In deze zaak heeft de eiser op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) verzocht om inzage in zijn gehackte persoonsgegevens, gerelateerd aan het Blackbaud-incident. Het college van Bestuur van de Universiteit Utrecht heeft deze verzoeken afgewezen, omdat ze als buitensporig werden beschouwd, gezien het repetitieve karakter van de aanvragen. De rechtbank heeft op 18 april 2025 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer, waarbij de beroepen van de eiser ongegrond zijn verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeken van de eiser niet ontvankelijk zijn, omdat het college inmiddels op de verzoeken had beslist. De rechtbank heeft ook benadrukt dat toekomstige verzoeken van de eiser als misbruik van procesrecht kunnen worden gekwalificeerd, wat kan leiden tot veroordeling in de proceskosten. De eiser heeft eerder identieke verzoeken ingediend, en de rechtbank heeft vastgesteld dat het college voldoende heeft aangetoond dat de verzoeken buitensporig zijn. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.