ECLI:NL:RBMNE:2025:2259
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en beroep ongegrond verklaard
Op 28 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De eiser, die als kentekenhouder was aangemerkt, ontving op 27 september 2023 een naheffingsaanslag van € 79,54. Eiser maakte bezwaar tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar op 24 oktober 2023 ongegrond en handhaafde de aanslag. Eiser ging hiertegen in beroep. Tijdens de zitting op 28 april 2025 was de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig, maar eiser zelf was niet aanwezig. De rechtbank heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat niet in geschil was dat de auto van eiser op 17 september 2023 zonder betaling van parkeerbelasting geparkeerd stond. Eiser betwistte de naheffingsaanslag en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de geldigheid van zijn parkeervergunning, omdat hij recentelijk was verhuisd. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar de uitspraak op bezwaar voldoende had gemotiveerd en dat het de verantwoordelijkheid van de houder van de parkeervergunning is om op de hoogte te zijn van de geldigheid en voorwaarden. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een overmachtssituatie en dat het niet betalen van de parkeerbelasting voor rekening en risico van eiser kwam. De rechtbank wees het beroep af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van het griffierecht. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.