prematuriteit van ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht, omdat zij van mening is dat verweerder geen dwangsombeschikking heeft genomen naar aanleiding van haar ingebrekestelling van 22 oktober 2023. Deze ingebrekestelling was gericht tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar van eiseres, dat op 15 maart 2023 was ingediend. Verweerder heeft op 7 mei 2024 op het bezwaar beslist, maar heeft geen uitspraak gedaan over de hoogte van de bestuurlijke dwangsom.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres haar ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend, aangezien de beslistermijn op het bezwaarschrift nog niet was overschreden ten tijde van de ingebrekestelling. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet. Aangezien de ingebrekestelling prematuur was, heeft de rechtbank geoordeeld dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft daarom het beroep niet inhoudelijk behandeld en verklaard dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Tevens is er geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.