4.1.De stichting heeft op 6 februari 2025 een aanvraag ingediend voor een evenementenvergunning buitenevenement met licht versterkt geluid. Op de aanvraag zijn 26 reacties ingediend, waaruit naar voren komt dat omwonenden veel hinder ervaren van het geluid en hun woongenot daardoor beperkt wordt. De burgemeester heeft de evenementenvergunning met het besluit van 23 april 2025 verleend (het bestreden besluit), omdat het aan de randvoorwaarden van de omgevingsvergunning voldoet. Wel geldt hierbij de voorwaarde dat het evenement de geluidsnorm van maximaal 70 dB(A) niet overschrijdt.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5. De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat het bezwaar en het verzoek van verzoeker zich richten tegen de evenementenvergunning voor het evenement van 2 mei 2025. Die evenementenvergunning, met de Apv als toetsingskader, toetst de voorzieningenrechter. De omgevingsvergunning van 14 april 2022 staat daar los van. De burgemeester heeft in de onderbouwing van de evenementenvergunning verwezen naar de afwegingen die gemaakt zijn bij de verlening van de omgevingsvergunning. Voor een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met een bestemmingsplan geldt echter een ander toetsingskader. De burgemeester moet voor dit specifieke evenement een zelfstandige afweging maken, met de Apv als toetsingskader. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de burgemeester dit in de beslissing op bezwaar kan herstellen.
6. Daarnaast merkt de voorzieningenrechter op dat niet alle relevante informatie in het bestreden besluit staat. In het bestreden besluit staat dat het evenement van 19:30 uur tot 23:00 uur duurt. In de aanvraag staat echter ook vermeld dat er van 14:00 uur tot 17:00 uur een soundcheck plaatsvindt. Hoewel de geluidsproductie van de soundcheck dus niet in het bestreden besluit is vermeld, is dit naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen reden om het besluit niet in stand te laten. Uit het dossier blijkt immers dat dit wel duidelijk in de aanvraag stond beschreven, en in het besluit is verwezen naar die aanvraag. De burgemeester kan dit in de beslissing op bezwaar herstellen.
7. De voorzieningenrechter gaat niet mee in het betoog van verzoeker dat de evenementenvergunning te laat is aangevraagd. Op grond van artikel 5:37, tweede lid van de Apv kan een vergunning worden geweigerd als die minder dan twaalf weken voor de start van het evenement is ingediend. In dit geval is de vergunning op 6 februari 2025, en dus twaalf weken voor het evenement op 2 mei 2025, aangevraagd. Dit is dus op tijd. Wat betreft het standpunt van verzoeker over het te laat verstrekken van de flyer aan omwonenden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit inderdaad vijf dagen later is gebeurd dan in de voorwaarden staat vermeld. Dit had netter gekund. De voorzieningenrechter ziet hierin echter geen reden om een voorlopige voorziening te treffen, daarvoor weegt dit niet zwaar genoeg.
8. Ten slotte beoordeelt de voorzieningenrechter of de burgemeester in redelijkheid de afweging heeft kunnen maken die zij heeft gemaakt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit het geval is. In het besluit is duidelijk zichtbaar dat de burgemeester verschillende aspecten heeft meegewogen waarmee de belangen van verzoeker (en de rest van de buurt) worden gediend. Zo is er wat betreft het geluid een beperking in tijd (tot 23:00 uur) en in decibel (70dB) opgenomen. Daarbij weegt de voorzieningenrechter mee dat op de zitting duidelijk is geworden dat er ook een geluidsmeting op de woonboot van verzoeker plaatsvindt. Hiermee zijn een aantal punten die verzoeker aanvoert dus eigenlijk al weggenomen. Zo wordt er nu rekening gehouden met het geluiddragend vermogen van het water en het feit dat verzoeker op een woonboot woont. Bovendien heeft de Vechtclub op de zitting toegelicht dat met die geluidsmeting niet alleen achteraf kan worden geconstateerd dat het geluid de geluidsgrens overschrijdt, maar dat ook ter plekke (en dus tijdens het evenement) de geluidswaarden worden gemonitord en het volume als dat nodig is aangepast wordt.
9. Hoewel de voorzieningenrechter begrip heeft voor het perspectief van verzoeker en de gestelde inbreuk op zijn woon- en leefgenot, merkt zij op dat daar ook andere belangen tegenover staan. Zo hebben zowel de Vechtclub als de inwoners van de gemeente belang bij het houden van evenementen in de stad. De burgemeester heeft deze belangen mee mogen wegen bij het verlenen van de vergunning. De voorzieningenrechter begrijpt dat het evenement vervelende gevolgen heeft voor verzoeker en de andere omwonenden, maar de burgemeester heeft in redelijkheid de belangen van de Vechtclub en het algemeen belang zwaarder mogen laten wegen dan de belangen van verzoeker en de andere omwonenden.