ECLI:NL:RBMNE:2025:2295

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
C/16/591491 / JE RK 25/537
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor een hybride groep in het kader van de Jeugdwet

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 april 2025 een beschikking gegeven over de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, die de minderjarige onder toezicht heeft gesteld. De ouders van de minderjarige hebben het ouderlijk gezag, maar hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De minderjarige heeft wel verweer gevoerd, waarbij hij aangaf dat hij het eens is met de plaatsing op een hybride groep, maar liever met een open machtiging of een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp zou willen verblijven.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling gekeken naar de voortgang van de minderjarige en de noodzaak van de gesloten jeugdhulp. De kinderrechter concludeert dat de minderjarige stappen heeft gezet in zijn ontwikkeling, maar dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk blijft om zijn veiligheid te waarborgen en om terugval in oude gedragspatronen te voorkomen. De kinderrechter heeft daarbij de relevante artikelen uit de Jeugdwet in acht genomen, die stellen dat een machtiging voor gesloten jeugdhulp alleen verleend kan worden als deze noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 20 mei 2025 tot 14 augustus 2025, en hoopt dat de minderjarige en zijn ouders de komende periode veel succes zullen hebben in hun verdere ontwikkeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht, locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/591491 / JE RK 25/537
Datum uitspraak: 29 april 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
de gecertificeerde instelling
De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
gevestigd in Amsterdam,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat mr. J.O.A.N. de Vries te Utrecht.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] ,
hierna samen: de ouders.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter heeft de volgende stukken ontvangen:
  • een verzoekschrift van de GI (met bijlage) van 8 april 2025;
  • een bericht van de GI (met bijlagen) van 25 april 205.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • [minderjarige] met zijn advocaat;
  • de ouders;
  • twee vertegenwoordigers van de GI: [A] en [B] ;

2.Waar het over gaat

De feiten
2.1.
De ouders hebben het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
Op 15 mei 2024 heeft de kinderrechter [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI tot 15 augustus 2024. Bij beschikking van 14 augustus 2024 is [minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI tot 14 augustus 2025.
2.3.
Voor [minderjarige] zijn diverse machtigingen tot uithuisplaatsing verleend (voor zowel open als gesloten groepen). De kinderrechter heeft voor het laatst bij beschikking van 20 december 2024 een machtiging verleend om [minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 december 2024 tot 20 mei 2025.
2.4.
De GI verzoekt wederom een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, ditmaal voor de duur van de ondertoezichtstelling en dus tot 14 augustus 2025. De bedoeling van de GI is dat [minderjarige] de komende periode op een hybride groep verblijft met een machtiging gesloten jeugdhulp. Op deze plek kan hij zijn vrijheden uitbreiden.

3.De standpunten

3.1.
De ouders hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
3.2.
[minderjarige] heeft wel verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij is het eens met de plaatsing op de hybride groep, maar hij wil daar verblijven met een machtiging voor een open groep of een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. [minderjarige] wil laten zien dat hij de verantwoordelijkheden aankan en ziet daarom geen reden meer voor een gesloten machtiging.

4.De beoordeling

De conclusie
4.1.
De kinderrechter zal een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] verlenen met ingang van 20 mei 2025 tot 14 augustus 2025. Hierna legt zij uit waarom zij deze beslissing neemt.
Juridisch kader
4.2.
In artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet staat dat een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp alleen verleend kan worden als deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Daarnaast moet de gesloten jeugdhulp noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Tot slot moeten er volgens de wet geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
4.3.
In artikel 6.1.2., vijfde lid, Jeugdwet, staat verder dat er een instemmingsverklaring nodig is van een gekwalificeerde gedragswetenschapper.
De toelichting
4.4.
De kinderrechter heeft gelezen en gehoord dat het veel beter met [minderjarige] gaat dan een halfjaar geleden. Het patroon van onttrekking aan regels en afspraken is afgenomen, mede doordat [minderjarige] coöperatief en zonder agressie-incidenten deelneemt aan de behandelinterventies in gedwongen kader en zijn zelfregulatievaardigheden verbeteren. [minderjarige] is rustiger, laat zich beter begeleiden en is beter in contact met zijn ouders. [minderjarige] heeft zelf ook verteld dat hij lekkerder in zijn vel zit. De kinderrechter vindt dat heel positief.
4.5.
Omdat [minderjarige] heeft laten zien dat hij stappen zet, is hij twee weken geleden verhuisd naar [locatie 1] , een hybride groep van [instelling] . Op deze groep verblijven jongeren mét en zónder machtiging gesloten jeugdhulp. Bij de jongeren mét een machtiging gesloten jeugdhulp kunnen maatregelen worden genomen. Het gaat dan om vrijheidsbenemende maatregelen als vastpakken en vasthouden of maatregelen zoals urinecontroles, regels over telefoongebruik en het doorzoeken van de kamer. [1]
4.6.
De kinderrechter snapt dat [minderjarige] de positieve lijn wil voortzetten en dat hij graag wil laten zien dat hij dat kan. De kinderrechter wil benadrukken dat zij ervan overtuigd is dat [minderjarige] zijn best doet. Het is dan ook zeker terecht dat hij trots is op zichzelf. Tegelijkertijd vindt de kinderrechter de stap naar [locatie 1] spannend. Op [locatie 1] wordt [minderjarige] namelijk meer aangesproken op zijn verantwoordelijkheden. Daarnaast gaat hij steeds meer oefenen met vrijheden. Deze ontwikkelingen zullen veel van [minderjarige] gaan vragen. Zo zal hij meer prikkels krijgen, sneller overvraagd worden en in verleiding komen tot bijvoorbeeld drugsgebruik. In de afgelopen periode zijn een aantal momenten geweest waarop [minderjarige] heeft laten zien dat hij daarin nog dingen moet en kan leren.
4.7.
De kinderrechter vindt het belangrijk dat er op het moment dat [minderjarige] een klein stapje achterruit zet, snel gereageerd kan worden. Om terugval in oude, onveilige gedragspatronen te voorkomen is voorzetting machtiging gesloten noodzakelijk om de veiligheid te kunnen waarborgen en voortgang op de behandeling te stimuleren. Daarom vindt de kinderrechter het noodzakelijk dat de begeleiding van [locatie 1] maatregelen zoals hierboven onder 4.5 opgenoemd kan toepassen als zij dat nodig vinden. Een machtiging gesloten jeugdhulp is daarvoor noodzakelijk. Zonder machtiging zal [minderjarige] zich onttrekken aan de behandeling. De gedragswetenschapper heeft op 16 april 2025 ook een instemmingsverklaring afgegeven.
4.8.
De kinderrechter ziet geen minder ingrijpende mogelijkheden. Een voorwaardelijke machtiging kan minder snel omgezet worden in een gesloten machtiging, in het kader waarvan dan pas een correctie of controle kan plaatsvinden. Dat vindt de kinderrechter niet in het belang van [minderjarige] .
4.9.
De kinderrechter wenst [minderjarige] en de ouders de komende periode veel succes. Zij hoopt dat [minderjarige] stappen in de goede richting blijft zetten en dat het gezin zal profiteren van de systeemtherapie zodat [minderjarige] uiteindelijk weer naar huis kan. Een opname bij het [locatie 2] lijkt nu niet meer noodzakelijk. De gestarte maar niet afgeronde analyse zal mogelijkerwijs weer worden opgepakt en afgerond om de juiste hulp in de thuissituatie te kunnen inzetten.
Hierna volgt de beslissing. De kinderrechter gebruikt hierbij de begrippen uit de wet.

5.De beslissing

De kinderrechter verleent een machtiging om [minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 mei 2025 tot 14 augustus 2025.
Deze beschikking gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2025 door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. van Oostveen als griffier, en op schrift gesteld op 13 mei 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp,