Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 maart 2025 in de zaak tussen
[bedrijf] B.V., uit [plaats] , verzoeker
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van [bedrijf] B.V. niet-ontvankelijk verklaard. Het verzoek betreft de verlenging van een begunstigingstermijn die eerder door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren was verleend. Verzoeker had een besluit van 13 december 2024 overgelegd, waarin de begunstigingstermijn voor de derde keer werd verlengd tot 15 januari 2025. In dit besluit werd vermeld dat verzoeker vanaf die datum een dwangsom zou verbeuren wegens het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een woning.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek niet-ontvankelijk is omdat er geen connexe bezwaarschriftprocedure loopt. Verzoeker had de rechtbank niet voorzien van een bezwaarschrift tegen het besluit van 13 december 2024, ondanks een verzoek daartoe van de rechtbank. Dit gebrek aan een lopende bezwaarprocedure maakt het niet mogelijk om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek niet inhoudelijk beoordeeld en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier mr. M.L. Bressers, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.