ECLI:NL:RBMNE:2025:2385

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
19 mei 2025
Zaaknummer
UTR 25/2724
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen evenementenvergunning burgemeester Utrecht

Op 1 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar maakte tegen een evenementenvergunning die door de burgemeester van Utrecht was verleend voor het evenement ‘Áslaug – Catharsis Album Release Show’ op 2 mei 2025. Verzoeker, die in de nabijheid van het evenemententerrein woont, diende op 29 april 2025 een verzoek om voorlopige voorziening in, omdat hij het niet eens was met de verleende vergunning. De burgemeester had de vergunning op 23 april 2025 verleend, na een aanvraag van de Vechtclub, die het evenement organiseerde. Tijdens de zitting op 1 mei 2025 waren naast verzoeker ook buurtgenoten en de gemachtigden van de burgemeester en de Vechtclub aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de burgemeester in redelijkheid de afweging heeft kunnen maken om de vergunning te verlenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de Vechtclub en het algemeen belang zwaarder wegen dan de belangen van verzoeker. De voorzieningenrechter merkte op dat de burgemeester bij de afweging rekening heeft gehouden met geluidsnormen en tijdslimieten voor het evenement. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/2724
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 mei 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Utrecht

(gemachtigde: M. Gorissen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Stichting de Vechtclub uit Utrecht ( de Vechtclub )
(gemachtigde: mr. M.L. Diepenhorst).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen een door de burgemeester verleende evenementenvergunning op grond van artikel 5:31 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (Apv).
1.1.
De burgemeester heeft op 23 april 2025 een evenementenvergunning verleend voor het evenement ‘Áslaug – Catharsis Album Release Show’ op vrijdag 2 mei 2025 (het bestreden besluit). Dit evenement wordt georganiseerd door de Vechtclub en vindt plaats op het evenemententerrein [locatie] aan de [adres] te [plaats] . Verzoeker is het niet met deze vergunning eens. Daarom heeft hij hiertegen op 29 april 2025 bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
1.2.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift. De Vechtclub heeft ook schriftelijk gereageerd.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, met zijn buurtgenoten [A] en [B] , de gemachtigde van de burgemeester, met [.] [C] en de gemachtigde van de Vechtclub , met [..] [D] en [E] .
1.4.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter legt die beslissing hierna uit.
3. Voor het treffen van een voorlopige voorziening in de fase van bezwaar is in beginsel alleen aanleiding als het besluit waartegen bezwaar is gemaakt zo gebrekkig is dat het in bezwaar naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet of niet volledig in stand kan blijven. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen daarom als eerste of de bezwaargronden van verzoeker een redelijke kans van slagen hebben. Vervolgens weegt de voorzieningenrechter de belangen van verzoeker die pleiten vóór het treffen van een voorlopige voorziening en de belangen van de burgemeester en de Vechtclub die pleiten tegen het treffen daarvan tegen elkaar af. Hoe zekerder de voorzieningenrechter is dat het besluit waartegen bezwaar is gemaakt in stand kan blijven, hoe minder ruimte er bij deze belangenafweging is voor de belangen van verzoeker. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventuele) bodemprocedure niet.
Totstandkoming van het besluit
4. Op 14 april 2022 is voor het evenemententerrein [locatie] een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor de duur van vijf jaar, waarmee het gebruik van het terrein voor culturele activiteiten is toegestaan. Het bijbehorende RO-projectplan 2022 voorziet in de mogelijkheid van 12 evenementen per jaar, waarvan 6 met licht versterkt geluid (maximaal 70 dB(A)) en 6 met versterkt geluid (maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C)). Voor deze evenementen moet een afzonderlijke evenementenvergunning worden aangevraagd.
4.1.
De stichting heeft op 6 februari 2025 een aanvraag ingediend voor een evenementenvergunning buitenevenement met licht versterkt geluid. Op de aanvraag zijn 26 reacties ingediend, waaruit naar voren komt dat omwonenden veel hinder ervaren van het geluid en hun woongenot daardoor beperkt wordt. De burgemeester heeft de evenementenvergunning met het besluit van 23 april 2025 verleend (het bestreden besluit), omdat het aan de randvoorwaarden van de omgevingsvergunning voldoet. Wel geldt hierbij de voorwaarde dat het evenement de geluidsnorm van maximaal 70 dB(A) niet overschrijdt.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5. De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat het bezwaar en het verzoek van verzoeker zich richten tegen de evenementenvergunning voor het evenement van 2 mei 2025. Die evenementenvergunning, met de Apv als toetsingskader, toetst de voorzieningenrechter. De omgevingsvergunning van 14 april 2022 staat daar los van. De burgemeester heeft in de onderbouwing van de evenementenvergunning verwezen naar de afwegingen die gemaakt zijn bij de verlening van de omgevingsvergunning. Voor een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met een bestemmingsplan geldt echter een ander toetsingskader. De burgemeester moet voor dit specifieke evenement een zelfstandige afweging maken, met de Apv als toetsingskader. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de burgemeester dit in de beslissing op bezwaar kan herstellen.
6. Daarnaast merkt de voorzieningenrechter op dat niet alle relevante informatie in het bestreden besluit staat. In het bestreden besluit staat dat het evenement van 19:30 uur tot 23:00 uur duurt. In de aanvraag staat echter ook vermeld dat er van 14:00 uur tot 17:00 uur een soundcheck plaatsvindt. Hoewel de geluidsproductie van de soundcheck dus niet in het bestreden besluit is vermeld, is dit naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen reden om het besluit niet in stand te laten. Uit het dossier blijkt immers dat dit wel duidelijk in de aanvraag stond beschreven, en in het besluit is verwezen naar die aanvraag. De burgemeester kan dit in de beslissing op bezwaar herstellen.
7. De voorzieningenrechter gaat niet mee in het betoog van verzoeker dat de evenementenvergunning te laat is aangevraagd. Op grond van artikel 5:37, tweede lid van de Apv kan een vergunning worden geweigerd als die minder dan twaalf weken voor de start van het evenement is ingediend. In dit geval is de vergunning op 6 februari 2025, en dus twaalf weken voor het evenement op 2 mei 2025, aangevraagd. Dit is dus op tijd. Wat betreft het standpunt van verzoeker over het te laat verstrekken van de flyer aan omwonenden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit inderdaad vijf dagen later is gebeurd dan in de voorwaarden staat vermeld. Dit had netter gekund. De voorzieningenrechter ziet hierin echter geen reden om een voorlopige voorziening te treffen, daarvoor weegt dit niet zwaar genoeg.
8. Ten slotte beoordeelt de voorzieningenrechter of de burgemeester in redelijkheid de afweging heeft kunnen maken die zij heeft gemaakt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit het geval is. In het besluit is duidelijk zichtbaar dat de burgemeester verschillende aspecten heeft meegewogen waarmee de belangen van verzoeker (en de rest van de buurt) worden gediend. Zo is er wat betreft het geluid een beperking in tijd (tot 23:00 uur) en in decibel (70dB) opgenomen. Daarbij weegt de voorzieningenrechter mee dat op de zitting duidelijk is geworden dat er ook een geluidsmeting op de woonboot van verzoeker plaatsvindt. Hiermee zijn een aantal punten die verzoeker aanvoert dus eigenlijk al weggenomen. Zo wordt er nu rekening gehouden met het geluiddragend vermogen van het water en het feit dat verzoeker op een woonboot woont. Bovendien heeft de Vechtclub op de zitting toegelicht dat met die geluidsmeting niet alleen achteraf kan worden geconstateerd dat het geluid de geluidsgrens overschrijdt, maar dat ook ter plekke (en dus tijdens het evenement) de geluidswaarden worden gemonitord en het volume als dat nodig is aangepast wordt.
9. Hoewel de voorzieningenrechter begrip heeft voor het perspectief van verzoeker en de gestelde inbreuk op zijn woon- en leefgenot, merkt zij op dat daar ook andere belangen tegenover staan. Zo hebben zowel de Vechtclub als de inwoners van de gemeente belang bij het houden van evenementen in de stad. De burgemeester heeft deze belangen mee mogen wegen bij het verlenen van de vergunning. De voorzieningenrechter begrijpt dat het evenement vervelende gevolgen heeft voor verzoeker en de andere omwonenden, maar de burgemeester heeft in redelijkheid de belangen van de Vechtclub en het algemeen belang zwaarder mogen laten wegen dan de belangen van verzoeker en de andere omwonenden.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat het evenement op vrijdag 2 mei 2025 door mag gaan. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
11. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2025 door mr. M. van der Knijff, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N. Koopmans, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.