ECLI:NL:RBMNE:2025:2360

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
16-287676-23 en 16-115315-24 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met minderjarigen en dierenporno

Op 16 mei 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met zijn minderjarige neefjes en het vervaardigen van dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met zijn twee neefjes, die op het moment van de feiten minderjarig waren en aan zijn zorg waren toevertrouwd. De verdachte heeft bij één neefje daadwerkelijk binnengedrongen, terwijl bij het andere neefje het bij een poging is gebleven. Daarnaast is de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van het vervaardigen van dierenporno en het medeplegen van ontucht met een dier. De rechtbank heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar opgelegd, evenals een maatregel tot terbeschikkingstelling met voorwaarden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de immateriële schadevergoeding voor beide slachtoffers heeft vastgesteld op €3.000,- en de materiële schadevergoeding voor één van de slachtoffers op €971,-. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het bezit van kinderporno, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk over deze bestanden beschikte. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers benadrukt, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-287676-23 en 16-115315-24 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 mei 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1971] in [geboorteplaats]
gedetineerd in [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 februari 2024, 16 mei 2024, 30 juli 2024, 23 oktober 2024, 6 januari 2025, 6 februari 2025 en 2 mei 2025. Op laatst genoemde datum heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. A. Dam, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. A.A. Rangoe, advocaat te Lelystad, en ook de benadeelde partij [slachtoffer 1] en diens advocaat mr. T.C. Cooman, naar voren hebben gebracht. [slachtoffer 1] heeft gebruik gemaakt van het spreekrecht.

2.TENLASTELEGGING

De (op de zitting van 19 februari 2024 gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16-287676-23
Feit 1:in de periode van 9 februari 2000 tot en met 8 februari 2001 te [plaats 1] met de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 1] (geboren op [1989] ) ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
Feit 2
primair:in de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] heeft geprobeerd om met de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 2] (geboren op [1991] ) ontuchtige handelingen te plegen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
subsidiair:de onder het primaire feit ten laste gelegde ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 2] (geboren op [1991] ), met uitzondering van het pogen seksueel binnen te dringen van het lichaam;
Feit 3:in de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] met de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 2] (geboren op [1991] ) ontucht heeft gepleegd;
Feit 4:in de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een ander meermalen dierenporno heeft vervaardigd;
Feit 5:op 5 november 2023 te [plaats 1] meermalen kinderporno in zijn bezit heeft gehad.
16-115315-24
primair:in de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een ander ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier;
subsidiair:medeplichtig is geweest aan het primair ten late gelegde, gepleegd door [G]

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 16-287676-23 feit 1, feit 2, feit 3 en feit 5 en van het onder parketnummer 16-115315-24 primair ten laste gelegde.
Voor zover van belang worden de standpunten van de verdediging hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak 16-287676-23 feit 5 (bezit kinderporno)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno en spreekt hem hiervan vrij.
Voor het in bezit hebben van de kinderpornografisch materiaal is vereist dat een verdachte hierover heeft kunnen beschikken. De bestanden moeten toegankelijk of benaderbaar zijn en er moet sprake zijn van (voorwaardelijk) opzet op de aanwezigheid daarvan.
Uit het dossier volgt dat op de telefoon van verdachte vijf afbeeldingen van vermoedelijk kinderpornografisch materiaal zijn aangetroffen. Eén van de afbeeldingen betreft een screenshot van Google waar wordt gezocht naar ‘
[.]’. Dit is niet strafbaar en geen kinderpornografisch materiaal. Van de andere vier afbeeldingen is geen metadata beschikbaar, omdat de originele bestanden niet meer op de telefoon aanwezig zijn. Het betreffen dus enkel
thumbnailsvan bestanden die zich bevinden in
cache.
Uit het dossier volgt verder dat op de laptop van verdachte 20 afbeeldingen en één video zijn aangetroffen van vermoedelijke kinderporno. Deze 21 bestanden waren aanwezig in een
unallocated spaceop de opslag van de laptop. Dit is een niet toegewezen schijfruimte. Over de herkomst van die afbeeldingen kan de politie geen duidelijkheid geven. De bestanden hebben op een bepaald moment op de laptop gestaan, maar er kan niet worden vastgesteld hoe de bestanden op de laptop terecht zijn gekomen, en ook niet of en wanneer de bestanden zijn benaderd.
Voor bestanden die in
cacheen in
unallocated spacesworden aangetroffen geldt dat deze niet of niet eenvoudig zonder gebruikmaking van speciale software toegankelijk zijn. Om tot bewezenverklaring te komen van het bezit van die bestanden is dus meer nodig. Doordat niet duidelijk is geworden of deze bestanden bekend, toegankelijk en benaderbaar waren voor verdachte, kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte (ten minste) willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard op de aanwezigheid van de kinderpornografische bestanden.
Bewezenverklaring 16-287676-23 feit 1, feit 2 primair en feit 3 (seksueel misbruik minderjarigen)
Bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Ik ging vaak met mijn neefjes [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1 (voornaam)] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2 (voornaam)] ) vissen bij de [straat 1] . Ik bleef na het vissen daar ook wel eens slapen met mijn neefjes.
De aangifte van [slachtoffer 1 (voornaam)] van 16 september 2022, zakelijk weergegeven:
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
A: [verdachte] . Hij is de broer van mijn moeder, hij woont in [plaats 1] op de [straat 2] [nummeraanduiding 1] .
V: Waar heeft dit plaatsgevonden?
A: Op de [straat 2] [nummeraanduiding 1] in [plaats 1] .
V: In welke periode/wanneer heeft dit strafbare feit plaatsgevonden?
A: Dat is een beetje gissen maar het is in ieder geval tussen mijn elfde of twaalfde levensjaar.
V: Vertel ons eens, nog een keer, alles over wat er toen is gebeurd?
A: Ik ben hier om aangifte te doen van seksueel misbruik door mijn oom [verdachte (voornaam)] . Op jonge leeftijd gingen wij als neefjes met hem mee met vissen en dat ging altijd goed. Tot op een avond bier werd gegeven. Ik ging die avond bij mijn oma slapen en ik kwam die avond met [verdachte (voornaam)] op een kamer te liggen en die avond is het mis gegaan.
V: Vertel eens als een soort filmpje over wat [verdachte (voornaam)] met jou deed en noem de dingen bij de naam zoals je ze altijd noemt?
A: Ik lig op mijn rug in bed en ik zie hem uit bed stappen. Hij kwam naar mij toe en begon aan me te zitten, zonder dat hij er iets bij zei. Hij deed de dekens opzij en hij begon me te kietelen in mijn zij. Hij deed mijn pyjama broek uit en toen begon hij met zijn handen over mijn lul en ballen te wrijven. En toen moest ik me uitkleden. Ik werd omhoog getrokken en mijn shirt werd uitgetrokken. Mijn onderbroek was samen met de pyjama broek ook uit getrokken. Ik lag weer op mijn rug. Hij stond naast het bed. Hij wreef over mijn been en over mijn lul. Hij trok zijn onderbroek uit. Hij stond naast het bed zichzelf af te trekken en hij greep mijn hand en toen moest ik het gaan doen. Hem aftrekken. Hij bracht mijn hand naar zijn lul en toen zei hij "jij moet het nu doen".
V: Je bent hem liggend aan het aftrekken en hij is je aan het betasten, en toen?
A: Toen begon hij me te pijpen en hij probeerde mijn lul stijf te krijgen, maar dat lukte niet. Hij raakte daarvan heel opgewonden, hij bleef maar doorgaan en dat werd steeds dwangmatiger, het ging steeds harder. Zijn gedrag, naarmate je bij het moment van penetratie kwam, werd het steeds hardhandiger. Achteraf zei hij dat ik niemand iets mocht vertellen.
V: In welke houding lag je daarna.
A: Ik lag op mijn rug. Ik werd op mijn linkerzij getrokken en ik moest hem pijpen.
V: Waardoor kreeg je het gevoel dat je moest?
A: Hij trok mijn hoofd naar zijn lul, zodanig dat je gezicht vlak bij zijn lul was.
V: En dan?
A: Ik ben hem gaan pijpen. En kort daarna was het al snel "nu ga je je om draaien", dan kom ik achter je zitten. Dat was het meest afschuwelijke moment.
V: Op welke wijze draaide jij je om?
A: Ik draaide me op mijn buik en hij kroop op bed en kwam op zijn knieën tussen mijn benen zitten. Ik hoorde dat hij aan het spugen was om het bij mij soepeler te maken en ik voelde dat hij met zijn hand aan mijn reet begon te zitten. Hij wreef met zijn hand zijn spuug op mijn anus. En toen kwam hij op me liggen met zijn dikke pens en toen begon de hel pas echt.
V: Wat voelde je toen?
A: Hij smeerde met zijn vingers zijn spuug over mijn anus en toen begon hij hem naar binnen te duwen. Ik voelde zijn vingers langs zijn anus glijden. Hij duwde zijn piemel tegen mijn anus aan te drukken.
V: Hoe lag hij op jou?
A; Ik lag op mijn buik en hij kwam met zijn buik over mijn rug hangen met zijn volle gewicht op mij met zijn hoofd naast mijn gezicht dus ik kon geen kant op. En zijn lul in mijn anus, dat deed zeer.
V: Hij drukte met zijn lul tegen je aan en toen?
A: Hij drukte steeds harder en toen kwam hij er door heen en toen kwam hij echt naar binnen en dat deed vreselijk zeer. Hij begon neukbewegingen te maken, hij neukte me.
V: Hoe lang duurde dat?
A: Een kwartier, en dat was mijn beleving op dat moment. Misschien was het korter, maar ja, uiteindelijk kwam hij klaar, zonder condoom. Hij kwam bij mij van binnen klaar.
V: Wat deed hij nadat hij klaar kwam?
A: Hij ging nadat hij klaar kwam van me af. Hij begon daarvoor steeds harder te hijgen. En nadat hij van me af ging, zei hij dat we het hier nooit over zouden gaan hebben en dat ik dit niet tegen anderen het erover moest hebben. Hij trok zijn onderbroek aan en ging in bed liggen alsof er niks gebeurd was. Ik was helemaal verstijfd en ik lag me af te vragen wat er nu gebeurd was.
V: Heeft [verdachte (voornaam)] nadien nog iets gezegd tegen jou hierover?
A: Nooit. [2]
De medische verklaring over [slachtoffer 1 (voornaam)] van 20 november 2023
Betreft: Dhr. [slachtoffer 1]
Geb.datum: [1989]
Onderwerp: verklaring
Datum: 20-11-2023
Bovenstaande patiënt wordt ivm gediagnosticeerde PTSS in verband met sexueel misbruik,
behandeld door een psycholoog.
Met vriendelijke groet,
drs. [A] , huisarts [3]
De aangifte van [slachtoffer 2 (voornaam)] van 12 oktober 2022, zakelijk weergegeven:
V: Waarvan kom je aangifte doen, kort gezegd?
A: Van mijn oom [verdachte (voornaam)] , misbruik door hem.
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
A: [verdachte]
V: Waar heeft het misbruik plaatsgevonden?
A: Bij de [straat 1] , tussen [plaats 1] en [plaats 2] in.
V: In welke periode heeft dit strafbare feit plaatsgevonden?
A: Toen ik jong was, ik schat tussen mijn achtste en twaalfde.
V: Vertel ons eens, nog een keer, alles over wat er destijds is gebeurd?
A: We gingen naar een vislocatie bij de [straat 1] toe. We waren met z'n drieën, ik, [verdachte (voornaam)] en [B (voornaam)] . We gingen een tent opzetten. Bij het vissen dronken we een biertje. 's Avonds waren we dronken en toen gingen we slapen. De tent had twee delen, [B (voornaam)] in
het voorste deel en [verdachte (voornaam)] en ik achter. [verdachte (voornaam)] zat heel snel met zijn hand bij mijn broek. Hij begon aan mijn piemel te zitten. Die ging groeien. Toen nam ie em in zijn mond, hij ging mij pijpen. Daarna probeerde hij met zijn piemel in mijn kont te komen. Dat is niet gelukt maar heeft hij wel geprobeerd.
V: Wat merkte je ineens?
A: Dat er ineens een hand aan mij kwam (wijst naar zijn kruis). De ruimte tussen mijn en zijn stretcher was heel klein; stonden strak tegen elkaar aan. [verdachte (voornaam)] hoefde niet uit bed te stappen om bij mij te komen en aan te raken.
V: Wat gebeurde er toen [verdachte (voornaam)] je aanraakte?
A: Ik was in shock, ik bevroor. Voor ik het wist zat hij aan mijn piemel en die groeide. Ik weet dat het een hand was, ik voelde vingers. Zijn hand ging onder mijn broek en onderbroek door naar mijn piemel.
V: Wat ging er aan het pijpen vooraf?
A: Ineens was alles los, mijn kleding, ik bevroor, hij ging pijpen en ik kwam klaar. Ik kwam klaar in zijn mond. Daarna wilde hij iets terug. Ik moest met mijn handen zijn piemel aanraken. Die was ook hard. Toen moest ik op mijn knieën en wilde hij hem in mijn kont steken. Hij gaf nog een rochel op mijn anus om em erin te steken, maar dat lukte niet.
V: Vertel eens hoe het ging toen jij zijn piemel vast moest houden?
A: Hij nam mijn hand en bracht die naar zijn piemel en toen moest ik dat ook doen, want hij had mij ook verwend, hoorde ik [verdachte (voornaam)] zeggen.
V: En toen?
A: Ik zat maar wat aan zijn piemel te wroeten. Ik deed ook aftrekbewegingen, omdat ik gevoeld had dat hij dat ook bij mij deed. [verdachte (voornaam)] vroeg of ik op mijn knieën wilde gaan zitten. Ik ging op mijn knieën op mijn eigen stretcher zitten en leunde op mijn onderarmen, mijn blote billen staken naar boven/achter toe. [verdachte (voornaam)] kwam achter mij.
V: [verdachte (voornaam)] kwam achter jou zitten, wat voelde je toen?
A: Ik voelde dat [verdachte (voornaam)] op zijn knieën zat, want zijn want zijn knieën zaten naast mijn benen. En toen voelde ik dat zijn piemel tegen mijn kont aan kwam.
V: Hoe weet je dat het een piemel was?
A: Het was iets zachts, zachter dan bot op bot en ik wist gewoon zeker dat het zijn piemel was, bij mijn poepgat. Hij wou er gelijk in en ik ben blij dat het niet gelukt was .
V: Waarom lukte het niet?
A: Ik denk dat mijn poepgat te klein was of zo? Ik denk ook dat ik de boel aangespannen had. En toen hoorde ik [verdachte (voornaam)] zeggen dat ie em nat moest maken en ik hoorde [verdachte (voornaam)] zeggen 'Ik geef er wel effe een [.] op'.
V: Je voelde toen dat het nat was en toen?
A: Toen probeerde hij weer met zijn piemel tegen mijn kontgat te drukken, nadat hij eerst het spuug door mijn spleet had verspreid met zijn vingers. Hij heeft niet met zijn vinger in mijn poepgat gezeten.
V: Het penetreren lukte dus niet en toen?
A: Ik weet dat hij dat niet leuk vond, want hij werd nukkig, chagrijnig. Ik hoorde dat hij de deken om zich heen sloeg en we gingen slapen. [verdachte (voornaam)] ging toen wel anders liggen, met zijn achterhoofd richting mij. [4]
De medische verklaring over [slachtoffer 2 (voornaam)] van 22 maart 2022
REDEN BERICHT: Afronding behandeling
BEHANDELAAR: [C]
FUNCTIE BEHANDELAAR: GZ-Psycholoog
NAAM CLIËNT: [slachtoffer 2]
GEBOORTEDATUM: [1991]
BESCHRIJVENDE DIAGNOSE (INTAKE):
Het betreft een 30 jarige getrouwde man, die werkzaam is als marktkoopman en verwezen wordt door de huisarts v.w. herbelevingen van een poging tot verkrachting door zijn oom. Cliënt heeft last van intrusieve herinneringen, nachtmerries, spanning bij en vermijding van traumagerelateerde prikkels, een negatief zelfbeeld, gevoelens van zelfverwijt en schaamte, overmatige waakzaamheid en slaapproblemen, passend bij een posttraumatische stressstoornis, als gevolg van herhaaldelijk seksueel misbruik. Klachten zijn ongeveer een jaar geleden ontstaan, nadat iemand in de naaste omgeving van cliënt deelde dat hij seksueel misbruikt was. Familieanamnese is belast: een broer en een zus zijn ook onder behandeling geweest wegens seksueel misbruik. In de persoonlijkheid is sprake van vermijdende trekken.
Er is sprake van alcoholmisbruik. Cliënt drinkt dagelijks alcohol met als functie om te kunnen slapen en om seksueel contact met zijn partner langer te kunnen volhouden. Geen bijzonderheden t.a.v. wonen/financiën/systeem. Er is geen sprake van suïcidale gedachten, noch plannen.
DSM-classificatie van 30-aug-2021
309.81B Posttraumatische stressstoornis (incl. de posttraumatische-stressstoornis bij kinderen van 6 jaar en jonger): met uitges (H)
CONCLUSIE EN ADVIES:
De Posttraumatische stressstoornis is met succes behandeld, dossier wordt hierbij, in overleg met cliënt gesloten. Indien cliënt in de toekomst opnieuw ptss klachten ontwikkeld kan hij opnieuw verwezen worden naar het [instelling 2] . [5]
De verklaring van [D] van 13 november 2023, zakelijk weergegeven:
V: Jullie zijn wel vaker wezen vissen?
A: Ja, we zijn vaker wezen vissen.
V: Heeft [slachtoffer 2 (voornaam)] verteld over de plek waar jullie zijn wezen vissen?
A: Dat moet de [straat 1] zijn want op een andere plek hebben wij niet gevist met zijn drieën.
V: De indeling van de tent, wat kun je hierover zeggen?
A: Was een 2 a 3 persoonstent, deze had een voortent en een afgesloten gedeelte achterin. Er sliep er één in de voortent en de andere twee in het afgesloten gedeelte. [6]
De verklaring van [E] van 13 november 2023, zakelijk weergegeven:
V: Als je teruggaat naar het moment, op welk moment is bij jou de info gekomen dat [slachtoffer 1 (voornaam)] slachtoffer is geweest van seksueel misbruik.
A: Het was op de verjaardag van mijn zoontje. Dat is 3 jaar geleden op 23 juni. Toen was mijn zwager er, [slachtoffer 2 (voornaam)] . Hij begon ineens over ome [verdachte (voornaam)] . Ik zag [slachtoffer 1 (voornaam)] wit wegtrekken met grote ogen, met wat is dit. Ik zat al naar hem te kijken, waarom hij zo raar reageerde. Toen begon [slachtoffer 1 (voornaam)] ook ineens heel hard te huilen. Ik dacht wat overkomt mij nou/ wat gebeurt er nou. De ene zit heel hard te janken en de andere begint ook. Toen kwam de aap uit de mouw. Mijn zwager vertelde het aan zijn vrouw (mijn schoonzus), ik en [slachtoffer 1 (voornaam)] waren er.
V: Wat werd er verteld?
A: [slachtoffer 2 (voornaam)] vertelde dat hij wel eens met ome [verdachte (voornaam)] ging vissen. Hij vertelde dat er is geprobeerd om een echte aanranding bij hem te doen. Het was alleen maar huilen. Ik keek naar [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 1 (voornaam)] begon ook te huilen. [slachtoffer 1 (voornaam)] zei toen dat hij het bij hem geprobeerd was, maar dat het ook gelukt was. [slachtoffer 1 (voornaam)] zei dat hij hem daadwerkelijk had verkracht.
V: Hoe reageerde [slachtoffer 1 (voornaam)] , wat heeft [slachtoffer 1 (voornaam)] verteld op die avond?
A: Zoals ik al zei, [slachtoffer 1 (voornaam)] werd helemaal wit. Die zag ik direct rechtop zitten en keek alsof hij spoken had gezien. Hij begon toen te huilen en zei dat het bij hem ook was gebeurd. Hij vertelde toen dat het bij hem niet alleen geprobeerd was, maar ook echt gebeurd was. Bij [slachtoffer 2 (voornaam)] is het niet gelukt, maar bij [slachtoffer 1 (voornaam)] wel. Verder was [slachtoffer 1 (voornaam)] heel erg overstuur die avond. Ik heb het toen een beetje gelaten. De volgende dag heb ik meer gevraagd. [slachtoffer 1 (voornaam)] was toen in zichzelf gekeerd. Toen was eigenlijk de stress en onrust wel begonnen. Het was een lastige tijd.
V: Op welke manier en hoe is het de afgelopen 3 jaar nog besproken geweest. Wat [slachtoffer 2 (voornaam)] / [slachtoffer 1 (voornaam)] is overkomen.
A: Vanaf dat moment is [slachtoffer 1 (voornaam)] helemaal afgegleden. [slachtoffer 1 (voornaam)] keerde in zichzelf en ging meer drinken, nachtmerries, stress, afvallen. Van alles, het ging gewoon niet goed. [7]
De verklaring van [F] van 14 november 2023, zakelijk weergegeven:
V: Wanneer heeft [slachtoffer 2 (voornaam)] dit aan jou verteld?
A: Dat is denk ik in 2020/2021.
V: Vertel eens hoe het gesprek begonnen is?
A: Hij vertelde het en was alleen maar huilen. Hij wilde er verder niet meer over hebben. Dat was het eerste moment dat hij het tegen mij zei.
V: Welke woorden gebruikte [slachtoffer 2 (voornaam)] precies?
A: Dat hij vroeger misbruikt is..
V: Je zegt [slachtoffer 2 (voornaam)] zag het leven niet meer zitten. Waar bleek dat uit?
A: Hij heeft een aantal keren gezegd ik ga een touw halen of ik ga naar het spoor.
V: En toen?
A: Toen heeft hij het ook gehoord van zijn broer.
V: Wat hoorde je toen?
A: Het gesprek ging over dat het met [slachtoffer 2 (voornaam)] niet zo lekker ging. En toen een geven moment ging het over het misbruik. Ik vroeg aan [slachtoffer 1 (voornaam)] of het bij hem ook was gebeurd vroeger. Toen brak [slachtoffer 1 (voornaam)] .
V: Je zegt: [slachtoffer 2 (voornaam)] heeft gezegd wie hem misbruikt heeft. Wie heeft hem misbruikt?
A: Dat is Ome [verdachte (voornaam)] .
V: Inmiddels weet je het al een aantal jaren. Weet jij iets meer?
A: Niet echt in details. Ik weet dat het gebeurd is in de nacht van vissen. Het was in een tent. [slachtoffer 2 (voornaam)] deelt geen details met mij omdat hij dat denkt dat ik hem dan vies vind.
V: Wat merk jij daarvan [H (voornaam)] . Wat kun je er over vertellen?
A: Hij wordt heel vaak badend in het zweet wakker en zit dan rechtop in zijn bed of hij maakt mij dan wakker en vraagt aan mij: "Ik heb gedroomd he?". Hij gaat ook regelmatig naar beneden.
V: Hoe gaat het nu met [slachtoffer 2 (voornaam)] ?
A: Dat is een beetje jantje lacht jantje huilt. Ik heb er een kind bij gekregen. Ik heb brede schouders. Hij heeft het zwaarder op dit moment dan dat ik het heb. [8]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
In zedenzaken gaat het in de kern vaak om het woord van de aangever tegen dat van de verdachte. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat in dergelijke gevallen niet is vereist dat de handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebruikte bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Zowel [slachtoffer 1 (voornaam)] ( [slachtoffer 1] ) als [slachtoffer 2 (voornaam)] ( [slachtoffer 2] ) hebben blijkens hun verklaringen het seksueel misbruik jaren verzwegen uit schaamte en angst. Op het moment dat [slachtoffer 2 (voornaam)] in 2020 over het seksueel misbruik door hun oom (verdachte) begon, reageerde [slachtoffer 1 (voornaam)] hier verbaal en non-verbaal sterk op en vertelde hij vervolgens dat hij ook door zijn oom is misbruikt. Hiervoor waren zij beiden niet op de hoogte van het seksueel misbruik van de ander en beiden verklaren dan ook spontaan. Twee jaar later hebben [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] met de politie een informatief gesprek zeden gevoerd en vervolgens aangifte gedaan. De verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] zijn consistent, authentiek en gedetailleerd.
De rechtbank heeft geen twijfel aan de betrouwbaarheid van de verklaringen. Die vinden voldoende steun in andere bewijsmiddelen. De rechtbank gaat daarom uit van de volledige lezing van de verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] . Dat licht de rechtbank als volgt toe.
De verklaringen worden allereerst ondersteund door de verklaring van verdachte ter terechtzitting. Verdachte heeft bevestigd dat hij vaak bij de [straat 1] ging vissen met zijn neefjes [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] , toen zij jong waren. Soms bleven ze daarna bij de [straat 1] slapen. Hun neefje, [D] , ging soms ook mee, wat verdachte zelf ook heeft verklaard. Dit komt overeen met de verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] en van [D] .
De beide aangevers hebben niet alleen verklaard over het misbruik door verdachte, maar ook over de fijne herinneringen die zij aan hem hebben. Naar het oordeel van de rechtbank draagt dit bij aan de betrouwbaarheid van hun verklaringen.
Daarnaast worden de verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] ondersteund door de eigen waarnemingen van de partners van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] . De partner van [slachtoffer 1 (voornaam)] , [E] , heeft verklaard dat [slachtoffer 1 (voornaam)] gezicht wit wegtrok en hij begon te huilen op het moment dat [slachtoffer 2 (voornaam)] over het seksueel misbruik begon dat hem is overkomen. Beide partners beschrijven de hevige emoties van [slachtoffer 2 (voornaam)] op het moment van vertellen. Hoewel het seksueel misbruik meer dan 20 jaar geleden heeft plaatsgevonden, hecht de rechtbank waarde aan de geuite hevige emoties die door de partners worden beschreven. Ook beschrijven zij dat [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] sinds dat moment enorm zijn afgegleden en in behandeling zijn gegaan voor PTSS na seksueel misbruik, hetgeen bevestiging vindt in de medische documenten met betrekking tot zowel [slachtoffer 1 (voornaam)] als [slachtoffer 2 (voornaam)] .
De manier waarop de feiten hebben plaatsgevonden, komt sterk overeen: verdachte gaat vissen met zijn neefjes [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] en geeft hun een aantal biertjes. De neefjes zijn op dat moment tussen de acht en twaalf jaar oud en zijn niet gewend aan het drinken van alcohol. Vervolgens slaapt verdachte naast hen (op een kamer, dan wel in een tent) en zit hij onverwachts aan hun geslachtsdeel. Ook kleed hij ze uit. Daarna verricht verdachte seksuele handelingen bij zichzelf en bij hen, waarna zij dat ook bij hem moeten doen, namelijk aftrekken en pijpen. Dan spuugt verdachte op de anus van zijn neefjes en verspreidt hij het spuug met zijn vingers. Tot slot duwt verdachte met zijn geslachtsdeel tegen de anus van de slachtoffers, waarbij het bij [slachtoffer 1 (voornaam)] tot volledige penetratie is gekomen en bij [slachtoffer 2 (voornaam)] tot een poging hiertoe. De omstandigheid dat er sprake is van twee afzonderlijke, betrouwbaar geachte aangiftes van nagenoeg identieke delicten door dezelfde verdachte, leidt naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak tot de conclusie dat deze verklaringen elkaar over en weer, niet alleen in feitelijke, maar ook in bewijstechnische zin, ondersteunen.
Tot slot merkt de rechtbank op dat er in beide gevallen geen contra-indicaties zijn gebleken voor de juistheid van de verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] .
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Zorg en waakzaamheid
Ten tijde van de ten laste gelegde feiten waren [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] aan de zorg of waakzaamheid van verdachte toevertrouwd. Beiden waren minderjarig en verdachte was de enige volwassene die voor hun welzijn verantwoordelijk was tijdens het vissen en de enige volwassene waarmee zij op de kamer of in de tent sliepen.
Bewezenverklaring 16-287676-23 feit 4 (vervaardigen dierenporno) en 16-115315-24 primair (medeplegen van seks met een dier)
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Ik heb mijn hond ter beschikking gesteld zodat de medeverdachte seks met de hond kon hebben, en ik seks met de medeverdachte kon hebben. Ik wist dus dat de medeverdachte naar mij toekwam om seks met de hond te hebben. Ik heb hem geld betaald zodat hij naar mij toekwam. Ik heb de seks gefilmd. Het klopt dat ik om te chatten gebruik maakte van de naam [naam 1] .
Het proces-verbaal omtrent de chats
Eén van de bij verdachte [G] in beslag genomen goederen betreft een mobiele telefoon, merk Apple, type IPhone xs-MAX met beslagcode 1484513. Op de IPhone xs-MAX werd dierenpornografisch materiaal aangetroffen. Tevens is er beeldmateriaal aangetroffen waarop te zien is dat verdachte [G] seksuele handelingen verricht met dieren.
Chat [naam 1]
[naam 2] vraagt naar zijn stats, (leeftijd, lengte, gewicht, lengte penis)
[naam 1] antwoord: [.]
[naam 2] vraagt vervolgens wat hij graag wil op een date.
19-1-2021 20:37:56(UTC+0) [naam 1] : Pijpen likken neuken wat wil jij.
19-1-2021 20:38:28(UTC+0) [naam 2] : pijpen genomen worden met hond en baasje spelen, neuk je met of zonder jij beslis
19-1-2021 21:04:41(UTC+0 [naam 2] : Hoe doe je dat met hond als ik vragen mag ik ben super benieuwd en nieuwsgierig nog nooit gedaan maar wil zo graag ervaren
19-1-2021 21:05:31 (UTC+) [naam 1] : Kijken we wel hij is er bij
19-1-2021 21:10:04(UTC+0 [naam 2] : Ja dat verwacht ik ook maar moet ik dan iets doen of snap hij dat en gaat dat vanzelf of
19-1-2021 21:10:57(UTC+0) [naam 1] : Gaat van zellf
Het gesprek gaat over seks hebben met de hond. Hieruit blijkt dat [naam 1] hier ervaring mee heeft. Zo weet hij dat zijn hond er 5 minuten over doet, hoe groot de penis van zijn hond is en dat je hem kan pijpen zonder dat de hond klaarkomt. Dan vraagt de verdachte naar zijn adres, waarop [straat 2] [nummeraanduiding 1] [plaats 1] wordt doorgestuurd.
19-1-2021 21:18:36(UTC+0) [naam 2] film je hem en mij dan ook alles? Complete plaatje en dan als ze pik er in vast zit close up?
19-1-2021 21:19:01 (UTC+0) [naam 1] : Is goet
19-1-2021 21:19:30(UTC+0) [naam 1] : Gaat wel heel snel
Ze spreken de volgende dag, op 20 januari 2021 af bij [naam 1] , op het adres [straat 2] [nummeraanduiding 2] in [plaats 1] . Op 20 januari 2021 om 13:21:46(UTC+0) stuurt verdachte [G] dat hij er over 50 minuten is. De verdachte komt aan en [naam 1] loopt naar buiten om hem tegemoet te lopen. Om 17:18 stuurt [naam 1] Super gezelig man [.] . [naam 2] stuurt: Ik vond het ook gezellig.
Op 9 februari 2021 gaat verdachte [G] opnieuw naar [naam 1] toe voor seks.
Op 23 januari 2022 15:15:32(UTC+0) [naam 2] : Vind je niet vervelend dat ik zo [.] ben?
23-1-2022 15:16:19(UTC+0) [naam 1] : Nee hoor
23-1-2022 15:17:18(UTC+0) [naam 1] : kan je van avond
23-1-2022 15:22:54(UTC+0) [naam 2] : Heel misschien maar vind het beetje ongemakkelijk dat ik zoveel met hond wil doen en jou het gevoel geef dat ik er minder voor jou ben
23-1-2022 15:24:03(UTC+0) [naam 1] : Maakt niet uit
23-1-2022 15:26:16(UTC+0) [naam 2] : Ja vind ik ook [.] dat wel telkens een hele reis is
23-1-2022 15:26:38(UTC+0) [naam 1] : Ja snap ik
23-1-2022 15:26:58(UTC+0) [naam 1] : Kom ik tog met de hond
Ze spreken 23 januari 2022 opnieuw af en verdachte [G] vraagt [naam 1] om hem te filmen als hij de hond aan het pijpen is. Tevens ontvangt [G] 70 euro als hij komt.
[naam 2] stuurt op 23 januari 2022 om 19:23 uur dat hij er is.
Op 24 januari 2022 20:01:02(UTC+0) stuurt [naam 1] : Was gezellig man [.]
Beeldmateriaal [G] en Hond
Op de IPhone xs-MAX is beeldmateriaal aangetroffen waarop te zien is dat verdachte [G] ontucht pleegt met een Shar-pei hond. Deze beelden worden door een tweede man gefilmd. Er zijn drie filmpjes aangetroffen op de telefoon welke gemaakt zijn op 23 januari 2022 tussen 21:15 uur en 22:27 uur. Hierop is verdachte [G] zichtbaar terwijl hij seks heeft met een hond van het ras Shar- pei. De datum en tijdstippen komen overeen met de ontmoeting van [naam 1] . In de chat tussen verdachte [G] en [naam 1] worden seksuele handelingen besproken welke volledig overeen komen met de handelingen die zijn uitgevoerd op het beeldmateriaal.
[naam 1] betaalt drie keer een bedrag voor benzine aan verdachte [G] . [9]
Het proces-verbaal omtrent de dierenporno
Eén van de bij verdachte [G] in beslag genomen goederen betreft een mobiele telefoon, merk Apple, type IPhone xs-MAX met beslagcode 1484513.
[.]
Ik zie op de beelden een man naakt op een bed liggen. Ik herken de man op het bed als zijnde verdachte [G] . Op de film zie ik dat verdachte [G] zijn penis aanbiedt aan de hond en de hond aan de penis van [G] begint te likken. De filmbeelden bewegen terwijl [G] op het bed volledig in beeld is en seks heeft met de hond. Hierbij zijn beide handen van [G] zichtbaar in beeld. Hieruit valt op te maken dat de beelden door een tweede persoon zijn gefilmd. Ik zie op de beelden dat de hond de uiterlijke kenmerken van een Shar-pei heeft en dat het een reu betreft. Ik zie dat verdachte [G] met zijn rechterhand de hond begint te aaien terwijl de hond aan [G] zijn penis blijft likken. Vervolgens zie ik dat [G] met zijn hand naar de penis van de hond gaat en de hond vervolgens aftrekt waarop de reu dekbewegingen maakt. Dit herhaalt verdachte [G] meerdere malen, waarna hij ook met zijn rechterhand tussen de benen van de hond door, zijn vingers beweegt richting de anus van de hond en hij de anus stimuleert.
[.]
Opnieuw is verdachte [G] zichtbaar op de filmbeelden met de eerdergenoemde [.] . [G] laat de hond aan zijn penis likken terwijl de hond op bed ligt en [G] op zijn knieën op het bed voor de hond zit Hij probeert opnieuw met zijn hand bij de penis van de hond te komen welke plat op zijn buik op het bed blijft liggen. Vervolgens hoor je de persoon die filmt zeggen: "misschien is hij wel moe hoor”. De persoon zegt tegen de hond dat hij moet gaan staan. Hierna staat de hond op. Ik zie dat [G] met zijn hand tussen de benen van de hond richting de penis van het dier gaat. Dan begint [G] de reu opnieuw af te trekken en gaat vervolgens met zijn mond naar de penis van de hond. Hij neemt de penis van de hond in zijn mond, waarna de hond probeert weg te lopen. De tweede persoon zegt vervolgens iets onverstaanbaar en dan: ’’bijna”. Hierna stopt de opname.
[.]
Het beeld begint met verdachte [G] zittend op het eerdergenoemde bed. Met zijn rechterhand trekt hij zijn eigen penis af en met zijn linkerhand de penis van de hond. Deze seksuele handelingen waren al begonnen voordat de videocamera gestart was. Je ziet namelijk dat de penis van de hond uit zijn schacht is en deze al groot en gestimuleerd is zodra het beeld begint. Ik zag dat [G] vervolgens met zijn rechterhand de reu bij de borst tegenhoudt en met zijn linkerhand aftrekt. Vervolgens zag ik dat [G] de hond oraal bevredigd en dat er nog een manspersoon in bed aanwezig is. Ik zie namelijk een mannelijk, bloot been gefilmd vanuit de liesstreek richting de teen, terwijl [G] in tegenovergestelde positie volledig in beeld is. Vermoedelijk is dit de persoon die de seksuele handelingen filmt. [10]
Bewijsoverweging 16-115315-24 primair (medeplegen van seks met een dier)
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Ter terechtzitting heeft verdachte bekend dat hij afspraken heeft gemaakt met de medeverdachte, waarbij duidelijk was dat de medeverdachte seks kon hebben met de hond van verdachte. Uit de chats tussen verdachte en de medeverdachte blijkt niet alleen dat zij afspraken maken voor de seks met de hond, maar ook dat verdachte kennis heeft over hoe de seks met de hond in zijn werking gaat. Zo verstuurt verdachte berichten over hoe lang de hond over de seks doet en hoe groot het geslachtsdeel van de hond is. Daarnaast blijkt uit de chats dat verdachte toezegt de seks te filmen en ter terechtzitting heeft hij ook bekend dat hij de seks daadwerkelijk heeft gefilmd. In de telefoon van de medeverdachte zijn drie video’s van de seks met de hond aangetroffen. Hierop zijn de handelingen te zien die verdachte en de medeverdachte in de chats met elkaar hebben besproken. Ook is te horen dat verdachte de hond de opdracht geeft om ‘op te staan’. Tot slot blijkt uit de chats dat verdachte drie keer geld heeft overgemaakt naar de medeverdachte voor benzine, zodat hij naar de woning van verdachte kon reizen en seks kon hebben met de hond. Verdachte en de medeverdachte hebben dan ook nauw en bewust samengewerkt zodat de medeverdachte seks kon hebben met de hond van verdachte. Dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte zelf seksuele handelingen heeft verricht bij de hond (verdachte bleek uit te zijn op seks met de medeverdachte), maakt het oordeel van de rechtbank niet anders, nu dit niet nodig is voor de bewezenverklaring van het bestanddeel medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16-287676-23
Feit 1
in de periode van 9 februari 2000 tot en met 8 februari 2001 te [plaats 1] , met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [1989] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
  • het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond en anus van die [slachtoffer 1] en
  • het met zijn, verdachtes, vingers betasten van de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en
  • het wrijven over de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en
  • het brengen van de penis die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] in zijn, verdachtes, mond en
  • het zich doen laten aftrekken door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en
  • het spugen op de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ;
Feit 2 primair
in de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [1991] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen te plegen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , immers heeft hij, verdachte,
  • op de anus van die [slachtoffer 2] gespuugd en
  • met zijn, verdachtes, vingers de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] betast en
  • met zijn, verdachtes, penis tegen de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] geduwd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3
in de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] , ontucht heeft gepleegd
met de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [1991] , door
- zijn, verdachtes, penis door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te laten aftrekken en
  • de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] vast te pakken en af te trekken en in de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te knijpen en
  • de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen;
Feit 4
in de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, meermalen afbeeldingen, te weten 3 video's, van ontuchtige handelingen heeft vervaardigd, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het door een persoon betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de anus van een hond en
  • het door een hond likken aan het geslachtsdeel van een persoon en
  • het door een persoon in de mond nemen van het geslachtsdeel van een hond
( [.] , [.] , [.] , PV voorgeleiding, pagina 211);
16-115315-24 primair
in de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier, te weten een Shar-Pei hond, hebbende verdachte en/of zijn mededader:
  • zijn penis door de hond laten likken en
  • de penis van de hond afgetrokken en
  • met zijn vingers de anus van de hond aangeraakt en
  • de penis van de hond in zijn mond genomen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16-287676-23
Feit 1:met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Feit 2 primair:poging tot het met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Feit 3:ontucht plegen met een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Feit 4:medeplegen van een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, vervaardigen;
16-115315-24 primair
medeplegen van ontuchtige handelingen plegen met een dier.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaar, met aftrek van het voorarrest;
  • een maatregel tot terbeschikkingstelling met voorwaarden;
  • een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht dat de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest oplegt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheid waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zedendelicten met zijn minderjarige neefjes. Verdachte heeft enkel en alleen voor eigen genot vergaande onzedelijke handelingen verricht. Verdachte heeft misbruik gemaakt van situaties waarbij zijn eigen, nog jonge, neefjes aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwd waren. Dit vertrouwen heeft verdachte op grove wijze geschonden.
Verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] . Zij zullen moeten leven met het feit dat hun eerste kennismaking met seksualiteit het misbruik door hun eigen oom is geweest. Het is een feit van algemene bekendheid dat door dergelijk misbruik de (seksuele) ontwikkeling van kinderen kan worden verstoord en kan zorgen voor grote en langdurige psychische schade bij de slachtoffers en hun naasten. Dat deze feiten een grote impact hebben op de slachtoffers en hun familie blijkt uit de slachtofferverklaring die [slachtoffer 1 (voornaam)] ter terechtzitting heeft voorgedragen, waarbij hij onder meer is ingegaan op de langdurige gevolgen die het misbruik heeft voor zijn hele gezin. Ook levert ontucht met kleine kinderen onrust en gevoelens van onveiligheid op in de directe omgeving en in bredere kring van de samenleving, zoals ook is gebleken in deze zaak.
Daarnaast heeft verdachte zijn eigen hond seksueel laten misbruiken door de medeverdachte. Verdachte heeft een grote en actieve rol gehad in dit misbruik. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij zijn eigen hond onzedelijk liet misbruiken door de medeverdachte, zodat verdachte daarna verzekerd was van seks met de medeverdachte. Verdachte heeft zich ook hier enkel laten leiden door zijn eigen belangen en zich daarbij niets aangetrokken van het welzijn van zijn hond.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte van 4 april 2024 waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Rapporten
De rechtbank heeft ook kennis genomen van het Pro Justitia-rapport van het Pieter Baan Centrum van 10 januari 2025 en de beantwoording van de aanvullende vragen hierover van 4 april 2025. Hieruit blijkt dat verdachte cognitief functioneert op de grens van matig en licht verstandelijk beperkt niveau, met een IQ rond de 60. Op sociaal-emotioneel niveau functioneert hij op de leeftijd van 3 tot 5 jaar. Verdachte heeft nauwelijks zelfreflectie en heeft nauwelijks een zelfbeeld kunnen ontwikkelen. Het is onwaarschijnlijk dat er bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis, psychiatrie in engere zin en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Wel is er sprake van een stoornis in alcoholgebruik. Het is onduidelijk of deze aanwezig was ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De seksualiteitsontwikkeling van verdachte is beperkt. Gelet op het beperkt functioneren van verdachte door zijn beperkte cognitieve, sociale en emotionele niveau, en de massiviteit hiervan, kunnen de ten laste gelegde feiten hem tenminste in enigszins verminderde mate worden toegerekend. Het recidiverisico is matig tot laag.
Gelet op de ernst van de problematiek en de aard en omvang van het hiermee gepaard gaande recidiverisico wordt geadviseerd om de behandeling vorm te geven op basis van de maatregel terbeschikkingstelling (tbs). Gelet op de te verwachten responsiviteit (betrokkene zegt te willen meewerken en zich aan voorwaarden te willen houden; ingeschat wordt dat betrokkene dit ondanks zijn beperking ook waar kan maken) en de verwachting dat verdachte vanwege zijn beperking een langdurige behandeling nodig zal hebben, wordt geadviseerd om de behandeling te laten plaatsvinden in het kader van een tbs met voorwaarden. Met dit kader kan verdachte langdurig worden behandeld.
De rechtbank heeft ook kennis genomen van het rapport van [instelling 1] van 8 april 2025. De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld. De reclassering sluit zich aan bij het rapport van het Pieter Baan Centrum en adviseert oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarnaast adviseert de reclassering oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel en toepassing van de dadelijke uitvoerbaarheid. De reclassering heeft de hierna te noemen voorwaarden geadviseerd en tijdens de terechtzitting heeft verdachte aangegeven dat hij zich aan de geadviseerde voorwaarden zal houden, als de rechtbank besluit om die aan hem op te leggen.
8.3.3
Conclusie
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gekeken naar de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd binnen de rechtspraak.
Enerzijds houdt de rechtbank rekening met de kwetsbaarheid van de persoon van verdachte en hetgeen uit de rapporten is gebleken. De rechtbank neemt de conclusies over en rekent de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate toe aan verdachte. Daarnaast is verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Anderzijds overweegt de rechtbank dat de bewezen verklaarde feiten ernstig zijn met vergaande gevolgen voor zowel de slachtoffers als hun familie. De rechtbank neemt hiertoe in aanmerking dat het gaat om toentertijd twee jonge jongens die door het handelen van verdachte ernstig beschadigd zijn geraakt, wat tot op de dag van vandaag grote gevolgen heeft voor de slachtoffers en hun naasten.
Gevangenisstraf
Gelet op de aard en ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaar, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.
De rechtbank wijkt hiermee af van de strafeis. De bewezenverklaarde feiten met [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] hebben ruim 20 jaar geleden plaatsgevonden. Daarnaast spreekt de rechtbank verdachte vrij van het bezit van kinderporno en acht de officier van justitie dit feit wel bewezen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden
Naast de gevangenisstraf legt de rechtbank de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met voorwaarden op.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van een tbs-maatregel als benoemd in artikel 37a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is voldaan. Er is sprake van misdrijven als benoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht. Uit de rapportages is gebleken dat verdachte ten tijde van het begaan van de misdrijven een gebrekkige ontwikkeling had. Bovendien eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, dat verdachte ter beschikking wordt gesteld. Uit de hiervoor aangehaalde rapportages blijkt immers dat er bij verdachte sprake is van een gemiddeld/matig tot laag recidiverisico, dat een langdurige (klinische) behandeling noodzakelijk is om dat risico te verlagen en dat die behandeling het beste in het kader van een tbs-maatregel kan plaatsvinden.
Voor de oplegging van een tbs-maatregel met voorwaarden is het noodzakelijk dat een verdachte de intrinsieke motivatie heeft om zich langdurig aan eventuele voorwaarden te willen en kunnen houden. Ter terechtzitting heeft verdachte uitdrukkelijk verklaard dat hij daaraan zal meewerken.
De rechtbank concludeert dat verdachte en de maatschappij gebaat zijn bij oplegging van een tbs-maatregel. De rechtbank legt deze op en verbindt hier voorwaarden aan zoals geadviseerd door de reclassering, te weten:
Geen strafbaar feit plegen
Meewerken aan reclasseringstoezicht
Opname in een zorginstelling
Meewerken aan een time-out
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Ambulante behandeling
Middelenverbod en meewerken aan middelencontrole
Dagbesteding
Meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind
Meewerken aan controle gegevensdragers
Niet naar het buitenland (reisverbod)
De maatregel wordt opgelegd wegens een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer anderen, zodat de maatregel, ingeval van omzetting in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, niet gemaximeerd zal zijn.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet af van het opleggen van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM), zoals is geëist door de officier van justitie. Voor oplegging van een GVM is onder meer vereist dat de rechtbank inschat dat sprake is van een hoog recidiverisico. Nu dit (gelet op de beschikbare rapportages over verdachte) niet het geval is, wordt niet voldaan aan deze voorwaarde voor oplegging van een GVM.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de (niet kinderpornografische) foto’s aan verdachte worden teruggegeven en dat de computer en telefoon worden onttrokken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht dat de foto’s, computer en telefoon worden teruggegeven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal laptop ( [.] ) die in beslag is genomen en die aan verdachte toebehoort onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Het voorwerp is bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen. Kinderporno is strafbaar en op de laptop zijn bestanden aangetroffen die mogelijk kinderporno bevatten. Dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, doet niet af aan het feit dat de bestanden op de laptop staan.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de mobiele telefoon ( [.] ) die in beslag is genomen verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp is het onder 16-287676-23 feit 4 (vervaardigen dierenporno) en 16-115315-24 primair (medeplegen van seks met dier) bewezen verklaarde feit voorbereid en/of begaan. Verdachte heeft met deze telefoon afspraken gemaakt met de medeverdachte zodat hij seks kon hebben met de hond van verdachte. Daarnaast zijn er op de telefoon afbeeldingen aangetroffen die mogelijk kinderporno bevatten.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslaggenomen foto’s ( [.] ). Deze zijn niet kinder- of dierenpornografisch van aard.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1 (voornaam)] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2 (voornaam)] ) hebben zich als benadeelde partijen in het geding gevoegd. Beiden vorderen een bedrag van € 5.000,- aan immateriële schade. [slachtoffer 2 (voornaam)] vordert daarnaast € 971,- aan materiële schade voor gemaakte kosten bij de psychotherapeut.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat beide vorderingen tot schadevergoeding geheel worden toegewezen met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
10.1
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht om de benadeelde partijen in de vorderingen tot schadevergoeding niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair is verzocht om de vordering van [slachtoffer 2 (voornaam)] ten aanzien van het immateriële deel te matigen en het materiele deel af te wijzen.
10.1
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 sub b Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) komt een benadeelde partij onder meer een vergoeding toe voor immateriële schade als sprake is van lichamelijk letsel en/of het slachtoffer op andere wijze in de persoon is aangetast. De rechtbank is van oordeel dat [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 2 (voornaam)] als gevolg van de aard en ernst van de normschending in hun persoon zijn aangetast als gevolg van hetgeen bewezen is verklaard. Rekening houdend met wat in vergelijkbare gevallen aan schadevergoeding wordt toegekend, is de rechtbank van oordeel dat de immateriële schade naar billijkheid kan worden vastgesteld op € 3.000,-. Daarom zal de rechtbank de vorderingen ten aanzien van de immateriële schade ieder toewijzen tot een bedrag van € 3.000,-.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het niet billijk om de ten laste gelegde periode als uitgangspunt te nemen voor de datum van verschuldigdheid van de wettelijke rente. De rechtbank zal het toegewezen bedrag vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van aangifte tot de dag van volledige betaling. Voor [slachtoffer 1 (voornaam)] is dit 7 september 2022 en voor [slachtoffer 2 (voornaam)] 12 oktober 2022.
De benadeelde partijen hebben meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vorderingen levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen in dat deel van de vorderingen niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vorderingen voor dat deel bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
Materiële schade
De rechtbank wijst de gehele materiële schadepost van [slachtoffer 2 (voornaam)] toe tot een bedrag van € 971,-. [slachtoffer 2 (voornaam)] heeft deze kosten gemaakt voor therapiebehandeling als rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal het toegewezen bedrag vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de volgende factuurdata:
  • 28 november 2022 voor een bedrag van € 510,-
  • 28 januari 2023 voor een bedrag van € 176,-
  • 1 mei 2023 voor een bedrag van € 285,-
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 7 september 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 40 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.971,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf:
  • 12 oktober 2022 voor het bedrag € 3.000,-
  • 28 november 2022 voor een bedrag van € 510,-
  • 28 januari 2023 voor een bedrag van € 176,-
  • 1 mei 2023 voor een bedrag van € 285,-
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 49 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 37a, 38, 38a, 45, 47, 57, 244, 248, 249, 254 en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 16-287676-23 feit 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder 16-287676-23 feit 1, feit 2 primair, feit 3, feit 4 en 16-115316-24 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Oplegging straf en maatregel
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf/in mindering zal worden gebracht;
  • gelast dat verdachte

1. Geen strafbaar feit plegen

De ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

2. Meewerken aan reclasseringstoezicht

De ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
De ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
De ter beschikking gestelde laat één of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de ter beschikking gestelde vast te stellen.
De ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
De ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
De ter beschikking gestelde zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren.
De ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken.
De ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
De ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
De ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
De ter beschikking gestelde verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn resocialisatie en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk.
De ter beschikking gestelde zal geen omgang hebben met personen die zijn resocialisatie in gevaar (kunnen) brengen en stelt zich open op, inzake het aangaan van nieuwe relaties of bestaande relaties en heeft geen bezwaar dat deze op ‘gepaste en discrete’ wijze door de reclassering worden gescreend.

3. Opname in een zorginstelling

De ter beschikking gestelde laat zich opnemen en zal verblijven in een nader te bepalen forensische klinische instelling, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname start direct aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden.
De ter beschikking gestelde houdt zich aan de daar geldende huisregels, afspraken en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering en het behandelteam een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vinden, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.

4. Meewerken aan een time-out

Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

5. Begeleid wonen of maatschappelijke opvang

Aansluitend aan zijn klinische opname zal de ter beschikking gestelde verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Het verblijf duurt zolang de reclassering en zorginstelling dat nodig vinden.
De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

6. Ambulante behandeling

Aansluitend aan zijn klinische behandeling laat de ter beschikking gestelde zich behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt.
De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

7. Middelenverbod en meewerken aan middelencontrole

De ter beschikking gestelde gebruikt geen drugs en alcohol en werkt mee aan controle op dit verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de ter beschikking gestelde wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn ademonderzoek (blaastest) en urineonderzoek.

8. Dagbesteding

De ter beschikking gestelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding en houdt zich aan de voorwaarden c.q. regels die hem gesteld worden.

9. Meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind

De ter beschikking gestelde geeft inzage in zijn financiën en werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen. Desgewenst werkt hij mee aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en/of beschermingsbewind.

10. Meewerken aan controle gegevensdragers

Dat de ter beschikking gestelde gedurende de gehele maatregel:
fysieke en digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
fysieke en digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
tijdens de gesprekken in het kader van de meldplicht of huisbezoeken met de reclassering bespreekt hoe hij denkt deze omgevingen te vermijden;
geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming geeft voor het gebruik voor bijvoorbeeld werk of voor bankzaken; games met chatfunctie, die specifiek ontwikkeld zijn voor minderjarigen, vermijdt.”
Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. De ter beschikking gestelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.

11. Niet naar het buitenland (reisverbod)

De ter beschikking gestelde zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven.
- geeft opdracht aan [instelling 1] de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
1 STK Computer ( [.] );
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Telefoontoestel ( [.] );
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 STK Foto ( [.] );
Benadeelde partij [slachtoffer 1] (16-287676-23 feit 1)
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 september 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 september 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (16-287676-23 feit 2 en feit 3)
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 3.971,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • 12 oktober 2022 voor het bedrag € 3.000,-
  • 28 november 2022 voor een bedrag van € 510,-
  • 28 januari 2023 voor een bedrag van € 176,-
  • 1 mei 2023 voor een bedrag van € 285,-
tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.971,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • 12 oktober 2022 voor het bedrag € 3.000,-
  • 28 november 2022 voor een bedrag van € 510,-
  • 28 januari 2023 voor een bedrag van € 176,-
  • 1 mei 2023 voor een bedrag van € 285,-
tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 49 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mrs. L.R.H. Koekoek en J.B. Duinkerken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 mei 2025.
Mrs. Haeck, Koekoek en Barends zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de (gewijzigde) tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16-287676-23
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 9 februari 2000 tot en met 8 februari 2001 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland,
met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
te weten [slachtoffer 1] , geboren op [1989] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
  • het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond en/of anus van die
  • [slachtoffer 1] en/of
  • het met zijn, verdachtes, vinger(s) betasten van en/of binnendringen
  • van de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
  • het wrijven over de penis en/of het aftrekken van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
  • het brengen van de penis die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] in zijn, verdachtes, mond en/of
  • het zich doen laten aftrekken door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
  • het spugen op de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ;
(artikel 244 jo artikel 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf
om met een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
te weten [slachtoffer 2] , geboren op [1991] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen,
die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van
die [slachtoffer 2] ,
immers heeft hij, verdachte,
  • op de anus van die [slachtoffer 2] gespuugd en/of
  • met zijn, verdachtes, vinger(s) de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] betast en/of
  • met zijn, verdachtes, penis tegen de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] geduwd
en/of
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 244 jo artikel 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht, artikel 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] , gemeente [gemeente]
ontucht heeft gepleegd
met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [1991] ,
immers heeft hij, verdachte,
  • op de anus van die [slachtoffer 2] gespuugd en/of
  • met zijn, verdachtes, vinger(s) de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] betast en/of
  • met zijn, verdachtes, penis tegen de anus van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] geduwd
( art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 3
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 1999 tot en met 3 februari 2003 te [plaats 1] , gemeente [gemeente]
ontucht heeft gepleegd
met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [1991] , door
- zijn, verdachtes, penis door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te laten betasten en/of aftrekken en/of
  • de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] vast te pakken en/of af te trekken en/of in de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te knijpen en/of
  • de penis van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen en/of te brengen
( art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen
één of meermalen
één of meer afbeeldingen, te weten 3 video's,
van ontuchtige handelingen heeft vervaardigd,
waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken,
welke ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het door een persoon (laten) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de anus van een hond en/of
  • het door een hond (laten) likken aan het geslachtsdeel en/of lichaam van een persoon en/of
  • het door een persoon in de mond (laten) nemen van het geslachtsdeel van een hond
( [.] , [.] , [.] , PV pagina 212 en 213)
( art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 5
hij op of omstreeks 5 november 2023 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens
een afbeelding, te weten een video en 24 foto's en/of 2 gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een laptop en een telefoon
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Afbeelding 6.), PV pagina 224)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten
en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Afbeelding 15.), PV pagina 224)
(art. 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
16-115315-24
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier, te weten een (Shar-Pei) hond,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens):
  • zijn penis door de hond laten likken en/of
  • de penis van de hond afgetrokken en/of
  • met zijn vingers de anus van de hond aangeraakt en/of
  • de penis van de hond in zijn mond genomen en/of
  • de penis van de hond in zijn anus gebracht en/of gehouden
(art 254 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 sub 1 Wetboek van Strafrecht)
( art 254 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[G]
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier, te weten een (Shar-Pei) hond,
door
  • zijn penis door de hond te laten likken en/of
  • de penis van de hond af te trekken en/of
  • met zijn vingers de anus van de hond te betasten en/of
  • de penis van de hond in zijn mond te nemen en/of
  • de penis van de hond in zijn anus te brengen en/of te houden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar,
  • zijn hond aan te bieden voor ontuchtige handelingen en/of
  • zijn woning beschikbaar te stellen voor de uitvoering van die ontuchtige handelingen en/of
  • de penis van de hond in de anus van die [G] te brengen en/of
  • de hond op die [G] te houden en/of
  • de hond te sommeren op te staan (zodat die [G] de penis van de hond kan aftrekken en in zijn mond kan nemen) en/of
  • die [G] te voorzien van informatie over (het naderen van) het moment van ejaculatie van de hond
(art 254 Wetboek van Strafrecht, art 48 Wetboek van Strafrecht)
( art 254 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 november 2023, genummerd [.] , opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 292. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte, pagina 53-57.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 267.
4.Proces-verbaal van aangifte, pagina 38-42.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 275-276.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 262 en 264.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 246-247.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 251-255.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 69 en 72-74.
10.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 211-213.