Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift (met bijlagen) van de vader, binnengekomen op 09 januari 2025;
- het verweerschrift (met bijlagen) van de moeder met daarin een aantal zelfstandige verzoeken van 14 maart 2025;
- de aanvullende stukken (via een F9-formulier) van de vader, van 24 maart 2025;
- het aanvullende stuk (via een F9-Formulier) van de vader, van 25 maart 2025.
28 maart 2025. Daarbij waren aanwezig: de ouders met hun advocaten.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft de rechtbank laten weten dat er geen zittingsvertegenwoordiger beschikbaar is voor de zitting. De Raad is dus niet ter zitting verschenen.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2023 in [geboorteplaats] .
- [minderjarige] voorlopig wordt toevertrouwd aan de moeder;
- de moeder met uitsluiting van de vader samen met [minderjarige] in de woning verblijft op de doordeweekse dagen;
- de vader met uitsluiting van de moeder samen met [minderjarige] in de woning verblijft van zaterdag 10.00 uur tot zondag 16.00 uur.
3.De beoordeling
- [minderjarige] verblijft bij de vader: iedere zaterdag van 10.00 uur tot zondag 16.00 uur;
- de moeder brengt en haalt [minderjarige] op bij de woning van opa vaderszijde (vz), waar de vader verblijft;
- de overdracht van [minderjarige] geschiedt tussen de ouders zelf, zonder tussenkomst/aanwezigheid van derden.
Als de ouders geen ouderschapsplan hebben gemaakt, neemt de rechtbank geen beslissing totdat de ouders zo’n plan hebben gemaakt. De rechtbank kan daarop een uitzondering maken als de rechtbank vindt dat een beslissing in het belang van het kind noodzakelijk is. De rechtbank zal in dit geval een uitzondering maken. Voldoende duidelijk is geworden dat de slechte verstandhouding tussen de ouders hen verhindert om overleg te voeren over zulke afspraken.
Ook hebben er verschillende fysieke en verbale incidenten plaatsgevonden tussen de ouders, waarbij de politie is ingeschakeld. Het CJG heeft geprobeerd tussen de ouders te bemiddelen, maar dat wilde de moeder niet, waarna het CJG zich heeft bezig gehouden ‘met het oppakken van nieuwe zorgmeldingen die over jullie gezin binnen kwamen’, aldus het CJG.
De rechtbank maakt zich daar grote zorgen over. [minderjarige] wordt namelijk voortdurend blootgesteld aan deze spanningen, en dat is schadelijk voor hem. Het netwerk van beide ouders is intensief betrokken, maar dat lijkt geen positief effect te hebben. De rechtbank vindt dat er teveel onrust is en daar heeft [minderjarige] ook last van. [minderjarige] is gelet op zijn zeer jonge leeftijd volledig afhankelijk van zijn ouders. Door deze onrust en de weerslag die dat op [minderjarige] heeft, kan de rechtbank nu niet beoordelen welke zorgregeling het meeste in het belang van [minderjarige] is. Daarom zal de rechtbank de Raad vragen om daar onderzoek naar te doen.
Vóór
4 september 2025wil de rechtbank graag het advies van de Raad ontvangen. Na ontvangst van het Raadsrapport zal de rechtbank de advocaten van partijen in de gelegenheid stellen om schriftelijk te reageren op de inhoud van dat rapport.
Ook hebben zij afgesproken dat er geen derden bij de overdracht van [minderjarige] aanwezig zijn, om verdere spanningen en confrontaties te voorkomen. De rechtbank zal overeenkomstig die afspraak beslissen. Daarmee vervalt de voorlopige regeling van de voorzieningenrechter.
4.De beslissing
- [minderjarige] verblijft bij de vader: iedere zaterdag van 10.00 uur tot zondag 16.00 uur;
- de moeder brengt en haalt [minderjarige] op bij de woning van opa (vz) waar de vader verblijft;
- de overdracht van [minderjarige] geschiedt tussen de ouders zelf, zonder tussenkomst/ aanwezigheid van derden;
- welke zorgregeling het meest in het belang van [minderjarige] is;