ECLI:NL:RBMNE:2025:238
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om heroverweging van onherroepelijke omgevingsvergunningen voor aanleg natuurlijke vijver in Laren
Op 5 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, beiden uit Laren, hebben een verzoek ingediend tot heroverweging van onherroepelijke omgevingsvergunningen die zijn verleend voor de aanleg van een natuurlijke vijver op de Brink in Laren. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren heeft dit verzoek afgewezen en het bezwaar van verzoekers niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college geen belanghebbenden zijn. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft op 22 januari 2025 de zaak behandeld en geconcludeerd dat verzoekers geen feitelijke gevolgen ondervinden van de afwijzing van hun verzoek om heroverweging. De afstand tussen de woningen van verzoekers en de Brink bedraagt respectievelijk 1.600 en 600 meter, wat volgens de voorzieningenrechter te groot is om aan te nemen dat verzoekers feitelijke gevolgen zullen ondervinden van de aanpassingen aan de vijver. Bovendien hebben verzoekers geen zicht op de vijver vanuit hun woningen.
De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.