Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4] ,
1.De procedure
- de e-mail van 15 april 2025 met aanvullende producties van [eiser] ;
- de e-mail van 16 april 2025 met een aanvullende productie van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 18 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser] .
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
exceptio plurium litis consortium. Zij wijzen erop dat er nog zes andere erfgenamen van [A] zijn die [eiser] niet in deze procedure heeft betrokken, terwijl hij zich beroept op een (vermeende) rechtsverhouding tussen hem en de gezamenlijke erfgenamen van [A] . Volgens de gedaagde erfgenamen moet [eiser] daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vorderingen. Dat beroep van de gedaagde erfgenamen slaagt niet.
exceptio plurium litis consortiumkan slagen als er sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding, waarbij het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing voor alle daarbij betrokkenen hetzelfde luidt, terwijl zij niet allemaal in de procedure zijn betrokken. Bij de beoordeling van de processuele ondeelbaarheid moet niet alleen de rechtsverhouding zelf, maar ook de ingestelde vordering betrokken worden.
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op: