ECLI:NL:RBMNE:2025:2091

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
11428882
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in een geschil tussen leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE) over financiële verplichtingen en bestuursaansprakelijkheid

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, hebben eiseres en gedaagde, beiden leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE), geschil over financiële verplichtingen en bestuursaansprakelijkheid. Eiseres vorderde dat gedaagde een bedrag van € 1.941,06 aan haar zou betalen, als haar aandeel in de overschrijding van de begroting van de VvE. Daarnaast eiste zij de verwijdering van zonnepanelen en het opstellen van jaarrekeningen voor de jaren 2021, 2022 en 2023. Gedaagde heeft tegenvorderingen ingesteld, waaronder een verzoek om eiseres te veroordelen tot akkoord met de concept jaarrekeningen en medewerking aan de inzet van een professionele beheerder.

De kantonrechter heeft alle vorderingen van eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat eiseres gedaagde als privépersoon had gedagvaard, terwijl de uitgaven die aanleiding gaven tot de vordering door gedaagde in zijn hoedanigheid als bestuurder van de VvE waren gedaan. Dit betekent dat eiseres haar vordering bij de VvE had moeten indienen en niet bij gedaagde. Ook de vordering tot verwijdering van de zonnepanelen werd afgewezen, omdat de VvE eigenaar is van de zonnepanelen en eiseres dit verzoek aan de VvE had moeten voorleggen. De vordering tot het opstellen van jaarrekeningen werd eveneens afgewezen, omdat dit een verplichting is van het bestuur van de VvE.

In reconventie werden de vorderingen van gedaagde ook afgewezen, waaronder de vordering om eiseres te veroordelen tot akkoord met de jaarrekeningen. De kantonrechter benadrukte dat besluiten over de jaarrekeningen in een VvE-vergadering moeten worden genomen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, terwijl gedaagde in de reconventie op nihil werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 30 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11428882 \ UC EXPL 24-8103 RJ/58605
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres] ,
procederend in persoon,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R. Bagasrawalla.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:
- de dagvaarding van 19 november 2024 met bijlagen 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 10 januari 2025 met bijlagen 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 20 maart 2025 met bijlagen 13 tot en met 19.
1.2.
Op 31 maart 2025 is de zaak besproken tijdens een mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Bij de mondelinge behandeling waren [eiseres] , [gedaagde] en de gemachtigde van [gedaagde] aanwezig.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat het vonnis in deze zaak vandaag wordt uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiseres] en [gedaagde] zitten met elkaar in een VvE. Het aandeel van [eiseres] in de VvE is 34% en het aandeel van [gedaagde] in de VvE is 66%. [eiseres] wil dat [gedaagde] € 1.941,06 aan haar betaalt, omdat dat haar aandeel is van het bedrag waarmee [gedaagde] volgens haar de begroting van de VvE heeft overschreden. Ook wil [eiseres] dat [gedaagde] de zonnepanelen van het dak van het pand verwijdert en dat [gedaagde] binnen 30 dagen na het vonnis een jaarrekening en exploitatierekening opstelt voor de afzonderlijke jaren 2021, 2022 en 2023 en deze aan [eiseres] verstrekt.
2.2.
[gedaagde] is het niet met de vorderingen van [eiseres] eens en heeft twee tegenvorderingen ingesteld. [gedaagde] wil dat [eiseres] akkoord gaat met de concept jaarrekeningen en [gedaagde] wil dat [eiseres] meewerkt aan een zo snel mogelijke inzet van een professionele beheerder.
2.3.
De vorderingen van [eiseres] en [gedaagde] worden afgewezen.

3.De beoordeling

in conventie
Uitleg juridisch kader (toetsing besluiten) VvE
3.1.
Als een pand in appartementen wordt gesplitst is het verplicht dat een Vereniging van Eigenaren (VvE) wordt opgericht. Dat staat in de artikelen 5:111 en 5:112 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De eigenaren van de appartementen blijven met zijn allen (gemeenschappelijk) eigenaar van het desbetreffende pand. Maar de VvE voert
het beheerover de gemeenschap, met uitzondering van de gedeelten die bestemd zijn als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Dat staat in artikel 5:126 BW. In de vergaderingen van de VvE kunnen besluiten genomen worden over het beheer van het pand. Wanneer een appartementseigenaar het niet eens is met een besluit van de VvE kan zij de rechtsgeldigheid hiervan laten toetsen door de rechter. Als een besluit van de VvE strijdig is met de splitsingsakte, leidt dat op grond van artikel 2:14 jo 5:129 lid 1 BW tot nietigheid van dat besluit. Een vordering tot verklaring voor recht dat een besluit nietig is, dient in beginsel (in een procedure ingeleid door een dagvaarding) te worden voorgelegd aan de rechtbank. Als een besluit van de VvE in strijd is met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist, dan is dat besluit vernietigbaar op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a en b BW. Vernietiging van zo’n besluit dient (bij verzoekschrift) te worden voorgelegd aan de kantonrechter op grond van artikel 5:130 lid 1 BW. Op grond van artikel 5:130 lid 2 BW dient een verzoek tot vernietiging van een besluit van de vergadering te worden gedaan binnen een maand na de dag waarop van het besluit kennis is genomen of had kunnen worden genomen.
3.2.
Indien er (nog) geen sprake is van een besluit van de VvE, kan een appartementseigenaar een onderwerp op de agenda van de vergadering laten zetten en op die manier uitlokken dat de VvE een besluit neemt. Zodra er dan een besluit is genomen (het besluit kan ook inhouden dat een ingediend verzoek wordt afgewezen), kan de appartementseigenaar, zoals toegelicht onder punt 3.1, binnen de daarvoor gestelde termijn de rechtsgeldigheid (de nietigheid of vernietigbaarheid) van het besluit aan de rechter voorleggen. Ook kan een appartementseigenaar op grond van artikel 5:121 BW bij de kantonrechter (bij verzoekschrift) om vervangende machtiging verzoeken, als de VvE medewerking of toestemming zonder redelijke grond weigert.
3.3.
In dit geval zijn er over de onderwerpen waarover de vorderingen van [eiseres] gaan, geen besluiten door de VvE genomen. Dat heeft de hierna genoemde gevolgen voor de vorderingen van [eiseres] .
De vordering van € 1.941,06 wordt afgewezen
3.4.
Volgens [eiseres] hebben [gedaagde] en zij het gehad over onderhoudswerkzaamheden aan het pand. Zij hebben afgesproken dat die werkzaamheden € 5.000,00 zouden gaan kosten. Dit bedrag is daarom ook opgenomen in de begroting van de VvE. [eiseres] heeft haar aandeel in dit bedrag (€ 1.700,00) op 29 maart 2022 overgemaakt aan de VvE. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] de begroting voor onderhoudswerkzaamheden van de VvE echter met een bedrag van € 5.709,01 overschreden. [gedaagde] heeft namens de VvE namelijk € 10.709,01 aan (facturen van) de aannemer betaald. Volgens [eiseres] bepaalt artikel 52 van de ondersplitsingsakte dat het bestuur geen onderhoudswerkzaamheden kan opdragen die niet op de vastgestelde begroting voorkomen. Daarom wil [eiseres] dat [gedaagde] haar aandeel van dat bedrag van € 5.709,01, (€ 1.941,06, zijnde 34%), aan haar terugbetaalt.
3.5.
De kantonrechter wijst de vordering van [eiseres] af. [eiseres] heeft [gedaagde] in deze procedure als privépersoon gedagvaard, terwijl [gedaagde] de voornoemde uitgaven heeft gedaan in zijn hoedanigheid als bestuurder van de VvE (rechtspersoon). Dat houdt in dat niet [gedaagde] (als privépersoon), maar de VvE (rechtspersoon) de begroting heeft overschreden en [eiseres] niet bij [gedaagde] , maar bij de VvE moet zijn.
3.6.
Daarnaast geldt dat [eiseres] , als zij het niet eens is met de uitgave, dit in beginsel moet agenderen voor een vergadering van de VvE, zodat er een besluit over de uitgave kan worden genomen. Wanneer [eiseres] het dan niet eens is met het besluit van de VvE hierover, heeft zij de hiervoor onder 3.1 en 3.2 genoemde mogelijkheden tegenover de VvE om het door haar gewenste doel te bereiken.
3.7.
[eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling, na een vraag van de kantonrechter hierover, nog aangevoerd dat zij haar vordering mede baseert op bestuurdersaansprakelijkheid aan de zijde van [gedaagde] . Bestuurdersaansprakelijkheid mag echter niet lichtvaardig worden aangenomen. Er moet dan bijvoorbeeld sprake zijn van onrechtmatig handelen. [eiseres] heeft in haar dagvaarding niets over bestuurdersaansprakelijkheid gesteld en deze grondslag ook tijdens de zitting niet nader onderbouwd. De vordering wordt ook op deze grondslag daarom afgewezen.
3.8.
Omdat de vordering van € 1.941,06 van [eiseres] wordt afgewezen, wordt ook de gevorderde wettelijke rente hierover afgewezen.
De vordering tot verwijdering van de zonnepanelen wordt afgewezen
3.9.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] haar standpunt met betrekking tot het geschil rondom de zonnepanelen toegelicht en haar eis gewijzigd. Waar [eiseres] subsidiair - samengevat - vorderde dat de kantonrechter zou bepalen dat de VvE vanaf datum aankoop eigenaar is geworden van de zonnepanelen, heeft zij deze eis ingetrokken en vordert zij alleen nog dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de zonnepanelen binnen 30 dagen na het vonnis te verwijderen.
3.10.
De vordering van [eiseres] wordt afgewezen. Naar de kantonrechter begrijpt staat tussen partijen niet (langer) ter discussie dat de VvE eigenaar is van de zonnepanelen. [eiseres] heeft op 6 september 2024 in een e-mail aan [gedaagde] geschreven dat de VvE eigenaar van de zonnepanelen is. Dat heeft zij ook geschreven in de dagvaarding en verklaard tijdens de mondelinge behandeling. Ook [gedaagde] gaat daarvan uit. De kantonrechter gaat er op grond van het voorgaande eveneens van uit dat de VvE eigenaar van de zonnepanelen is. Dat betekent dat [eiseres] , wanneer zij wil dat de zonnepanelen van het dak verwijderd worden, dit aan de (vergadering van de) VvE zal moeten voorleggen en niet aan [gedaagde] als privépersoon. Wanneer [eiseres] het dan niet eens is met het besluit van de VvE hierover, heeft zij de hiervoor onder 3.1 en 3.2 genoemde mogelijkheden tegenover de VvE om het door haar gewenste doel te bereiken.
3.11.
Overigens begrijpt de kantonrechter uit hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling dat het [eiseres] niet zozeer te doen is om de verwijdering van de zonnepanelen, maar om de manier waarop [gedaagde] de zonnepanelen (namens de VvE) heeft aangeschaft en dat zij heeft moeten bijdragen aan de kosten daarvan. Volgens haar heeft [gedaagde] dat namelijk niet eerst in een vergadering van de VvE voorgelegd zodat daarover een besluit genomen had kunnen worden. Daarover zal zij echter het debat in de vergadering van de VvE moeten voeren.
De vordering om jaarrekeningen op te stellen wordt afgewezen
3.12.
De vordering van [eiseres] dat [gedaagde] een jaarrekening met exploitatierekening opstelt voor de afzonderlijke jaren 2021, 2022 en 2023 wordt ook afgewezen. Zoals [eiseres] zelf in haar dagvaarding stelt is het opstellen van jaarrekeningen een verplichting van (het bestuur van) de VvE (artikel 12 van de ondersplitsingsakte). Dat betekent dat [eiseres] met haar vordering bij de VvE moet zijn en niet bij [gedaagde] als privépersoon. De kantonrechter verwijst wederom naar het juridisch kader in punt 3.1 en 3.2.
[eiseres] moet de proceskosten betalen
3.13.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
510,00
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.14.
De kantonrechter zal de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
in reconventie
De vordering om akkoord te gaan met de jaarrekeningen wordt afgewezen
3.15.
[gedaagde] vordert om [eiseres] te veroordelen om akkoord te gaan met de concept jaarrekeningen 2021 tot 23 oktober 2024. Deze vordering zal worden afgewezen. Zoals toegelicht onder punt 3.12 is het opstellen van jaarrekeningen een verplichting van het bestuur van de VvE. De VvE moet een vergadering beleggen waarin de jaarrekeningen worden besproken en waarin er vervolgens een besluit over de jaarrekeningen wordt genomen. Wanneer [gedaagde] of [eiseres] het vervolgens niet eens is met het besluit van de VvE, kunnen zij, zoals toegelicht onder 3.1 en 3.2, het besluit ter toetsing voorleggen aan de rechter.
3.16.
Omdat de vordering om akkoord te gaan met de jaarrekeningen wordt afgewezen, wordt ook de gevorderde dwangsom afgewezen.
De vordering tot medewerking aan de inzet van een nieuwe beheerder wordt afgewezen
3.17.
De vordering van [gedaagde] dat [eiseres] meewerkt aan een zo snel mogelijke inzet van een professionele beheerder wordt ook afgewezen. Dit is wederom een onderwerp waarover eerst in een VvE-vergadering moet worden beslist. Wanneer [eiseres] of [gedaagde] het vervolgens niet eens is met het besluit van de VvE over de inzet van een nieuwe beheerder, kunnen zij de juridische stappen zetten zoals toegelicht onder punt 3.1 en 3.2.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.18.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Omdat [eiseres] heeft geprocedeerd in persoon en niet gebleken is dat zij proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen, worden de proceskosten in reconventie begroot op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
4.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 510,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
4.4.
wijst de vorderingen van [gedaagde] af,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.