Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
De rechtbank wil betrokkene de kans geven om zijn mening te geven over het verzoek maar heeft ook oog voor de wettelijke beslistermijn zoals neergelegd in artikel 6:2 lid 1 sub e Wvggz. Die bepaling houdt in dat op een verzoek om een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging, binnen drie weken na indiening van het verzoek van de officier van justitie beslist moet worden. De eerdere zorgmachtiging vervalt als de rechter op het verzoek om een volgende zorgmachtiging heeft beslist of door het verstrijken van de genoemde beslistermijn van drie weken. Dat volgt uit artikel 6:6 lid 2 Wvggz.
Deze consequenties zijn niet wenselijk en ook niet beoogd met het verzoek van de advocaat om betrokkene zelf te horen.
14 april 2025 om 13:00 uurop de locatie van de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht.
4.De beslissing
tot en met 17 april 2025;
14 april 2025 om 13:00 uurin de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht.
10 april 2025.