ECLI:NL:RBMNE:2025:2230
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan procesbelang in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiseres op 18 oktober 2024 beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening was dat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag om aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder heeft op 29 oktober 2024 een verweerschrift ingediend, waarin werd gesteld dat eiseres geen procesbelang had, aangezien er op 3 oktober 2024 al een besluit was genomen over haar aanvraag. De rechtbank heeft partijen gevraagd of zij gehoord wilden worden op een zitting, maar geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van dit recht, waarna het onderzoek is gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat procesbelang vereist is. Procesbelang houdt in dat de rechtzoekende een reëel en actueel belang heeft bij de uitkomst van de procedure. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat het besluit van 3 oktober 2024, dat vóór het indienen van het beroep was genomen, het procesbelang van eiseres heeft doen vervallen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Blok, rechter, en is openbaar uitgesproken op 15 april 2025. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.