Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling in conventie en reconventie
hoofdverblijfheeft en met de overleden huurder een
duurzame gemeenschappelijke huishoudinghad, de huur gedurende zes maanden na het overlijden van de huurder voortzet, en ook langer als de rechter dat heeft bepaald. [1] De vordering tot voortzetting van de huur moet in ieder geval worden afgewezen als: (a) er geen sprake is van een
duurzame gemeenschappelijke huishouding, (b) er onvoldoende
financiële waarborgis voor de betaling van de huur of (c eiser niet een
huisvestingsvergunningoverlegt wanneer die vereist is. [2]
4.De beslissing
6 augustus 2025voor het nemen van een akte aan de zijde van [eiseres] over de beslissing op het bezwaar dat door haar is aangetekend;