Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.De kern
3.De achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
“Opdrachtgever en aannemer verlenen elkaar na volledige betaling over en weer finale kwijting.”. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank expliciet aan partijen gevraagd wat zij onder deze afspraak verstaan. Beide partijen gaven aan dat zij hiermee de bedoeling hadden van elkaar af te zijn, dat zij na betaling van de bedragen genoemd in de overeenkomst van 19 april 2024 door [gedaagde] , geen verplichtingen meer naar elkaar hebben en niets meer van elkaar te vorderen hebben. De rechtbank oordeelt dat partijen aan deze afspraak gehouden zijn. Dit betekent dat de door [gedaagde] gestelde tekortkomingen niet kunnen worden ingeroepen tegenover [eiser] en ook geen grond kunnen vormen voor een beroep op ontbinding.