ECLI:NL:RBMNE:2025:2236

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
11452109
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door wasborstel in wasbox

In deze zaak heeft eiseres haar auto laten wassen in een wasbox van gedaagde, waarbij de wasborstel van de lans is afgevallen en een kras op het dak van de auto heeft veroorzaakt. Eiseres vordert schadevergoeding van gedaagde, die stelt dat de schade niet haar schuld is. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst, omdat zij verantwoordelijk is voor het materiaal dat zij ter beschikking stelt. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres toe, inclusief de kosten voor het herstel van de schade en de onderzoekskosten. Gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11452109 \ UC EXPL 24-8506
Vonnis van 7 mei 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: E.H.M. Geerts,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 26 november 2024,
- de conclusie van antwoord van 8 januari 2025,
- de akte met aanvullende producties van de zijde van [eiseres] van 19 maart 2025.
1.2.
Op 9 april 2025 heeft er een zitting plaatsgevonden. Hierbij waren mevrouw [eiseres] , haar partner en haar gemachtigde, meneer E.H.M. Geerts, aanwezig. Namens [gedaagde] was haar bestuurder/aandeelhouder [A] aanwezig. Partijen hebben de vragen van de kantonrechter beantwoord en hebben op elkaar gereageerd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.
1.2.
Aan het eind van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat het vonnis vandaag zal worden uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiseres] heeft haar auto in een wasbox van [gedaagde] door haar man laten wassen. hij heeft hierbij de wasborstel gebruikt die in de wasbox stond. Tijdens het wassen is de wasborstel van de lans afgevallen. Dit heeft een kras veroorzaakt op het dak van de auto van [eiseres] . [eiseres] wil dat [gedaagde] een schadevergoeding betaalt, zodat de schade aan de lak bij een door haar uitgekozen bedrijf kan worden hersteld. [gedaagde] wil geen schadevergoeding betalen, want zij vindt dat de schade niet haar schuld is. Ze zegt er alles aan te hebben gedaan om de schade te voorkomen. De kantonrechter oordeelt dat de schade wel onder de verantwoordelijkheid van [gedaagde] valt, en dat zij daarom de schade van [eiseres] moet vergoeden.

3.De beoordeling

Het beoordelingskader
3.1.
[eiseres] wil dat [gedaagde] een vergoeding aan haar betaalt voor de schade die zij heeft geleden doordat het materiaal dat [gedaagde] ter beschikking heeft gesteld voor het wassen van haar auto tijdens het wassen kapot is gegaan. Zij beroept zich dus op wanprestatie. Niet ter discussie staat dat partijen een gebruiksovereenkomst (hierna: de overeenkomst) hebben gesloten: [gedaagde] heeft een wasbox ter beschikking gesteld met materiaal waarvan [eiseres] tegen betaling gebruik van heeft gemaakt. Op grond van de wet is [gedaagde] verplicht de schade die [eiseres] heeft geleden door een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst te vergoeden, tenzij die tekortkoming haar niet kan worden toegerekend. [1] De kantonrechter moet dus beoordelen of sprake is van een tekortkoming en zo ja, of die aan [gedaagde] kan worden toegerekend.
[gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst
3.2.
[eiseres] zegt dat [gedaagde] is tekortgeschoten omdat de wasborstel tijdens het wassen van de lans af is geschoten. Niet ter discussie staat dat [eiseres] dit meteen per mail heeft gemeld aan [gedaagde] en dat zij zich meteen de dag erna met de foto’s van het voorval die ze heeft gemaakt, bij [gedaagde] heeft gemeld. [gedaagde] heeft toen niet betwist dat de borstel van de lans is losgeschoten. Volgens [eiseres] heeft bovendien een medewerker erkend op camerabeelden te hebben gezien dat het tijdens het wassen mis is gegaan. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] niet betwist dat de wasborstel tijdens het wassen los is geraakt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] wel gesteld dat de wasborstel en lans niet kapot zijn gegaan, omdat aannemelijk is dat de wasborstel is losgeraakt omdat die niet (meer) goed vastgedraaid zat (met de schroefdraadverbinding) op de lans. [gedaagde] controleert iedere dag namelijk de materialen en heeft een dag later geen gebreken aan het materiaal vast kunnen stellen. Uit (niet overgelegde) gegevens van het gebruik van de wasbox blijkt volgens [gedaagde] bovendien dat de wasbox continue in gebruik is gebleven. Dat zou dus betekenen dat de wasborstel weer eenvoudig op de lans te bevestigen was en dat een volgende klant dat zal hebben kunnen doen.
3.3.
In het midden kan blijven wat de oorzaak is geweest van het losraken van de wasborstel. [eiseres] mocht namelijk verwachten dat zij de wasbox veilig kon gebruiken en het materiaal dat [gedaagde] daarvoor ter beschikking stelde daarvoor geschikt was en niet tijdens het wassen plotseling los zou raken, zoals is gebeurd. Dat betekent dat [gedaagde] te kort is geschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst.
Door de tekortkoming is schade ontstaan aan de auto van [eiseres]
3.4.
[eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er een kras is ontstaan op het dak van haar auto doordat de wasborstel van de lans is af is geschoten terwijl de man van [eiseres] doende was het dak van de auto met enige kracht schoon te borstelen. [gedaagde] heeft dit niet betwist. [gedaagde] moet dus de schade die is ontstaan vergoeden aan [eiseres] . [eiseres] heeft namelijk de schade onderbouwd met een offerte van [onderneming 1] (die ook de schade gaat herstellen) én een deskundigenrapport van [onderneming 2] . Met deze offerte en het deskundigenrapport is voldoende onderbouwd dat het [eiseres] inderdaad € 3.163,53 gaat kosten om de kras te herstellen.
3.5.
[gedaagde] heeft gezegd dat € 3.163,53 te veel is en dat op de offerte van [onderneming 1] ook het vervangen van enkele onderdelen van de auto is meegenomen. Dit is volgens haar helemaal niet nodig voor het herstellen van een kras op het dak. Tijdens de zitting is dit verweer van [gedaagde] verder besproken. [eiseres] heeft uitgelegd dat de auto een cabriolet is waarvan het dak losgemaakt zal worden om het over te spuiten. Wanneer het dak na het spuiten weer op de auto geplaatst wordt, moeten er onder andere nieuwe afdichtingsrubbers aan het dak bevestigd worden, omdat de oude niet hergebruikt kunnen worden. [gedaagde] heeft deze uitleg niet betwist en heeft gezegd dit een goede uitleg te vinden. De opmerking van [gedaagde] dat bij de offerte gerekend wordt met parelmoerlak in plaats van metallic lak, maakt ook niet dat het schadebedrag te hoog zou zijn. [gedaagde] heeft namelijk niet onderbouwd dat parelmoerlak meer zou kosten dan metalliclak. De schade kan dus als onvoldoende betwist worden toegewezen. Overigens is bij de mondelinge behandeling gebleken dat [onderneming 2] op verzoek van [gedaagde] is ingeschakeld om de hoogte van de schade te beoordelen en [gedaagde] ook heeft toegezegd de schade te vergoeden die [onderneming 2] als realistisch zou zien. Aangezien [onderneming 2] heeft vastgesteld dat de offerte van [onderneming 1] realistisch in beeld heeft gebracht wat de reparatie [eiseres] zal kosten, ligt ook voor de hand dat [gedaagde] haar eigen belofte moeten nakomen en € 3.163,53 aan [eiseres] moeten betalen voor het herstellen van de kras op het dak van haar auto.
[gedaagde] is verantwoordelijk voor schade die is ontstaan in de wasbox
3.6.
[gedaagde] vindt dat de vastgestelde tekortkoming niet aan haar kan worden toegerekend, omdat zij er alles aan heeft gedaan om de schade te voorkomen. Zij heeft uitgelegd dat na een eerder schadevoorval iedere dag alle wasboxen die zij exploiteert worden nagekeken op gebreken en dat noch op de ochtend dat de schade is ontstaan, noch de dag erna iets van een gebrek aan de wasborstel/lans is geconstateerd. Van haar als exploitant van wasboxen kan niet worden verwacht dat zij meer doet dan dat.
3.7.
De stelling van [gedaagde] komt er op neer dat het gebruik van de wasbox voor rekening en risico van de consument komt die de betreffende wasbox gebruikt. Dat heeft [gedaagde] ook op een waarschuwingsbord geschreven dat volgens haar in de was box hing. [eiseres] betwist gemotiveerd dat een dergelijke waarschuwing was aangebracht in de wasbox op het moment dat [eiseres] er gebruik van maakte en de schade ontstond. Een nadere redenering zou neerkomen op een risico-aansprakelijkheid van [gedaagde] als exploitant van de wasbox. Dat levert volgens [gedaagde] een onaanvaardbaar risico op. Volgens [gedaagde] deelt BOVAG dit standpunt.
3.8.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor het materiaal dat zij beschikbaar stelt aan de consument die dat materiaal gebruikt om zijn auto te wassen. De wasinstallatie in de wasbox bestaat uit professionele apparaten, waarvan de consument geen kennis hoeft te hebben. Dat er professionele apparatuur in de wasbox aanwezig is, is ook de reden dat de consument naar een wasbox gaat en daar betaalt om zijn auto op een makkelijke manier schoon te maken. Daaruit vloeit voort dat de verantwoordelijkheid voor deze professionele apparatuur bij de exploitant van de wasbox ligt. Dat betekent dat het risico dat met dat materiaal, ondanks goed onderhoud en goede controle, iets gebeurt dat tot schade kan leiden voor rekening en risico van [gedaagde] , als exploitant van de wasbox, moet blijven. De consument op zijn beurt is verantwoordelijk voor goed gebruik, conform de instructies, van de beschikbaar gestelde materialen. Een consument hoeft er echter niet op bedacht te zijn dat de wasborstel van de lans kan afvallen en is daarom niet verplicht de wasborstel grondig te controleren voordat hij hem gebruikt. Omdat niet gesteld of gebleken is dat [eiseres] de wasborstel/lans niet volgens de instructies heeft gebruikt geldt dat het losschieten van de wasborstel uit de lans (wat daar ook de oorzaak van is) voor rekening en risico van [gedaagde] moet blijven. Dat betekent dat de tekortkoming toerekenbaar is.
3.9.
Het kan verder in het midden blijven of het betreffende waarschuwingsbord in de wasbox aanwezig was. Een dergelijke waarschuwing zou namelijk neerkomen op een volledige uitsluiting van aansprakelijkheid. Uit de wet volgt dat een dergelijk beding in een consumentenovereenkomst wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn en daarom vernietigd kan worden. [2] [gedaagde] zal daarom moeten stellen dat het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend is. Uit het voorgaande blijkt dat de verantwoordelijkheid voor het materiaal in dit geval bij [gedaagde] als exploitant van de wasbox zou moeten liggen. Het exoneratiebeding is daarom voor de consument, [eiseres] , onredelijk bezwarend. Indien de waarschuwing in de wasbox aanwezig was, zou die waarschuwing als aansprakelijkheidsbeperkend beding ambtshalve door de kantonrechter vernietigd moeten worden.
[gedaagde] moet de kosten voor [onderneming 2] betalen
3.10.
[eiseres] vordert veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de kosten van de factuur van € 125,84 van [onderneming 2] vanwege onderzoekskosten aan de auto. In de wet is bepaald dat redelijke kosten ter vaststelling van de schade en/of aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking komen. [3] [eiseres] heeft onderzoek laten doen om het gebrek aan de auto te kunnen vaststellen, waardoor deze kosten voor toewijzing in aanmerking komen. Bovendien heeft [gedaagde] zelf aan [eiseres] verzocht om [onderneming 2] in te schakelen om de schade aan de auto vast te stellen. De kantonrechter acht de gevorderde kosten daarom redelijk en in redelijkheid gemaakt. De vordering van [eiseres] wordt toegewezen; [gedaagde] moet € 125,84 aan [eiseres] betalen voor de onderzoekskosten van [onderneming 2] .
[gedaagde] moet rente betalen
3.11.
[eiseres] vordert de wettelijke rente vanaf het moment dat [gedaagde] in verzuim is komen te verkeren. Voor de schadevergoeding voor de kras geldt hiervoor het volgende: op grond van de wet treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in wanneer de verbintenis strekt tot schadevergoeding in de zin van artikel 6:74 lid 1 Burgerlijk Wetboek en de verbintenis niet terstond wordt nagekomen. [4] [gedaagde] is daarom voor de door [eiseres] gevorderde schadevergoeding van € 3.163,53 in verzuim vanaf het moment dat de schade aan de auto van [eiseres] is ontstaan. [gedaagde] moet de wettelijke rente over vanaf 19 mei 2024 aan [eiseres] betalen.
3.12.
Voor de onderzoekskosten is [gedaagde] is verzuim na tien dagen vanaf het moment dat [eiseres] hem daarvoor in gebreke heeft gesteld op 19 september 2024. Dit betekent dat [gedaagde] de wettelijke rente over de onderzoekskosten van € 125,84 moet betalen vanaf 30 september 2024.
[gedaagde] moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen
3.13.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 453,94. Dat zijn kosten die [eiseres] heeft gemaakt om te proberen te voorkomen dat zij naar de rechter moest stappen. [eiseres] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Daarom moet [gedaagde] daarvoor een vergoeding betalen. Voor die vergoeding gelden vaste tarieven, die afhangen van de hoogte van de vordering. Deze tarieven zijn bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het bedrag dat [eiseres] heeft gevorderd komt overeen met het tarief in het Besluit. Dat betekent dat [gedaagde] het bedrag van € 453,94 aan [eiseres] moet betalen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.14.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
982,42
De beslissing zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard
3.15.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd door [eiseres] . Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 3.289,37, bestaande uit de hoofdsom van € 3.163,53 en de onderzoekskosten van € 125,84, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom van € 3.163,53 vanaf 19 mei 2024 en de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de onderzoekskosten van € 125,84 vanaf 30 september 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 453,94 aan buitengerechtelijke kosten,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 982,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2025.
62938

Voetnoten

1.artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek: .
2.Artikel 6:237 sub f BW.
3.Zie artikel 6:96 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
4.Artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek.