Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [gedaagde c.s.]
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting De Alliantie en [gedaagde c.s.]. De Alliantie vorderde ontruiming van een woning die door [gedaagde sub 1] werd gehuurd, omdat zij haar verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakwam. [gedaagde sub 1] had haar hoofdverblijf al meer dan drie jaar niet in de woning en had deze in gebruik gegeven aan haar dochter, [gedaagde sub 2]. De Alliantie stelde dat er sprake was van een tekortkoming die de ontruiming rechtvaardigde. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde sub 1] tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat de ontruiming gerechtvaardigd was. De rechter heeft [gedaagde sub 1] veroordeeld om de woning binnen zes maanden na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens zijn [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] veroordeeld om de ontruiming te gehengen en te gedogen. De proceskosten zijn toegewezen aan de Alliantie, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.