In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 1 april 2025, wordt het beroep van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning voor het aanbrengen van straatwerk bij de inrit van een woning beoordeeld. De rechtbank constateert dat de omgevingsvergunning, verleend door het college van burgemeester en wethouders van Blaricum, motiveringsgebreken vertoont. Eisers, bewoners van de nabijgelegen woningen, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat zij van mening zijn dat de vergunning niet had moeten worden verleend vanwege verkeersveiligheid en aantasting van openbaar groen. De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de vergunning niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en waarom er geen sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het openbaar groen. De rechtbank biedt het college de gelegenheid om de gebreken te herstellen binnen een termijn van zes weken. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door het college en de noodzaak om alle relevante belangen in de afweging mee te nemen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, die zal volgen na het herstel van de gebreken door het college.