ECLI:NL:RBMNE:2025:2117

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
584179
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid verkopers woning wegens knallende geluiden van het dak

In deze zaak hebben de kopers van een woning de verkopers aansprakelijk gesteld vanwege knallende geluiden die het dak produceert. De kopers vorderen de kosten voor het vervangen van het dak, maar de rechtbank wijst deze vordering af. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de knallende geluiden aanwezig zijn en de kopers hieroverlast van ervaren, dit niet leidt tot een wezenlijke aantasting van het woongenot. De rechtbank stelt vast dat de drempel voor een wezenlijke aantasting hoog is en dat de onderbouwing van de kopers niet voldoende is om aan te tonen dat het woongenot wezenlijk is aangetast. De rechtbank wijst ook op het deskundigenrapport dat geluidsmetingen heeft verricht, maar concludeert dat de resultaten niet voldoende zijn om de vordering te onderbouwen. De rechtbank oordeelt verder dat de kopers de proceskosten van de gedaagden moeten betalen, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. De proceskosten worden begroot op € 3.931,00 en de rechtbank verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/584179 / HA ZA 24-562
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van

1.[eiser] ,

2.
[eiseres],
beiden wonende in [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. C.G. Huijsmans,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,

beiden wonende in [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: mr. G.P. Lobé.

1.De procedure

1.1
Het dossier bevat de volgende stukken:
- de dagvaarding van [eisers] van 29 oktober 2024 met producties 1-9;
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] van 15 januari 2025 met één productie;
- de akte van [eisers] met producties 10-13;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 3 april 2025.
1.2
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank bepaald dat een uitspraak zal worden gedaan.

2.De kern van de zaak

2.1
[eisers] heeft van [gedaagden] een woning gekocht. Het dak van de woning geeft knallende geluiden. De oorzaak hiervan is kort gezegd wrijving tussen dakelementen bij temperatuurwisselingen. [eisers] meent dat het dak moet worden vervangen en dat de kosten hiervan voor rekening van [gedaagden] komen. [gedaagden] heeft zich hiertegen verweerd en dat verweer slaagt. [gedaagden] hoeft daarom niets aan [eisers] te betalen.

3.De beoordeling

De heer [gedaagde sub 1] als procespartij
3.1
Voordat de rechtbank op de inhoudelijke beoordeling van de zaak ingaat, merkt zij het volgende op. Tijdens de zitting is ter sprake gekomen dat de heer [gedaagde sub 1] na de indiening van de conclusie van antwoord is komen te overlijden. De erfgenamen van de heer [gedaagde sub 1] hadden de procedure kunnen laten schorsen, maar dat is niet gebeurd. [1] De wet bepaalt voor deze situatie dat de procedure daarom doorloopt en dat de heer [gedaagde sub 1] vermeld blijf staan als één van de procespartijen. [2]
De vordering van [eisers] wordt afgewezen
3.2
In de koopovereenkomst heeft [gedaagden] de garantie gegeven dat de woning bij de levering geschikt is voor normaal gebruik. Dat betekent voor deze zaak dat in de woning moet kunnen worden gewoond zonder dat het woongenot wezenlijk wordt aangetast. [eisers] meent dat de knallen van het dak zo vaak voorkomen en zo hard zijn dat van zo’n wezenlijke aantasting sprake is. Volgens [eisers] verstoren de knallen zijn nachtrust en die van zijn kinderen. Het is een bron van stress en vermoeidheid voor het hele gezin en het beïnvloedt de sfeer in huis negatief. [eisers] ervaart een schrikachtige reactie wanneer een knal plaatsvindt, ondanks dat hij inmiddels weet wat er aan de hand is. [eisers] meent dat het daarom nodig is dat het dak wordt vervangen. De kosten hiervan zijn volgens [eisers] € 53.000,-. [eisers] vordert in deze procedure de betaling van dit bedrag van [gedaagden]
3.3
De rechtbank wijst de vordering af. Voor de rechtbank staat het vast dat het dak knallende geluiden maakt. Ook staat het vast dat [eisers] hiervan overlast ervaart. Maar het staat niet vast dat dit zo ernstig is dat sprake is van een wezenlijke aantasting van het woongenot. De drempel hiervoor is hoog en met de onderbouwing van [eisers] wordt die drempel niet gehaald. Hierna wordt dat uitgelegd.
3.4
[eisers] heeft als onderbouwing een deskundigenrapport overgelegd van [deskundigen bureau] (hierna: [deskundigen bureau] ). De deskundige van [deskundigen bureau] heeft geluidsmetingen in de woning verricht en de resultaten hiervan verwerkt in zijn rapport. Uit het rapport volgt dat de deskundige zich met zijn onderzoek heeft gericht op de nachtelijke periode (22.00 uur – 07.00 uur), wat ook in lijn is met de klachten van [eisers] Voor deze periode is de deskundige uitgegaan van een geluidsnorm van 50 dB die niet mag worden overschreden. De deskundige heeft in zijn onderzoek in kaart gebracht hoe vaak deze norm ’s nachts werd overschreden. Voor de vaststelling van de norm heeft de deskundige verwezen naar de WHO, de GGD en het (voormalige) Activiteitenbesluit.
3.5
De rechtbank merkt over de door de deskundige gehanteerde geluidsnorm het volgende op. Er bestaan geen wettelijke regels over wat een acceptabele grens is aan geluid dat een knallend dak mag maken. En de normen van de WHO en de GGD zien niet op piekgeluiden terwijl dat het soort geluiden zijn dat een knallend dak maakt (af en toe een knallend geluid, geen constant geluid). Verder gaan de normen uit het (voormalige) Activiteitenbesluit over bedrijfsactiviteiten. Weliswaar is met die normen bedoeld om geluidsoverlast te voorkomen, maar ook deze kunnen niet één-op-één worden toegepast. De rechtbank zal de door de deskundige gehanteerde geluidsnorm wel gebruiken als uitgangspunt, maar met terughoudendheid. Het moet op basis van het aantal normoverschrijdingen, in combinatie met de hoogte daarvan en de tijdstippen, duidelijk zijn dat het woongenot wezenlijk wordt aangetast. Hiervoor geldt geen minimumaantal, maar naarmate meer en hogere overschrijdingen plaatsvinden, is logischerwijs eerder sprake van een wezenlijke aantasting van het woongenot.
3.6
De rechtbank is van oordeel dat in dit geval niet duidelijk is geworden dat sprake is van een wezenlijke aantasting van het woongenot. Dit volgt namelijk niet uit de resultaten van het geluidsonderzoek van [deskundigen bureau] . De deskundige heeft op 11 september 2023 op de eerste verdieping van de woning geluidsapparatuur geplaatst. Deze apparatuur heeft tot en met 18 september 2023 continue geluidsmetingen verricht. Dat heeft geleid tot de volgende resultaten:
- Er was gemiddeld 14 keer per nacht een geluid te horen dat harder was dan 50 dB. Uit een steekproef is gebleken dat in 9% van de gevallen een knal van het dak hiervan de oorzaak was.
- Dat betekent dat de norm van 50 dB gemiddeld 1,26 keer per nacht werd overschreden door een knal van het dak. Het is onbekend hoe hoog deze overschrijdingen waren. Weliswaar staat in het rapport dat in de nacht het hoogst gemeten geluid 60,5 dB was, maar het is onbekend of dit door een knal van het dak kwam of door een ander geluid.
3.7
Bij het onderzoek zijn dus normoverschrijdingen door knallen van het dak gemeten. Maar dat was gemiddeld slechts iets meer dan één keer per nacht. En de mate van overschrijding was steeds relatief beperkt. De resultaten zijn daarom onvoldoende voor de conclusie dat door de knallen van het dak de nachtrust wordt verstoord. De rechtbank merkt hierbij op dat de geluidsnorm ‘s nachts in 91% van de gevallen werd overschreden door andere geluiden dan knallen van het dak. Het ging volgens de deskundige dan onder andere om verkeersgeluiden en woongeluiden. Deze geluiden waren dus veel vaker te horen. De rechtbank kan begrijpen dat knalgeluiden van het dak de rust meer verstoren dan bijvoorbeeld een langsrijdende auto. Maar de knalgeluiden zijn naar verhouding te beperkt aanwezig om desondanks de oorzaak te zijn van een wezenlijke aantasting van het woongenot.
3.8
En het oordeel van de rechtbank wordt niet anders door de situatie van de buren van [eisers] Weliswaar heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat de knalgeluiden van het dak van hun woning een wezenlijke aantasting van het woongenot opleverden, maar dat betekent niet automatisch dat dit ook geldt voor situatie van [eisers] In dit soort zaken moet per woning een beoordeling worden gemaakt. Dat bij woningen dezelfde materialen zijn gebruikt en daardoor dezelfde soort knallen van het dak zijn te horen, betekent niet dat geen verschil kan bestaan in hoe vaak die knallen te horen zijn, hoe hard en op welke tijdstippen (en dus in hoeverre het woongenot wordt aangetast).
3.9
Tijdens de zitting heeft [eisers] de rechtbank verzocht een gerechtelijke deskundige te benoemen. Deze deskundige zou volgens [eisers] een nieuw geluidsonderzoek moeten doen. [eisers] verwacht namelijk dat uit zo’n onderzoek zal volgen dat de geluidsnorm veel vaker en harder wordt overschreden dan zoals volgt uit het rapport van [deskundigen bureau] . De rechtbank zal echter geen deskundige benoemen. De rechtbank is hier niet toe verplicht en zij kan in deze zaak een beslissing nemen zonder een nieuw geluidsonderzoek. De rechtbank gaat ervan uit dat het geluidsonderzoek van [deskundigen bureau] een reëel beeld geeft van de knallen van het dak. Dat onderzoek heeft plaatsgevonden in een geschikte maand, te weten september, want volgens [eisers] ervaart hij overlast van april tot en met oktober. En daarbij zijn gedurende acht aaneengesloten dagen en nachten continue geluidsmetingen verricht, wat genoeg zou moeten zijn om de knallen van het dak in kaart te brengen. De rechtbank heeft daarom geen reden om aan te nemen dat de resultaten van een nieuw geluidsonderzoek zodanig zouden afwijken dat zij in deze zaak een andere beslissing zou nemen. En als [eisers] meende dat de situatie zoveel erger is dan zoals die volgt uit het rapport van [deskundigen bureau] , dan lag het op zijn weg om dat te onderbouwen, bijvoorbeeld met een nieuw geluidsrapport. Maar dat heeft hij niet gedaan.
[eisers] moet de proceskosten betalen
3.1
De rechtbank oordeelt dat [eisers] de proceskosten van [gedaagden] moet betalen. De reden hiervoor is dat [eisers] in deze procedure in het ongelijk is gesteld. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- Griffierecht € 1.325,00
- Salaris gemachtigde € 2.428,00 (2 punten x tarief € 1.214,00)
- Nakosten € 178,00(plus verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- Totaal € 3.931,00
De rechtbank verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad
3.11
De rechtbank verklaart de veroordeling tot betaling van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad, zoals is gevorderd. Dit betekent dat [eisers] aan deze veroordeling moet voldoen, ook als hij in hoger beroep gaat tegen het vonnis. De veroordeling geldt in dat geval totdat het gerechtshof daarover een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1
wijst de vorderingen van [eisers] af;
4.2
veroordeelt [eisers] om aan [gedaagden] de proceskosten van € 3.931,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,- en de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3
verklaart de veroordeling onder 4.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.W. Nederveen en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.

Voetnoten

1.Artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering